Voor Lieven Vandenhaute de vinger aan de culturele pols hield in ‘Republica’, schopte hij acht jaar lang heilige huisjes omver in ‘De Lieve Lust’. Nu waagt hij zich in ‘Voetzoeker’ aan televisie en wil de gepassioneerde radiomaker zelfs religie bespreekbaar maken. ‘Het gaat altijd om die ene vraag: hoe houden mensen zich staande?’

Republica

Vanaf 22/9 elke middag op Studio Brussel.

Voetzoeker

Elke donderdag – 22.15 Canvas.

Ik heb altijd voor de radio willen werken’, zegt Lieven Vandenhaute op een dekentje in de tuin van zijn nieuwe woonst. Het is een van de laatste warme zomerdagen en we maken ons op voor een lang gesprek over zijn drijfveren en passies. Radio maken zit hem in het bloed, zo blijkt. En er is die enorme drang om het onbespreekbare bespreekbaar te maken. Vroeger seks in De Lieve Lust, binnenkort wellicht religie in een nieuw radioprogramma. Maar Vandenhaute beperkt zich niet enkel meer tot radio: sinds vorige donderdag is hij ook op televisie te zien, als een van de reporters van het culturele programma Voetzoeker op Canvas. ‘Televisie was nooit echt een jongensdroom. Maar ik vind het wel spannend om het een keer te proberen. Misschien kan ik het wel, misschien ook niet.’

Hoe is Canvas bij jou terechtgekomen?

Lieven Vandenhaute: Ik kreeg op een bepaald moment een bericht van de onvermoeibare Regine Clauwaert. Ze wou met Voetzoeker een andere koers varen – het programma moet kritischer worden, wat stouter, wat meer inhoud, wat meer Canvas – en omdat ik twee jaar geleden al eens een proefje had opgenomen voor Link! vroeg ze mij om mee te doen. Dus werk ik vanaf nu vier dagen per maand voor Canvas.

Is tv geen grote stap voor een verstokt radiomaker als jij?

Vandenhaute: Ik denk, en misschien is dit wel wishful thinking, dat televisie de laatste jaren sterk op radio is beginnen lijken. Televisie werkt tegenwoordig veel soepeler. Ik kan me vergissen, maar ik denk dat het allemaal een beetje wilder en ruwer mag. Je kunt tegenwoordig meer het moment pakken. Dat is heel erg radio: het moment pakken. Er is de ontmoeting tussen jou en diegene die je interviewt en er luisteren een heleboel mensen naar je gesprek. Dat is een speciale sfeer. Echt leuke radio heeft een link tussen mij, diegene waar ik mee praat en de luisteraar. Er is op de een of andere manier een samenkomst, een mindfuck. Ongelofelijk mooi als dat lukt.

Radio heeft ook meer impact dan televisie. Je wordt niet afgeleid door het beeld. Als iemand iets vertelt dat aankomt, blijft dat hangen. Bij tv heb je dat veel minder. Iemand als Luc Janssen wordt nog altijd verheerlijkt en vereerd door mensen die in de vroege jaren tachtig naar hem luisterden. Twintig jaar geleden! Je weet nauwelijks nog wat er twintig jaar geleden op televisie gebeurde, toch? Met radio identificeer je je veel meer. Je bent er veel dichter bij betrokken.

Vrees je niet dat je televisiebijdrage de spontaniteit van je radioprogramma’s zal missen?

Vandenhaute: Radio heeft iets wat er niet is als er cameralui en regisseurs rondlopen, als alles driedubbel voorbereid en twaalf keer vergaderd is en alles op scenario staat. Televisie schrikte me daarom ook af, want je komt in een gigantische machine terecht waar je zelf weinig aan kunt toevoegen. Maar ik denk dat het allemaal aan het veranderen is, afgelikte televisie is blijkbaar wat uit de mode. Ik ga dus proberen om op televisie zoveel mogelijk te doen wat ik nu voor de radio doe. En dat verschilt niet zo gek veel van elkaar.

Radio zit je blijkbaar veel meer in het bloed. Vanwaar die fascinatie?

Vandenhaute: Ik ben altijd al verliefd geweest op radio. Als kind in een klein boerendorp voelde ik instinctief dat mijn wereld verder ging dan dat dorp. Radio was een ideale manier om aan de werkelijkheid te ontsnappen. Die stemmen uit de doos speelden enorm op mijn verbeelding. Radio, dat was vroeger iets! Dat stelde iets voor. Luisterspelen, turnlessen, taaltips, het sprak me allemaal ongelofelijk aan. Ik denk dat dat nooit zal verdwijnen. Radio zal altijd blijven. Want er is iets unieks aan radio, het heeft te maken met verbeelding, met de eenvoud van het medium en het moment. Neem bijvoorbeeld een programma als Hallo Hautekiet. Zoiets kan echt alleen maar op de radio. Je kunt het ook niet opnieuw uitzenden, tachtig procent daarvan was slecht. Dood- en doodsaai. Maar je bleef luisteren voor die twintig procent genialiteit. Dat is zo radio. Als kind was ik erg gevoelig voor de ouwepeekesradio van Jos Ghysen of Lutgart Simoens. Let op, met alle respect voor Ghysen, want hij is de man die het praten op de radio heeft uitgevonden in Vlaanderen. Hij was de eerste die geen tekstjes oplas. Ghysen schoof zijn papier opzij en sprak tegen de mensen. Daarom sloeg zijn programma zo enorm aan. Het is gewoon veel sterker. Ik voelde dat ik dat ook in me had. Toen ik op de vrije radio een aantal programma’s maakte, wist ik meteen: dit lukt me wel.

Hoe is je radiocarrière precies van start gegaan?

Vandenhaute: Ik ben begonnen bij Pat Donnez. De nu gelauwerde Pat Donnez. Hij was een jaar of 28, ik was er negentien. Pat wou een jongerenprogramma maken voor mensen van 16 tot 21; want Radio 1 had enorm veel succes met Van Kattekwaad tot Erger en hij wilde iets voor jongeren die net te oud waren voor Kattekwaad. En zijn lumineuze idee was: waarom laten we die mensen het programma zelf niet maken? Zo ben ik er langzaam ingerold, met korte reportages en zo. Daarna heb ik nog eventjes voor Radio 2 gewerkt en toen ik was afgestudeerd, solliciteerde ik bij Studio Brussel. Ik kon er meteen aan de slag.

En je mocht meteen ‘De Lieve Lust’ maken?

Vandenhaute: Dat wou ik doen hè! Al van mijn achttiende wou ik dat programma maken. Ik had Nederlandse voorbeelden als Radio Romantica gehoord en ik vond dat geweldig. Ik herinner me de kick om als zeventienjarige dat bloedserieuze programma met Maria Schopman, zo heette die seksuologe, te beluisteren. De toon was zeer ernstig. (Met een overdreven Nederlands accent) ‘Mijn frauw die hep last met klaarkome.’ (lacht) ‘Mijn frauw, die kan eigenlijk alleen klaarkome als ik met een blokje ijs over haar clitoris wrijf. Of onder de douche. Of op de fiets.’ En daar werd dan heel diep en serieus op ingegaan. Als zeventienjarige word je wel voorgelicht, maar seks bleef een lacherig onderwerp. Terwijl dat voor mij, met mijn zwaarmoedige natuur, allemaal gigantisch problematisch en levensbepalend was. Ik wou erover praten, maar dat deed je natuurlijk niet. Het was dus een ongelofelijke ontdekking dat het opeens wel kon en dat het ook serieus werd genomen. Toen ik voor de radio begon te werken, was dat mijn eerste idee. Ik liep nog geen twee weken als redacteur bij Studio Brussel rond of ik had al een aantal voorstellen klaar. Onder meer Studio Knuffel.(lacht) Maar Jan Schoukens, de toenmalige baas, vond dat te tienermeisjesachtig. Te teddybeerachtig. Het moest straffer zijn. Het werd DeLieve Lust.

Je grote ambitie werd dus direct ingelost.

Vandenhaute: Ja. Ik ben fin de carrière sinds mijn 25e. (lacht)

Een beetje tragisch, niet?

Vandenhaute: Diep tragisch. Ik heb alles al bereikt wat ik wou bereiken. Ik heb alles gedaan wat ik wou doen. Enfin, dat is niet helemaal waar natuurlijk, maar ik ben wel verlost van de ziekelijke drang om het koste wat het kost dingen te realiseren. Dat is een hele verlossing.

Was je je bewust van de impact die ‘De Lieve Lust’ op luisteraars had?

Vandenhaute: Neen, ik ben daarvan geschrokken. Er komen nu nog altijd mensen naar me toe om dingen te zeggen als ‘dankzij De Lieve Lust heb ik mijn lijf ontdekt’, of ‘heeft mijn seksleven een nieuwe wending genomen’. Ik merkte dat niet op het moment zelf. Ik was vooral bezig om er het maximum uit te halen, om de leukste radio te maken. De eerste afleveringen waren enorm drammerig. Goedele en ik waren ons er heel erg van bewust dat we shockradio maakten. Na de eerste seizoenen is dat er gelukkig uitgegaan zodat we ons inhoudelijk konden verdiepen. De laatste jaren was het programma dan ook veel meer relaxed. Als ik de eerste jaren een SM’er in de studio had, wou ik de details absoluut hebben. Ik wou weten hoe hij zijn lief precies aan een paal had gebonden en waar hij op geilt. Als je die vroege programma’s terughoort, is dat opvallend. We zijn daar gelukkig niet in blijven steken. Later was ik eerder geïnteresseerd in waar het vandaan komt, hoe het zou kunnen ontstaan en waarin de opwinding precies schuilt. Ik wist dat er met rode oortjes onder dekens geluisterd werd. Dat geeft een heel apart gevoel.

Het programma liep op zondagmiddag, toen half Vlaanderen gebraad verorberde bij de familie. Hadden jullie dat tijdstip bewust gekozen?

Vandenhaute: Ja, we wilden het koste wat het kost die zondag. Het idee was dat seks een onderwerp is voor een beschaafde tafelconversatie. Plus, het was voor een heleboel mensen ook de morning after. En dat is natuurlijk prachtig. Gisteren voor het eerst gevreeën, condoom gescheurd. Wat moet ik doen? De zaterdagavondkoorts is voorbij en er is van alles gebeurd. Liefdes gemaakt en gebroken…

De week voor de eerste aflevering wou ik trouwens naar de baas bellen om te zeggen dat ik het programma afblies. Ik was doodsbang dat niemand zou bellen. Er was gigantisch veel aandacht in de pers geweest, Goedele Liekens ging immers met seks op de radio beginnen. Dat was toen nog ongehoord. Ik had echt nachtmerries: Goedele zit daar, alle telefoonlijnen klaar en niemand belt. Maar een paar dagen voor de eerste uitzending namen we de proef op de som. Meteen een lawine van telefoons. Ik herinner me de eerste beller nog goed, het was een gast die aan nursing deed. Goedele zet zich schrap, met haar seksuologengids bij haar, want ze was vers van de universiteit en had een stapel boeken bij om dingen op te zoeken en ik zie haar denken: Aha. Nursing. Oké, wat heb ik daar nu ook alweer over geleerd? Ik had ook zoiets van: ai, ai, zwaar probleem. Direct een ingetogen toon. (lacht) Maar het bleek dat die beller helemaal geen vraag had over nursing, hij wou gewoon weten waar je de goedkoopste luiers kon krijgen. ‘In de supermarkt koop ik incontinentieluiers voor bejaarden, maar dat loopt op, hè.’ (lacht) Hij dacht wellicht dat we een adressenboekje hadden met alle telefoonnummers van seksshops in het land. Het was een homo. De eerste telefoon: homo en nursing, ik wist meteen dat we iets aangeboord hadden.

Wat is je vooral bijgebleven uit het programma?

Vandenhaute: Dat een gemiddeld seksleven niet bestaat. Dat iedereen op zijn manier knoeit en zoekt. Heel veel mensen hebben het waanidee dat er bepaalde gedragsregels voor seks bestaan. Heel veel mensen hebben een idee van hoe een standaardvrijpartij er moet uitzien, terwijl niemand het op die manier doet. Op relationeel gebied merkte ik ook dat koppels die al heel lang bij elkaar zijn nog amper communiceren. Ze praten niet, ze hebben allerlei geheimen voor elkaar. Ze belden bijvoorbeeld naar ons omdat hun vrouw hen te weinig knuffelde. Tja, als je niet communiceert, wat heb je dan met elkaar? Maar wat me nog het meest is bijgebleven, is dat we ons enorm geamuseerd hebben. Het was heel geestig, werken met Goedele was fantastisch en het kwajongenssfeertje in de studio was uniek: die vermenging van ons ontzettend amuseren en tegelijk de oprechte drang hebben om alles wat onbespreekbaar is bespreekbaar te maken. Goedele heeft overigens veel meer een missie dan ik. Ik ben allang tevreden als ik goede radio kan maken.

Die drang naar het onbespreekbare bespreekbare komt nu weer bovendrijven, niet? Je zou binnenkort een religieus praatprogramma maken.

Vandenhaute: Wel, we hebben als try-out twee afleveringen opgenomen met een studiopubliek. Maar er is nog heel veel werk aan. Het is enorm moeilijk om mensen over religie te laten spreken, het heeft per definitie veel met onverwoordbare emoties te maken. Ik weet dus niet of het ooit zal lukken, maar het is wel iets dat al een lange tijd door mijn hoofd spookt.

De vraag naar zingeving is tegenwoordig pertinent. Een religieus programma zou alvast geen last hebben van een slechte timing.

Vandenhaute: Mensen hebben blijkbaar een houvast nodig. Je moet je leven op een of andere manier ordenen. Je moet weten wat de bedoeling is. Daar hebben de grote verhalen jarenlang voor gediend. Maar de voorbije tien, twintig jaar zijn die verhalen in ijltempo verdwenen. Het religieuze leven in Vlaanderen staat op een laag pitje. En de behoefte is ook veranderd: mensen willen niet meer in een totaalsysteem stappen. Ze willen het totaalpakket niet meer klakkeloos overnemen. Wat dat betreft, is het een spannende tijd, vind ik. Je merkt dat er nieuwe religieuze vragen ontstaan en je merkt dat er aan de aanbodzijde van alles in beweging is. Ik vind dat best spannend. En ik denk dat er genoeg ruimte is voor een religieus radioprogramma.

Zou je jezelf als een religieuze persoon omschrijven?

Vandenhaute: Tja. Ik denk dat ik katholiek ben, omdat… Het is min of meer een identiteit. Je moet daar niet moeilijk over doen. Ik ben er ook van overtuigd dat de dingen die je als kind hebben ontroerd en geraakt, je ook blijven ontroeren. Wat je vroegste ogen gezien hebben, blijft werken. Ik was de meest devote jongen die je je kunt voorstellen. (lacht)

Als ik het goed voorheb, zit hier een ex-misdienaar.

Vandenhaute: Een fanatieke. Werkelijk fanatiek. Ik was helemaal mee. Echt, als Jezus aan de rechterhand van God de Vader zat, zat ik aan de linkerhand. Het was niet te doen. Ze moesten mij intomen. De pastoor heeft me letterlijk gezegd: ‘jongen, rustig aan, rustig aan’. (lacht) Ik zette mijn keel groot open als er gezongen moest worden. En ik stond altijd veel te vroeg aan de kerk. Om kwart voor zeven ’s ochtends was ik al op de kerkdeur aan het bonken. Niet te doen gewoon.

Maar je bent gelukkig niet even fanatiek gebleven.

Vandenhaute: Neen, neen. Ik heb me er later tegen verzet en alles overboord gegooid. Punker geworden en toestanden. Ik ben natuurlijk ook enorm beïnvloed door Gerard Reve. Ik ben Reve gaan lezen en zijn ironische manier om met godsdienst om te gaan, vind ik geweldig. Zonder ironie kan God niet leven.

Is er voor jou een verschil tussen de zaken die je echt wil doen, zoals ‘De Lieve Lust’ en het religieuze programma, en de presentatie van een programma als ‘Republica’?

Vandenhaute: Neen. Het komt altijd op hetzelfde neer: een gesprek hebben met iemand. Of je dat nu in De Lieve Lust doet, in Republica, op televisie of in een show rond religie, het gaat altijd om die ene basisvraag: hoe houden mensen zich staande? Hoe maakt iemand iets van zijn leven? Human interest dus.

Je bent met andere woorden fundamenteel geïnteresseerd in de andere mens?

Vandenhaute: Ja. Een mens bestaat uit een hoop miserie en een façade. Iedereen heeft zijn portie ongeluk en zijn manier om zich in de wereld te bewegen. Al wat daartussen zit, interesseert me. Klaarkomen met het leven. Hoe mensen erin slagen, of er niet in slagen, om zichzelf in de wereld een plaats te geven. Hoe ze hun teleurstellingen en pijn overwinnen. Dat is wat me interesseert. En seks en religie zijn volgens mij twee zeer belangrijke mechanismen in dat proces. Er is een verband tussen seks en religie, het heeft met overgave te maken. En egoblussen. Religie komt altijd neer op egoblussen, het uitschakelen van je ‘ik’. Als een zenboeddhist mediteert, lost hij op in de wereld. Er is geen onderscheid tussen het ik en de wereld. Alles is één. Uiteindelijk is dat mystiek. Het is die mystieke traditie die weg is in de katholieke wereld, en die hersteld zou moeten worden. Een goede sekspartij is net hetzelfde. Je lost fysiek op in de ander. Er is dus een duidelijk verband tussen de twee.

Met kunst is het net zo. Wat doet een schrijver of een schilder anders dan het probleem ‘ik-in-de-wereld’ oplossen? Niet dat het ooit lukt hoor, gelukkig maar. Anders was het afgelopen met seks, religie en kunst. En dan ben ik écht fin de carrière.(lacht)

Door Bram van Moorhem Foto’s Lieve Blancquaert

‘Een mens bestaat uit een hoop miserie en een façade.Al wat daartussen zit,interesseert me.’

‘Ik was altijd al verliefd op radio.Het is een ideale manier om aan de realiteit te ontsnappen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content