Maandag 7/5, 20.40 – Canvas

‘Kijk eens op de doos’ was een absurde running gag doorheen het gelijknamige humorprogramma uit 2002 van de onvolprezen Patrick De Witte. Canvas ontkurkt deze cuvée pdw nog eens. ‘ Kijk eens op de doos vloeide voort uit een Censydiamonderzoek dat de toenmalige netmanager van Canvas, Leo De Bock dacht ik, had losgelaten op Spike, het eerste humorprogramma dat ik voor de zender had bedacht’, blikt Patrick De Witte terug. Het resultaat bevatte nogal wat positieve elementen. Zo kregen we groen licht om met dezelfde ploeg iets nieuws te maken.’

Het anarchistische ‘Spike’ had de Vlaamse kijkers aardig gepolariseerd, met belastinggeld nog wel! Wat voor positiefs stond er in die studie?

PDW: Wel, onder meer dat de voor die tijd nogal filmische aanpak van Spike in de smaak viel. Daar zijn we verder op doorgegaan voor Kijk eens op de doos. Omdat de absurde stukjes van het magazine-achtige Spike vaak zeer bevreemdend werkten, heb ik de sketches van Kijk eens op de doos van meer vaseline voorzien door ze bijvoorbeeld in een meer herkenbare vorm te gieten. Dat bleek te werken, want met Kijk eens op de doos werden we zowaar genomineerd voor een Plateauprijs.

Had jij aanstormende talenten als Koen De Graeve en Barbara Sarafian destijds met de hand uit het theater geplukt?

PDW: Nee, ik heb gewoon laten verstaan dat ik met de cast van Terug naar Oosterdonk aan de slag wilde, omdat ik die zo geweldig vond. Hun specifieke voorwaarden heb ik met plezier ingewilligd. Zo wilde Damiaan De Schrijver een rol als veearts om eens met zijn hand in het achterste van een koe te kunnen zitten. Dat heeft hij tientallen takes mogen doen – voldoende voor de rest van zijn leven. (Lacht) Barbara Sarafian, die toen al blijk gaf van haar imitatiekunsten, wilde dan weer graag Dalida opnieuw tot leven wekken. Voor haar schreef ik sketches waarin ze als de geest van de chanteuse als bij wonder in een Tiercekantoor verschijnt.

Voor deze programma’s stond je bekend als een gevreesd tv-columnist. Was het jou vermetele ambitie om eens te zien hoe ver je zelf kon gaan?

PDW: Absoluut. Ik herinner me nog dat de producer me bij mijn allereerste zelfbedachte sketch compleet gek verklaarde. Die ging over het feit dat Adolf Hilter aan de basis zou liggen van het begrip dolfinarium en hebben we gefilmd in het art-decozwembad aan het Brusselse Vossenplein. Fredje Deburghgraeve speelde de Führer en een damesteam synchroonzwemmen had voor de gelegenheid geleerd hoe een swastika te vormen. Een paar jaar en enkele besparingen later bleken dergelijke grappen helaas niet meer mogelijk.

Opent het verruimde Canvas geen nieuwe mogelijkheden?

PDW: Naar ik weet toch niet voor humor-fictie. Wel zijn we nog in volle bespreking voor een nieuw seizoen van Comedy Casino, dat ik, gezien het succes van Comedy for life, zou willen uittrekken naar een langer programma met meer comedians. En het is je wellicht ter ore gekomen dat we de handen in elkaar slaan met productiehuis Sultan Sushi, onder meer bekend van Red Sonja, voor verschillende samenwerkingen. Tot de mogelijkheden behoort een reisprogramma, te groot van opzet voor mijn bedrijfje 3Keys, maar ook te goed om te laten liggen.

Is je optreden in ‘Scheire & De Schepping’ een list om jou als een van de weinige Woestijnviscritici bij Wouter Vandenhaute te lokken?

PDW: Oh, wat mij betreft hoeft er geen list aan te pas te komen om mij met Wouter Vandenhaute samen te brengen, al verwacht ik van hem niet meteen een uitnodiging. Nee, mijn deelname aan De schepping heeft alles te maken met mijn allesverblekende liefde voor Lieven Scheire. Ik voel me bevrijd in zijn panel omdat de grappen niet allemaal gescript zijn. Daar had ik bij het laatste seizoen van De Rechtvaardige Rechters mijn buik van vol: dat je zelfs de grappen van de andere panelleden ziet aankomen. We moeten echt af van die grapdwang, waarbij iedere zin met een dijenkletser moet eindigen.

Pa-ram-pam-pam, psjjt.

(H.V.G.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content