‘KING KONG KOSTTE ME BIJNA HET LEVEN!’

Meer dan 130 soundtracks, acht Oscarnominaties én een World Soundtrack Award: James Newton Howard is een terechte eregast op de 12e World Soundtrack Awards. ‘Jammer genoeg heeft bijna niemand de films gezien met mijn beste muziek.’

‘Sorry voor het wachten’, zegt de maestro wanneer we hem vanuit zijn studio in Hollywood aan de lijn krijgen. ‘Ik ben druk bezig met de soundtrack van After Earth, M. Night Shyamalans op stapel staande scifiblockbuster met Will en Jaden Smith in de belangrijkste rollen.’

Sinds de op 9 juni 1951 geboren Angeleno zijn producerswerk voor onder anderen Elton John, Diana Ross en Ringo Starr inruilde voor het schrijven van filmmuziek heeft hij amper stilgezeten. Zijn flexibiliteit – van het epische van The Dark Knight tot het intieme van Michael Clayton – en zijn snelheid – hij schreef de drie uur durende King Kong-score in amper vijf weken – maakten hem tot een van de meest gevraagde filmcomponisten.

Maar voor zijn concert tijdens de 12e World Soundtrack Awards maakt Howard – winnaar in 2008 – graag tijd: ‘Wat een eer! In het wereldje is dat jaarlijkse gebeuren ondertussen een heus fenomeen geworden. Het schrijven van filmmuziek is nog steeds een miskende kunstvorm. Dankzij de inspanningen van het Filmfestival van Gent begint dat stilletjesaan te veranderen. Ik kijk enorm uit naar 20 oktober. Des te meer omdat ik na enkele recente concerten de smaak flink te pakken heb.’

Nochtans stond je tot voor kort bekend als een componist die zijn eigen muziek niet dirigeerde.

JAMES NEWTON HOWARD: Dat klopt niet helemaal. Mijn vroegste soundtracks dirigeerde ik wel zelf, maar na een tijdje kreeg ik zo veel opdrachten dat ik die taak aan iemand anders overliet. Toen ik eerder dit jaar twee concerten gaf met het Dallas Symphony Orchestra – dat tot de Amerikaanse top behoort – kreeg ik er opnieuw zin in. Ik genoot intens van mijn contact met het publiek.

Je moet straks een selectie uit je uiterst uitgebreide catalogus maken. Geen makkelijke opdracht, me dunkt.

HOWARD:(zucht) Inderdaad. Natuurlijk mogen publiekslievelingen als Batman Begins en The Dark Knight niet ontbreken. Maar ik ga enkele persoonlijke favorieten als Snow Falling on Cedars en Grand Canyon binnensmokkelen. Die behoren tot de beste filmmuziek op mijn cv. Jammer genoeg zag bijna niemand de films waarvoor ik ze schreef.

Dat lot is je recentste projecten The Hunger Games, Snow White and the Huntsman en The Bourne Legacy duidelijk niet beschoren. Mik je dezer dagen bewust op blockbusters?

HOWARD: Absoluut niet! In mijn vakgebied speelt toeval een grote rol. Ik word gevraagd voor projecten, niet andersom. De drie films die jij net noemde, leken me stuk voor stuk uitdagende opdrachten. Daarom aanvaardde ik ze. Van The Hunger Games wist ik helemaal niet dat het zo’n big deal was. Ik had nog nooit van het boek, laat staan van de hype gehoord. Voor mij had het project een soort back to basics-feel. Buiten enkele orkestrale uitbarstingen teert de muziek voornamelijk op intieme composities voor piano of gitaar. Snow White and the Huntsman deed ik omdat die prent me de kans gaf werkelijk alle registers open te trekken. Die soundtrack namen we op met een orkest dat meer dan 100 leden telde. Alleen op die manier bekom je de klassieke epische sound die zo’n film nodig heeft. The Bourne Legacy was iets helemaal anders. Die muziek is compleet elektronisch. Op zich lijkt zoiets makkelijker, aangezien ik alleen mezelf, mijn synthesizers en mijn sequencers nodig heb, maar het tegendeel is waar. De zoektocht naar de juiste balans is ongelooflijk ingewikkeld. Gelukkig heeft regisseur Tony Gilroy er een heel eigenzinnige film van gemaakt. Dat vergemakkelijkt het schrijfproces aanzienlijk.

Gilroy is maar een van de regisseurs die film na film een beroep op je doet. Ook Lawrence Kasdan, Joel Schumacher en Edward Zwick behoren tot dat clubje. Ben je zo makkelijk om mee samen te werken?

HOWARD: Ik hoop dat het hen in de eerste plaats om de kwaliteit van mijn werk te doen is. (lacht) Daarnaast speelt wederzijds respect een cruciale rol. Films regisseren en soundtracks componeren: het zijn allebei taken die bloed, zweet en tranen kosten. Je geeft jezelf volledig, je stelt jezelf ontzettend kwetsbaar op. Op zulke momenten kun je harteloze criticasters of ergerlijke mopperkonten missen als kiespijn. Je hebt echt nood aan begripvolle mensen. Ik doe dan ook mijn uiterste best om mijn creatieve partners zo open mogelijk te benaderen. Doe je dat niet, dan willen ze op het einde van de rit nooit nog met je in dezelfde kamer vertoeven.

M. Night Shyamalan is nog zo’n cineast die steevast bij je komt aankloppen. Valt er wel samen te werken met zo’n kregelige keikop?

HOWARD: Je moet niet alles geloven wat men zegt. Night is een man met een visie, een visie die hij met hand en tand verdedigt. Zulke figuren kom je in Hollywood nog maar zelden tegen. Vandaar zijn moeilijke reputatie. Geloof me: Night is een van de aangenaamste figuren met wie ik ooit heb samengewerkt. Hij weet wat hij wil, maar beseft tegelijkertijd dat hij op anderen moet vertrouwen om zijn dromen te verwezenlijken. Die combinatie van rechtlijnigheid en goodwill werkt enorm stimulerend en inspirerend. Zo schreef ik de begintitels van Signs voordat ik nog maar één minuut van de film gezien had. Aanvankelijk vond Night de compositie te krachtig voor zijn broze film, maar na wat puzzelwerk bleek het stuk ideaal te passen als omineuze ouverture.

Je meest besproken samenwerking is ongetwijfeld die met Peter Jackson. Hij deed een beroep op je toen hij de King Kong-soundtrack van zijn vaste componist Howard Shore te elfder ure had afgewezen.

HOWARD: Dat project kostte me bijna het leven! Drie uur muziek schrijven in vijf weken tijd: ik zou het zelfs mijn ergste vijand niet aandoen. Die opdracht aanvaardde ik om twee redenen. Ten eerste wilde ik koste wat het kost met Peter samenwerken. Ten tweede is die reusachtige gorilla een filmicoon om u tegen te zeggen. Ik heb het origineel uit 1933 wel honderd keer gezien. Als je de kans laat schieten om Kongs Empire State Buildingscène van muziek te voorzien, kun je best een andere baan zoeken.

‘Elke soundtrack moet beter zijn dan mijn vorige’, liet je ooit optekenen. HOWARD: Die quote achtervolgt me nu al jaren. (lacht) Voor alle duidelijkheid: ik zei dat met de grootst mogelijke nederigheid. Waarom zou je dit beroep blijven uitoefenen als je jezelf niet telkens probeert te evenaren? Natuurlijk is dat vrijwel onmogelijk. Erger nog: de kans is reëel dat je vroeg of laat een stevige stinker schrijft – ik heb er zelf een paar op mijn naam staan. Maar het zijn de kleine compositorische of technische vorderingen die al het gewroet de moeite waard maken.

Na je geprezen Batmansamenwerkingen met Hans Zimmer gaf je deze zomer verstek voor The Dark Knight Rises. Was je uitgekeken op de gevlederde superheld?

HOWARD: Ik had inderdaad het gevoel dat ik niks meer kon toevoegen aan de muziek die ik voor Batman Begins en The Dark Knight had geschreven. Bovendien was de soundtrack die Hans voor Christopher Nolans Inception had gecomponeerd zo wonderbaarlijk dat het me een goed idee leek het duo zijn eigen gang te laten gaan.

Tot slot: ben je na acht Oscarnominaties het wachten op de Academy Award niet moe?

HOWARD: Vooral in het begin van mijn carrière heb ik flink gevloekt. Het lijdt geen twijfel dat het gouden beeldje een paar keer naar een mindere kandidaat is gegaan. Mettertijd heb ik het hele gedoe leren relativeren. Ik ben ondertussen de trotse vader van twee zoons. Dat heeft me doen inzien dat er in het leven veel belangrijkere zaken zijn dan een of andere prijs.

WORLD SOUNDTRACK AWARDS & CONCERT

20/10, Kuipke, Gent

DOOR STEVEN TUFFIN – FOTO KRIS DEWITTE

James Newton Howard ‘VAN ‘THE HUNGER GAMES’ WIST IK HELEMAAL NIET DAT HET ZO’N BIG DEAL WAS. IK HAD NOG NOOIT VAN HET BOEK, LAAT STAAN VAN DE HYPE GEHOORD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content