Lampedusa mon amour
Hoe is het om op Lampedusa op te groeien? Het antwoord is verbazend simpel.
De dagelijkse struggle for life aan en over de rand van de maatschappij: in het documentaire oeuvre van Gianfranco Rosi (52) is het altijd al het leidmotief geweest. In Below Sea Level (2008) richtte hij de camera op loners die in de Californische woestijnen resideren. In Sacro GRA (2013), goed voor de Gouden Beer in Berlijn, observeerde hij de paradijsvogels rond de ring van Rome. En nu, in het pakkende Fuocoammare , dat Rosi vorig jaar een Gouden Leeuw opleverde, zoomt hij in op het reilen en zeilen op Lampedusa.
Op dat Italiaanse eiland spoelden de afgelopen jaren vanuit Afrika 400.000 vluchtelingen aan – meer dan 15.000 lijken werden er uit de zee gevist. Maar ondanks die schrijnende thematiek moet je van Rosi geen pamflet of feitelijke reportage verwachten. In zijn bekende stijl meandert de regisseur tussen feit en fictie, en jongleert hij met filmische registraties waarvan je als kijker niet goed weet of ze nu spontaan verliepen, dan wel in scène werden gezet. ‘Maak ik nu fictie of documentaires: die vraag heb ik me nog nooit gesteld’, legt Rosi zijn methode uit. ‘Ik maak cinema. Punt. Ik gebruik de filmtaal om een bepaalde realiteit vast te leggen, of te accentueren. Soms ben ik een vlieg op de muur. Soms stuur en gids ik, maar ik vraag mensen nooit om dingen te doen die ze in het normale leven ook niet doen.’
In Fuocoammare – letterlijk vertaald: ‘Vuur op zee’ – focust Rosi niet zozeer op de vluchtelingen, maar op de eilandbewoners zelf. Op een guitig, tienjarig jongetje dat graag met zijn katapult speelt en makkelijk zeeziek wordt. Op een bejaarde weduwe die elke dag het bed opmaakt, alsof haar overleden man er nog altijd is. En op de lokale huisarts die zich niet langer alleen met griepjes en kneuzingen moet bezighouden, maar zich plots ook geconfronteerd ziet met verkrachte vrouwen, kinderlijkjes en andere gruwelen als gevolg van de vluchtelingencrisis.
‘Het is in de eerste plaats een film over een jongen,’ legt Rosi uit, ‘over een knul die opgroeit op een bijzondere, afgelegen plek en met grote ogen naar de volwassen wereld om hem heen kijkt. Mocht ik Fuocoammare een paar jaar geleden gemaakt hebben, hadden mensen dat ook zo gezien. De vluchtelingencrisis heeft die perceptie natuurlijk veranderd, zoals die ook het leven op Lampedusa veranderd heeft. Dat is logisch. Een film hoort nu eenmaal toe aan het publiek, en niet aan de filmmaker alleen.’
Wat voor Rosi, die een jaar lang op Lampedusa heeft gewoond en gewerkt, begon als een milieuschets annex karakterstudie, muteerde door de politieke context en de actualiteit onvermijdelijk tot een ‘vluchtelingenfilm’. En hoewel er maar een paar passages in Fuocoammare zitten waarin Rosi expliciet op de vluchtelingen inzoomt, zijn het die ongefilterde getuigenverslagen die de meeste indruk maken. Zo registreert hij hoe enkele overlevers hun traumatische ervaringen bezingen in een opzwepend gebed, en hoe de Italiaanse marine verschillende lijken uit een overbevolkte boot licht tijdens een reddingsoperatie.
‘Ik vond het delicaat om de vluchtelingen te filmen’, bekent Rosi, die in zijn films ook nooit mensen interviewt. ‘Ik wilde hun leed geenszins exploiteren. Het heeft maanden geduurd vooraleer ik toestemming kreeg om in het vluchtelingencentrum te filmen. Daar rondhangen met een camera voelde intimiderend aan. Voor mij, maar ook voor hen. Die mensen zijn nog maar net aangekomen na een levensgevaarlijke tocht, en er wordt meteen een camera op hen gericht. Dat komt enorm agressief over, en dus wilde ik extra behoedzaam te werk gaan.’
Het een en ander zorgt ervoor dat je de vluchtelingen, in tegenstelling tot de inwoners van Lampedusa, nooit persoonlijk leert kennen, en dat ze anonieme gezichten en tragische figuranten blijven. ‘Dat strookt met de realiteit’, verduidelijkt Rosi. ‘Je hebt de eilandbewoners en de vluchtelingen: dat zijn gescheiden werelden zonder interactie, ook al is dat eiland nog zo klein. Behalve de dokter is er niemand die rechtstreeks contact met hen heeft, die weet wie ze zijn, die hun verhaal kent. In die zin is Lampedusa een metafoor voor Europa. We lezen allemaal de kranten, we hebben allemaal de schrijnende beelden gezien, maar hoewel het drama zich in ons land en onze straat afspeelt, weten we amper iets over de vluchtelingen en steken we liefst onze kop in het zand.’
Met die attitude lijkt een oplossing, ondanks de hoge menselijke tol die de crisis nog dagelijks eist, niet meteen in zicht. ‘Massamigraties zijn er altijd al geweest’, weet ook Rosi. ‘ En niemand heeft die kunnen tegenhouden. Iedereen die de geschiedenis kent, weet dat muren bouwen, of vluchtelingen massaal terugsturen onrealistisch en stompzinnig is. Het enige wat je kunt doen – politiek en humaan – is mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en ellende opvangen en een toekomst bieden. Europa is het rijkste continent ter wereld en telt 500 miljoen inwoners, van Finland, over Spanje tot Griekenland. Beweren dat daar geen half miljoen mensen bij kan zonder aan onze sociale verworvenheden te raken, is een leugen. Maar dat is het probleem: de meeste politici zijn leugenaars, en angsthazen. Ik heb daarom enorm veel respect voor Angela Merkel. Zij durft tenminste te zeggen waar het op staat, tegen de populistische stroom in.’
Van die expliciet politieke retoriek valt in Fuocoammare, met zijn lyrische en bezwerende stijl, weinig te bespeuren, maar dat maakt Rosi’s film daarom niet minder krachtig of urgent. Meryl Streep, die in Berlijn de jury voorzat die hem beloonde met de Gouden Beer, noemde het een ‘gedurfde hybride van reportagebeelden en bewuste verhaalkunst, die je dwingt met andere ogen naar een bepaalde plek te kijken en oproept tot actie en engagement’. ‘Ik ben Michael Moore niet’, grijnst Rosi. ‘Die beukt de deur open en zegt: zo is het. Ik zet de deur op een kier en hoop de kijker nieuwsgierig te maken zodat die zelf de deur een beetje verder opent, en nog een beetje verder, en nog een beetje verder.’ Missie meer dan geslaagd.
FUOCOAMMARE
Vanaf 21/9 in de bioscoop.
door Dave Mestdach
‘Fuocoammare gaat niet in de eerste plaats over de vluchtelingen, maar over een knul die opgroeit op een bijzondere, afgelegen plek en met grote ogen naar de volwassen wereld kijkt.’ Gianfranco Rosi
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier