Peter Jackson, de bestbetaalde regisseur uit de filmgeschiedenis, vervult met zijn remake van ‘King Kong’ een jongensdroom. Een gesprek vanop Skull Island over gemene gorilla’s, de erfenis van ‘The Lord of The Rings’ en de gelijkenissen tussen Jack Black en Orson Welles.

King Kong en Peter Jackson: het is een liefdesgeschiedenis die al langer dan vandaag bestaat, al is het misschien beter om over een ‘roeping’ te spreken. Sinds jaar en dag citeert Jackson de ultieme monsterklassieker als zijn all-time favourite, en bovendien is het de film die hem als negenjarig opdondertje naar de camera deed grijpen. ‘Als ik de originele King Kong toen niet had gezien’, vertelt Jackson enthousiast, ‘dan stond ik hier misschien niet. Het is zonder twijfel de film die het meest invloed op me heeft gehad. De dag nadat ik ‘m voor het eerst op televisie zag, ging ik meteen aan de slag met de Super 8-camera die mijn ouders toen net hadden gekocht. Ik maakte stop-motion filmpjes met monsters uit plasticine. Het is mijn hele jeugd mijn grootste hobby gebleven.’

Die hobby is later duidelijk een obsessie geworden.

Klopt. King Kong gaf me de zin om filmregisseur te worden. Toen het eindelijk zover was, wilde ik niets liever dan zelf een King Kong-film maken. King Kong blijft de meest perfecte combinatie van escapisme, avontuur, romantiek en mysterie.

Is je vrouw Fran eigenlijk wel een even grote King Kong-fanaat?

Helemaal niet. Ik begrijp het niet, maar ze blijft volhouden dat de film háár leven niet ingrijpend heeft veranderd. (lacht) Misschien is dat maar goed ook. Fran heeft niet hetzelfde ontzag voor het origineel als ik, en precies dat zorgt ervoor dat ze het materiaal op een onbevangen, kritische manier kan benaderen. Vooral bij het creëren van het vrouwelijke hoofdpersonage heeft dat al heel wat interessante ideeën opgeleverd.

Hoe kun je het origineel nóg beter maken?

‘Beter maken’, dat klinkt nogal vreemd. Zeker als je het hebt over een film die al uit 1933 dateert, een instant-klassieker dan nog, die de RKO Stu-dios zowat op zijn eentje van het faillissement wist te redden. Waarschijnlijk zullen we hem dan ook niet beter kunnen maken. (lacht) Het origineel zal natuurlijk altijd het origineel blijven, en deze remake zal altijd een remake van diezelfde klassieker blijven. Daar ben ik niet naïef in. Ik ben er alleen van overtuigd dat het verhaal voldoende thema’s bevat om er een originele variant op te verzinnen, en de moderne technologie geeft ons natuurlijk een bijkomende reden voor een nieuwe versie. Eindelijk kunnen we met de computer een compleet fotorealistische gorilla creëren, en dat zal de film per definitie een ander cachet geven.

In 1996 stond je al een keer op het punt om ‘King Kong’ te verfilmen. Schiet er van dat eerste scenario nog iets over?

Nee, we hebben het volledig herschreven. Toen ik het twee jaar geleden weer opdiste, op het ogenblik dat Universal het licht op groen zette voor deze productie, was ik er helemaal niet meer tevreden over. Het las als een krampachtige poging om een typisch Hollywood-epos te maken, een lichtvoetig, Indiana Jones-achtig avontuur. De les die ik van The Lord of the Rings heb geleerd, is dat je fantastische verhalen het best op een realistische manier brengt. Je moet écht in de personages geloven en in de avonturen die ze meemaken, ook al spelen die zich af op de meest bizarre plaatsen. Het nieuwe scenario is dan ook veel donkerder, en psychologisch veel verfijnder. De personages reageren zoals jij en ik zouden doen wanneer hier plots een gorilla van veertig meter zou opduiken. Zelfs de relatie tussen Kong en Ann hebben we zo realistisch mogelijk benaderd. Wat denkt die aap eigenlijk over haar? Waarom verbrijzelt hij haar niet, net als de anderen? Hoe gaat zij met zijn affectie om? Hoe reageert ze wanneer ze voor haar leven begint te vrezen? Dat zijn de normale, instinctieve vragen die aan de basis liggen van het nieuwe scenario, en waarop we een zo natuurlijk mogelijk antwoord hebben verzonnen. Dat is trouwens ook de manier waarop we indertijd met The Lord of the Rings zijn omgesprongen. We deden alsof hobbits, elfen en orken écht bestonden en behandelden hen als realistische persoonlijkheden, niet als vreemde schepsels die enkel in een Hollywoodiaanse droom konden gedijen.

Heeft die realistische manier van werken de casting beïnvloed?

Absoluut. Het is de reden waarom we vooral hebben gekozen voor karakteracteurs. Allicht zijn het niet meteen de namen die je in een spektakelfilm als deze zou verwachten, maar het zijn stuk voor stuk mensen die bewezen hebben dat ze dramatische rollen aankunnen, en hun personage een ziel weten in te blazen.

Waarom heb je Jack Black gecast als Carl Denham, de megalomane regisseur die besluit een film te draaien op Skull Island, King Kong gevangen neemt en hem naar New York versleept?

Veel mensen reageren verbaasd wanneer ze Jack Black op de titelrol zien staan. Dat kan ik begrijpen. Kijk, er twee mogelijke manieren van casten. Je kunt eerst denken aan een acteur en dan het personage aan zijn persona aanpassen. Of je kunt eerst het personage uittekenen en dan op zoek gaan naar de meest geschikte acteur. In het geval van Carl Denham en Jack Black hebben we duidelijk voor het laatste gekozen. In het origineel wordt Denham vertolkt door Robert Armstrong, een rijpe veertiger met een zekere status. Toen we dachten aan de beschikbare acteurs voor een dergelijke rol, kwamen we telkens uit bij al te evidente namen, en dat zinde ons niet. We wilden absoluut een acteur die Denhams personage een nieuwe, verrassende dimensie zou kunnen geven. Daarom hebben we Denham compleet hertekend. We dachten toen aan een jonge, gedreven regisseur uit de jaren dertig, en we kwamen heel snel uit bij Orson Welles toen die nog aan het hoofd stond van het Mercury Theater, en beschouwd werd als een geniaal wonderkind dat lak had aan alle regels en conventies. Als iemand ooit de ballen zou hebben gehad om een film te draaien op Skull Island, dan was het zeker Orson Welles. Eens we doordrongen waren van dat idee, kwam Jack Black automatisch in the picture. Jack lijkt niet alleen wat op de jonge Welles; hij kan ook even energiek en compulsief uit de hoek komen. In King Kong zul je dan ook niet de Jack Black uit School of Rock of Tenacious D te zien krijgen, wel een roekeloze opportunist, een creatieve geest met een dominante persoonlijkheid en de kracht om zijn wil en zijn dromen aan anderen op te dringen.

Er zijn blijkbaar ook compleet nieuwe personages?

Precies. We wilden het verhaal menselijker en dramatischer maken. In het origineel leer je eigenlijk alleen de drie hoofdpersonages kennen: Ann, Carl en Jack. Wij geven de bijrollen veel meer ruimte. Dat is vooral handig als je toch van plan bent hen door Kong te laten vertrappelen (lacht). Het dramatische effect wordt veel groter eens je als kijker weet wie door wie tot pulp wordt vermaald, wat hun achtergrond is en wat ze op de boot van Denham deden. Reken er dus maar op dat er heel wat mensen zullen opgevreten worden en op de meest afschuwelijke manieren om het leven komen.

Hoe ga je Kong straks tot leven wekken?

Production designer Richard Taylor heeft een rubberen 3D-versie van Kong gemaakt, die we met de computer hebben ingescand. Met die digitale gegevens kan de computerafdeling de gorilla allerlei verschillende bewegingen en gelaatsuitdrukkingen meegeven. We modelleerden die dan naar de beelden die we hebben gemaakt van échte gorilla’s, en van acteur Andy Serkis, die motorisch model staat voor Kong. Dat heeft Andy trouwens al een keertje gedaan in The Lord of the Rings, toen we de Gollem creëerden. Eigenlijk is het verrijzen van Kong vooral een technisch monnikenwerk. Veel mystiek komt er niet bij kijken.

En hoe moet het eindresultaat eruit zien?

Geloof het of niet, maar Kong is nog steeds niet helemaal af. (dit interview vond plaats op 29 november 2004, DM) Toch staat één iets nu al vast: Kong wordt zeker geen knuffeldiertje. Ik wil hem zo angstaanjagend en brutaal mogelijk maken. De gemeenste gorilla die je je kunt inbeelden. Het gaat tenslotte om een beest dat het dagelijks moet opnemen tegen tyrannosaurussen, en constant aan the survival of the fittest wordt onderworpen. Kong is een eenzaat, een overlever, en dat moet op zijn gezicht gebeiteld staan. Pas als dat akelige beeld, die oerkracht op je netvlies staat gebrand, wil ik tonen dat hij ook een hart en een ziel heeft.

Voel je de druk na het overweldigende succes van ‘The Lord of the Rings’?

Tuurlijk. Er is ontegensprekelijk een zekere druk – mensen verwachten of verlangen dat dit de opvolger van The Lord of the Rings wordt, maar daar lig ik niet wakker van. Als filmmaker probeer ik gewoon de best mogelijke film te maken, en ik hou me niet bezig met wat mensen van me verwachten.

Heb je de druk niet zelf opgevoerd door meteen na ‘The Lord of The Rings’ weer voor een grote blockbuster te kiezen?

Misschien wel. Ik heb altijd beweerd dat ik na The Lord of the Rings wilde wachten met King Kong, en eerst een kleinere film draaien. Maar mijn King Kong-obsessie gaat al zo lang mee, en we kregen het fiat van de filmstudio. Ik kon de fantastische ploeg van de WETA Studios toch niet vertellen dat we onze activiteiten voor drie jaar gingen afbouwen om pas dan terug op volle kracht in actie te schieten? Het was praktischer en verstandiger was om King Kong nu te produceren. We hebben nu het materiaal, de mensen en de technische know-how om een film te maken op een dergelijke schaal.

Succes ermee!

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content