Zoals sommige regisseurs roadmovies maken, zo maakt Admiral Freebee roadplaten. Wie ze al eens heeft uitgeprobeerd, weet dat ze je in geen tijd van de pechstrook naar het linker baanvak kunnen katapulteren. Dit najaar is de Admiraal on the road met een intieme theatertournee.
Tom Van Laere geeft ons rendez-vous in een Antwerpse bistro waarvan wij vermoeden dat vegetariërs er recepten uitwisselen met veganisten. De gemberthee die wij zomaar gratis aangeboden krijgen van de kelner zal er diezelfde avond nog langs boven terug uitkomen. Maar de Admiraal gaat al die gezonde kost duidelijk beter af.
Tom Van Laere: ’t Was zeker geen spontane keuze om op mijn voeding te beginnen letten. Mijn dokter drong erop aan. Ik heb de voorbije jaren op een strikt dieet van fastfood geleefd en nauwelijks nog gesport.
Zelfs niet meer getennist?
Van Laere: Nee, dankzij jullie journalisten. (lacht) Ik moest in interviews zo vaak over tennis praten dat ik het spuugzat werd.
Ik begaf me vroeger ook wel eens op een tennisveld en ik herinner me die omgeving als behoorlijk bekrompen en weinig rock-‘n-roll. Zo was het dragen van een wit poloshirt tijdens wedstrijden verplicht.
Van Laere: Dat droeg ik dan categoriek niét – mijn bescheiden manier om te rebelleren. Maar eerlijk gezegd vind ik de rockwereld veel bekakter dan die van het tennis. Toen ik mijn racket inruilde voor een gitaar, dacht ik verlost te zijn van elitaire en bekrompen mensen, maar ik ben sindsdien alleen maar meer en ergere exemplaren tegengekomen. En dan dat snobisme! Supertramp is fout, maar Abba moet je wél goed vinden, want dat is goed fout. En van Britney Spears mag je alleen die nummers goed vinden die door N.E.R.D. zijn geproducet. Komáán zeg! Werkelijk ontstellend ook hoe serieus de meeste muzikanten zichzelf nemen.
Diep teleurgesteld in je collega’s?
Van Laere: In het begin wel, ja. Ik dacht dat ik tussen gelijkgestemde zielen met een open geest zou terechtkomen, maar de meeste muzikanten worden gedreven door jaloezie en negativisme. Ik ben er al veel tegengekomen die in mijn gezicht supervriendelijk zijn, maar me achter mijn rug een arrogante zak noemen. Als ik een collega tegen het lijf loop, gaat het meteen van: ‘Heb je de nieuwe single van die of die al gehoord? Compleet gepikt van The Velvet Underground!’. Terwijl diezelfde kerel vijf minuten later de muzikant in kwestie staat te feliciteren: ‘Toffe single! Had van The Velvet Underground kunnen zijn. Proficiat!’ (lacht)
Jij laat het positivisme op je platen in elk geval altijd nadrukkelijk de boventoon voeren.
Van Laere: Dat ben ik aan mezelf verplicht, want mijn droom – rockster worden – is uitgekomen. Dan heb je toch geen reden om ongelukkig te zijn? Al geef ik toe dat het me soms moeite kost om tegen mijn aangeboren melancholie op te boksen. Daarom hou ik ook steeds meer van gospel, waarin hoop altijd de melancholie transcendeert. Ik wil niet navelstaarderig overkomen. Klagen is niet sexy. Tenzij je Monica Bellucci heet misschien. Zij mag altijd bij mij komen klagen. (lacht)
In de Warande in Turnhout, waar ik naar een van je theaterconcerten ben gaan kijken, zat duidelijk een ouder en – excusez le mot – deftiger publiek dan op je rockconcerten. Wilde je bewust een nieuwe doelgroep aanboren?
Van Laere: Ja en nee. Het idee voor die theatertournee kwam er pas toen ik besefte dat mijn nieuwe, wat rustigere plaat zich daartoe leende. Ik heb niet met voorbedachten rade een kalme cd gemaakt om eens in de culturele centra te kunnen passeren. Niettemin ben ik er trots op dat ik een heel uiteenlopend publiek heb. Op de festivals moet ik het voornamelijk hebben van veertienjarige meisjes die Einstein Brain en Oh Darkness willen horen. Nu geef ik de wat oudere fans van Admiral Freebee de kans om mij aan het werk te zien.
Met Iwein Segers heb je ook een professionele publieksopwarmer in de arm genomen. Opdat je zelf niet hoeft te spreken op het podium?
Van Laere: Niet echt. Ik wil gerust praten tegen het publiek. Ik doe dat ook, maar ik ben er de man niet naar om in zo’n intieme setting de leukerd uit te hangen. Daarom vind ik het een comfortabele gedachte dat iemand anders voor entertainer speelt. Zo kan ik me op de muziek en de muziek alleen concentreren. Als ik me verplicht voel om te spreken op het podium, zou er wellicht allerlei onverstaanbaars uit mijn mond komen.
Ik verkeer trouwens in goed gezelschap, want Bob Dylan doet er op het podium ook liever het zwijgen toe. Al herinner ik me wel een geweldige grap die hij eens vertelde in Vorst. Hij zei: ‘Yesterday, me and Larry went to eat something and we asked the waitress if she served crabs. And she said: we serve about anybody’. De groep lag plat van het lachen, maar hijzelf verroerde geen vin, natuurlijk. Het publiek reageerde ook niet, iedereen dacht wellicht dat hij iets superfilosofisch had gezegd. Terwijl het ging om een regelrechte Kamagurkagrap. Enfin, voor mij is Dylan de beste stand-upcomedian die er bestaat.
Voor je nieuwe plaat ‘Wild Dreams Of New Beginnings’ heb je een beroep gedaan op producer Malcolm Burn, die nog met Dylan heeft samengewerkt. Wat ben je zoal over je held te weten gekomen?
Van Laere: Sinds mijn samenwerking met John Hanlon ben ik iets voorzichtiger geworden in het hengelen naar anekdotes. Die Hanlon had maar weinig goeds te vertellen over Neil Young: hij was een onmens, een tirannieke baas… allemaal dingen die ik niet wilde weten.
Malcolm vertelde niet veel over Dylan, maar hij had er duidelijk heel veel respect voor. Toen we tijdens de preproductie de nummers stonden uit te kiezen die we zouden opnemen voor de plaat en we een beetje vast kwamen te zitten, zei ik: ‘What would Bob Dylan do?’ Malcolm begon te lachen en toen ik vroeg waarom, vertelde hij me over de preproductie van Oh Mercy.
Dylan en Daniel Lanois verschilden toen ook van mening bij de keuze van de nummers. Het kwam tot een hoogoplopende ruzie waarbij Lanois met slaande deuren de studio uit liep. Waarop Malcolm dus alleen met Bob Dylan achterbleef. En weet je wat Dylan toen zei? Hij zei: ‘What would Bob Dylan do?’(schaterlacht) Zeg nu nog eens dat hij geen stand-upcomedian is. Trouwens, over Iggy Pop zei Malcolm: ‘I can’t decide if he’s the world’s smartest dumb guy or the world’s dumbest smart guy.’
Eigenlijk kom jij uit een behoorlijk artistiek nest. Je vader is behalve architect ook jazzfanaat en heeft een kunstgalerie, die door je broer Tim wordt uitgebaat.
Van Laere: Als we vroeger op vakantie gingen in Frankrijk, had mijn vader altijd een plek uitgekozen waar toevallig een grote museumtentoonstelling plaatsvond. (lacht) Hij vertelde ook voortdurend over Sun Ra en nam ons mee naar concerten van Ornette Coleman, Dizzy Gillespie, Dylan. Ik herinner me net een waanzinnig toeval van tien jaar geleden. Ik had op een dag Heartattack And Vine van Tom Waits gekocht en toen ik thuiskwam, bleek mijn vader precies dezelfde plaat te hebben gekocht. Terwijl die toen al twintig jaar oud was!
Hoe rebelleer je in godsnaam tegen zo’n vader?
Van Laere: Dat viel niet mee, geef ik toe. En toch heb ik het geprobeerd, omdat ik vond dat het zo hoorde. Met Black Sabbath kon ik ‘m bijvoorbeeld echt kwaad krijgen. Ooit heb ik zelfs een plaat van Ingeborg gekocht. Ik vond daar uiteraard geen zak aan, maar tegen mijn pa beweerde ik het omgekeerde, gewoon om hem op zijn paard te krijgen. Hij werd er zelfs een beetje triest en moedeloos van. Over Black Sabbath is hij later toch nog bijgedraaid. Ik geloof dat hij gewoon bang was dat ik door die satanische teksten van Ozzy Osbourne aan de drugs zou gaan. (lacht)
Vreesde je als tiener niet dat je achtergrond – de Brasschaatse burgerij – bij zogenaamd credibele mensen achterdocht wekte?
Van Laere: Bwah. Die zogenaamd credibele mensen komen niet zelden óók uit een gegoede familie, al zal je het hen nooit met zoveel woorden horen zeggen. Ik denk niet dat er in Vlaanderen echt veel muzikanten rondlopen die uit een arm of onbemiddeld gezin komen. Laat ze hun toneeltje maar blijven spelen. Trouwens, zo rijk waren wij thuis ook weer niet. En dan nog! Ik hoef me daar toch niet voor te verontschuldigen? Ik denk niet dat ik betere songs zou schrijven als ik uit een arme familie kwam. En je hoeft echt niet door je vader te zijn verkracht om goeie nummers te kunnen schrijven.
‘Zodra ik routine bespeur, hoeft het eigenlijk al niet meer voor mij,’ heb je ooit gezegd.
Van Laere: Ik weet niet of ik dat wel zo letterlijk gezegd heb. Maar intussen zit ik wel met dat imago van loner opgescheept, terwijl ik niet vind dat ik me ongewoon vaak afzonder. Er zijn al genoeg muzikanten die in hun eigen karikatuur geloven en de pose koste wat het kost proberen op te houden. Onlangs verwoordde Bonnie ‘Prince’ Billy het zeer treffend toen een interviewer hem vroeg: ‘Je bent echt wel een kluizenaar, hé?’. Hij zei: ‘Je beseft toch dat dat zogenaamde kluizenaarschap van mij promopraat van mijn platenfirma is, net zoals Robbie Williams wordt voorgesteld als een wijvenzot?’ Dat zegt het helemaal. Allez, tegen een bakker, zeg je toch ook niet: ‘Gij zijt nogal een eenzaat, hé. Iedere nacht op uw eentje broodjes bakken, daar moet ge zeker een kluizenaar voor zijn. En als ge routine bespeurt in uw relatie, dan zijt ge weg, hé? Dan gaat ge broodjes bakken, om alleen te zijn.’ (lacht)
Nee, de enige routine die ik haat, zijn steeds weerkerende discussies over dezelfde futiele zaken. Dan denk ik al gauw, zoals ik het in Noorderlaan zing: ‘Here you got you victory. Take it, I don’t need it’.
‘Nobody Knows You’ gaat over je moeder. Wat voor band heb je met haar?
Van Laere: Ik ben een verschrikkelijke hypochonder, en ik bel haar elke dag om raad te vragen: ‘Mama, ik heb pijn in mijn borst. Ik ga toch geen hartaanval doen, hé? Mama, ik heb een vlekje op mijn bovenarm. ’t Zal toch geen tumor zijn, hé?’ Ik ben een moederskindje. Zij is de enige die weet wat voor een sukkel ik eigenlijk ben. Ze heeft geweend toen ik haar dat nummer liet horen.
Je hebt het in je songs opvallend vaak over fat girls en fat chicks. Hou je van een maatje meer?
Van Laere: Ik heb ook niks tegen slanke meisjes, maar ik hou wel van vrouwen met een rubensiaans figuur: er mag een beetje pak aan zijn.
In ‘De Morgen’ noemde je de clitoris onlangs een mythe, een verzinsel. Nog geen woedende telefoon van Goedele Liekens gekregen?
Van Laere: Nee, spijtig genoeg niet. Maar vermeld gerust mijn telefoonnummer bij dit interview.
Niks van: wij spelen nummers van rocksterren alleen door aan jongedames die het lief komen vragen.
Admiral Freebee ‘Wild Dreams Of New Beginnings’: Uit bij Universal, In concert: 29 en 30/11, Ancienne Belgique
Door Vincent Byloo – FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier