LA DONNA FORTE: CLAUDIA CARDINALE

Vergeet Marilyn Monroe, vergeet Brigitte Bardot. De sixtiesseksbom met de langste houdbaarheidsdatum heet Claudia Cardinale, die onder auspiciën van Visconti van stoeipoes naar gerespecteerde actrice evolueerde.

De in Tunesië geboren en getogen Claudia Cardinale, dochter van Siciliaanse emigranten, werd in de jaren vijftig ontdekt door regisseur Jacques Baratier. Aan het begin van haar carrière werd ze vooral als pretty face gecast in een resem weinig opmerkelijke komedies en thrillers, tot ze, vroeg in de jaren zestig, werd opgemerkt door twee van de belangrijkste regisseurs van die tijd: Luchino Visconti en Federico Fellini.

Cardinale begon haar samenwerking met Visconti met een bijrol in Rocco e i suoi fratelli in 1960, maar maakte pas echt indruk toen ze de love interest van Alain Delon speelde in Il gattopardo (1963). Visconti stond bekend als een tiran op de set: ‘Hij was een man van het theater, die totale controle wilde hebben. Je mocht geen spier bewegen tenzij hij toelating gaf en op de een of andere manier moesten je ogen uitdrukken wat je niet met woorden mocht zeggen.’ Haar vrouwelijke charmes hadden op de homoseksuele Visconti overigens niet veel invloed. Het was Alain Delon die met de enige privékleedkamer ging lopen.

In hetzelfde jaar was Cardinale te zien in een andere grote klassieker van de Italiaanse cinema: Federico Fellini’s magistrale 8oe, met Marcello Mastroianni in de hoofdrol. Het contrast kon niet groter zijn. ‘De set was net een circus. Er was geen script en Fellini kon niet werken als er geen lawaai was. Iedereen liep continu rond en schreeuwde over de telefoon. Bij Visconti mochten we geen woord zeggen en was alles heel serieus.’

Na die twee films wist de wereld wel beter dan over Cardinale te spreken als bikini babe. In 1964 dook ze in The Pink Panther op, naast Peter Sellers en David Niven, die opmerkte: ‘Ze is het beste Italiaanse exportproduct sinds spaghetti.’ Enkele jaren later werkte ze met Sergio Leone voor zijn epische western Once Upon a Time in the West (1968), waar ze de enige vrouwelijke tegenhanger was voor het mannelijke geweld van Henry Fonda en Charles Bronson. Cardinale’s imago als sekssymbool bereikte rond die tijd een absoluut hoogtepunt, zonder dat ze er ooit haar kleren voor moest uittrekken.

Vanaf de jaren zeventig werden de grote filmtriomfen zeldzamer, met een rol in Werner Herzogs Fitzcarraldo (1982) als opmerkenswaardige uitschieter, maar ze bleef wel continu op hoog niveau acteren. In de jaren negentig was ze toe aan de obligate carrière-erkenningen: in 1993 kreeg ze een speciale Gouden Leeuw in Venetië voor haar gehele oeuvre en in 2002 een ere-Zilveren Leeuw. Ze is sinds 1999 actief voor Unesco om vrouwenrechten te bevorderen. ‘Als kind vocht ik altijd al met de jongens’, zei ze daarover, ‘om te bewijzen dat meisjes sterker waren dan jongens. Nu ben ik 76 jaar oud, ik reis de hele wereld rond en ik speel nog steeds mee in films. Zo zie je maar wie de taaiste is.’

(D.V.D.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content