KRISTIEN VANDEN BUSSCHE
Ze werkte in Londen aan Tim Burtons Frankenweenie, blies vorig jaar in Portland The Boxtrolls leven in en staat momenteel alweer op een set in Lyon. Maak kennis met Kristien Vanden Bussche, Vlaanderens meest ervaren stop-motionanimator. ‘We zijn de monniken en zigeuners van de animatiewereld.’
Kun je kort uitleggen wat het werk van een stop-motionanimator inhoudt?
KRISTIEN VANDEN BUSSCHE: Elke animator krijgt vooraf een aantal shots toegewezen en moet de poppen telkens een beetje bewegen en vervolgens opnemen – vierentwintig keer per seconde film, waardoor de illusie van beweging ontstaat. Voor The Boxtrolls was ik verantwoordelijk voor vierendertig shots, samen goed voor ongeveer drie minuten film. Daar heb ik een jaar lang aan gewerkt, gemiddeld tien uur per dag. Het is werk waar je veel geduld voor moet hebben, en het is meer dan louter uitvoering of mechaniek. Het komt eropaan om gevoel te leggen in de shots die je animeert, om de poppen een ziel in te blazen. Als ik mensen uitleg wat ik doe, hoor ik ze soms denken: jij speelt dus met poppen. Is dat wel werk voor een volwassen vrouw? (lacht) Niet iedereen is ervoor in de wieg gelegd en niet iedereen kan het aan. Wereldwijd zijn er maar een goede honderd professionele animators op dat niveau.
En die trekken zoals jij van filmproject naar filmproject?
VANDEN BUSSCHE: Klopt. In België weet amper iemand wat ik doe, maar in het buitenland weten ze me wel te vinden. Ik heb in Zwitserland gewoond toen ik daar aan Max & Co (2007) werkte en in Spanje voor O Apóstolo (2012). Ik heb anderhalf jaar in Londen gewoond voor Frankenweenie, een jaar in Portland voor The Boxtrolls en momenteel werk ik aan een stop-motionfilm in Lyon. Ik moet dus wel uit een koffer leven. Ik heb geen andere keuze, maar het is een job die ik met hart en ziel doe en de sociale opofferingen die het vergtmoet ik erbij nemen. We zijn de monniken en zigeuners van de animatie-industrie. Het is een klein wereldje waarin iedereen elkaar kent en overal ter wereld weer tegenkomt.
Viel het een beetje mee om in de Laika-studio aan The Boxtrolls te werken?
VANDEN BUSSCHE: Het was een boeiende ervaring. Laika is de grootste stop-motionstudio ter wereld, en met Aardman de enige permanente die langspelers maakt. Het was wel even wennen aan de Amerikaanse mentaliteit. Die is wat zakelijker en doelgerichter dan de Europese. Aan de andere kant kon ik bij Laika werken in de beste omstandigheden, met de beste vaklui. Laika is de absolute wereldtop, de Champions League van de stop-motion, en daar word je alleen maar beter van.
Je collega-animator Travis Knight was ook je baas bij Laika. Was dat niet raar?
VANDEN BUSSCHE: Ik denk dat ik Travis in dat jaar maar een keer of drie op de werkvloer ben tegengekomen. Animators werken nu eenmaal alleen op hun set, van ’s morgens tot ’s avonds. Je bespreekt je werk met de regisseurs en met de chef animatie. De anderen kom je amper tegen. Wat Travis betreft: hij mag dan wel de baas zijn, hij werkt efficiënt en is heel goed in wat hij doet. Als animator is hij top.
Laika staat bekend als een studio die klassieke stop-motion met CGI combineert. Dreigt daarmee het ambachtelijke aspect niet te verdwijnen?
VANDEN BUSSCHE: Toen de fotografie werd uitgevonden, dachten sommigen ook dat schilders hun ezel definitief konden opbergen, maar schilderkunst is nog altijd alive and kicking. Ik ben midden jaren negentig begonnen, de periode waarin de computeranimatie doorbrak. Sommigen zeiden: ‘Het is afgelopen. Voortaan zal alles met de computer gebeuren.’ Maar sindsdien is stop-motion alleen maar populairder geworden. Met computers kun je veel. Maar het menselijke aspect, de magie die de poppen tot levende wezens maakt, kun je nog altijd niet in een formule gieten en kopiëren. Daar zijn echte handen voor nodig, een echte mens die creëert vanuit echte emoties en echte ideeën. CGI kan daarbij een tool zijn, of een aanvulling, maar het is niet de heilige graal. Bij Laika hebben ze dat begrepen.
Hoe ben je eigenlijk in dit wereldje gerold?
VANDEN BUSSCHE: Ik heb animatie gestudeerd aan het Kask, maar eigenlijk leer je animeren al doende. Door dingen uit te proberen, te falen en opnieuw te beginnen. Hadden ze me na mijn studies bij Laika gedropt, dan was ik na één dag huilend weggelopen (lacht). Na een paar jaar in Engeland zocht ik grotere, meer artistieke uitdagingen. Dat is me uiteindelijk gelukt, en sindsdien maak ik me geen zorgen meer over mijn toekomst. Eindelijk! (lacht)
(D.M.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier