Mijlpaal van het modernisme – Zelfs bijna een halve eeuw later blijft L’année dernière à Marienbad een van de stoutmoedigste experimenten uit de filmgeschiedenis.

Begin jaren 60 sloeg de tweede film van Alain Resnais in als een bom die de geijkte vertelstructuren in duizenden fragmenten uit elkaar liet spatten. Resnais ging hier nog een stap verder in de experimenten met bewustzijn, tijd en geheugen uit zijn ophefmakende debuut Hiroshima mon amour. Het grote verschil is dat L’année dernière à Marienbad geen politiek geëngageerde dimensie bezit, maar volledig wordt beheerst door esthetische bekommernissen en elke vorm van emotie – tenzij die van puur esthetisch genot – vervangt door cerebrale abstracties.

1961

Film: ****

Extra’s: ****

Universal/Studio Canal

Alain Robbe-Grillet, paus van de nouveau roman die toen furore maakte, verschafte Resnais de labyrintische structuur voor deze hyperintellectualistische filmpuzzel. De prent speelt zich volledig af in een barok hotel – in feite een vereniging van enkele kastelen in Beieren – en ondermijnt alle regels van de klassieke découpage. In hypnotiserende beeldenreeksen trekt de camera door eindeloze gangen, trappen en spiegelzalen, terwijl een stem buiten beeld een bezwerende beschrijving geeft van de stille zalen, zware tapijten, kille galerijen, overdadig met houtwerk versierde gangen, marmeren zuilen, met pleisterkalk versierde zolderingen en opeenvolgende deuren. De mondaine gasten die in avondkledij door dit naargeestige paleis glijden zien er even verstard uit als de standbeelden tussen de strakke heggen in de omringende Franse tuinen. De hoogglanzende zwart-witfotografie van Sacha Vierny is tegelijk adembenemend mooi en luguber kil en harteloos.

Te midden van dit doolhof van ruimte en tijd plaatst Resnais een onopgelost raadsel. Alles draait rond de vraag of highsocietyfiguren X (Giorgio Albertazzi) en A (Delphine Seyrig) elkaar vorig jaar in Marienbad echt hebben ontmoet, of X A met een fabeltje probeert te verleiden om haar aan de invloed van haar sinistere echtgenoot M (Sacha Pitoëff) te onttrekken – in de veronderstelling natuurlijk dat die man werkelijk haar echtgenoot is, want in deze hypothetische bespiegeling is niets zeker.

Voor de fans is dit een van de iconische meesterwerken van het modernisme in de film, voor de anderen is het een monument van verveling, even leeg en steriel als de rococogangen en geometrische Franse tuinen waarin de hautaine acteurs zo sierlijk verdwalen. Delphine Seyrig werd met haar quasi onwezenlijke verschijning en dromerige vertolking een chic icoon van de Europese avant-garde.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content