Joe Johnston aan het roer van de derde Jurassic Park? Het had veel weg van uitverkoop, de gevreesde doodsstrijd van een successerie die bij gebrek aan kwaliteit beetje bij beetje zou doodbloeden. Want wat heeft die Johnston al gepresteerd? Akkoord, als special?effectsman kan hij de nodige adelbrieven voorleggen (onder meer de Star Wars?trilogie en de eerste twee Indiana Jones?avonturen), maar als regisseur kwam hij nooit verder dan professioneel gemaakt vertier à la Honey, I Shrunk the Kids of Jumanji. Erger nog, toen hij zich een jaar of twee terug aan een gevoelig drama waagde, leverde dat October Sky op, een stroperige draak waarin Johnston een blik sentiment opentrok dat de versheidsdatum allang voorbij was.Maar het goeie nieuws is dat de ‘emotionele kern’ waarrond Jurassic Park III zogenaamd draait, slechts een alibi is om te doen wat alle kijkers willen: personages gillend laten vluchten voor dinosaurussen met een (on)gezonde appetijt. Dr. Alan Grant, de paleontoloog uit de eerste film, laat zich overhalen om terug te keren naar een van de eilanden waar de genetische dino?experimenten uit de hand zijn gelopen, waarna het zoals verwacht grondig fout loopt. Er duiken allerlei nieuwe soorten reuzenreptielen op, een handvol personages komt bloederig aan zijn eind, de computeranimatie is alweer een paar stappen dichter bij de fotorealiteit en vooral: Michael Crichtons prekerigheid is in geen velden of wegen te bekennen. Kortom: uitstekend entertainment voor wie tegen een stootje kan, met veel zwier geregisseerd door een man die zijn beperkingen kent. (zie interview met William H. Macy op blz. 38) Ruben Nollet
Joe Johnston, met Sam Neill, William H. Macy, Téa Leoni, Alessandro Nivola, Trevor Morgan.
Joe Johnston aan het roer van de derde Jurassic Park? Het had veel weg van uitverkoop, de gevreesde doodsstrijd van een successerie die bij gebrek aan kwaliteit beetje bij beetje zou doodbloeden. Want wat heeft die Johnston al gepresteerd? Akkoord, als special-effectsman kan hij de nodige adelbrieven voorleggen (onder meer de Star Wars-trilogie en de eerste twee Indiana Jones-avonturen), maar als regisseur kwam hij nooit verder dan professioneel gemaakt vertier à la Honey, I Shrunk the Kids of Jumanji. Erger nog, toen hij zich een jaar of twee terug aan een gevoelig drama waagde, leverde dat October Sky op, een stroperige draak waarin Johnston een blik sentiment opentrok dat de versheidsdatum allang voorbij was.
Maar het goeie nieuws is dat de ‘emotionele kern’ waarrond Jurassic Park III zogenaamd draait, slechts een alibi is om te doen wat alle kijkers willen: personages gillend laten vluchten voor dinosaurussen met een (on)gezonde appetijt. Dr. Alan Grant, de paleontoloog uit de eerste film, laat zich overhalen om terug te keren naar een van de eilanden waar de genetische dino-experimenten uit de hand zijn gelopen, waarna het zoals verwacht grondig fout loopt. Er duiken allerlei nieuwe soorten reuzenreptielen op, een handvol personages komt bloederig aan zijn eind, de computeranimatie is alweer een paar stappen dichter bij de fotorealiteit en vooral: Michael Crichtons prekerigheid is in geen velden of wegen te bekennen. Kortom: uitstekend entertainment voor wie tegen een stootje kan, met veel zwier geregisseerd door een man die zijn beperkingen kent. (zie interview met William H. Macy op blz. 38) Ruben Nollet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier