‘JONGEREN HEBBEN GEEN TIJD MEER OM HUN WEG TE ZOEKEN’

KACEY MOTTET KLEIN en CORENTIN FILA als seksueel ontluikende tieners.

André Téchiné mag dan voorbij de zeventig zijn, met Quand on a 17 ans levert hij een film af waar de jeugdige hormonen van afdruipen. De Franse veteraan over groeipijnen toen en nu, en de nette en vuile versies van het leven. ‘Jonge filmmakers hebben het moeilijk. Het is een van de weinige redenen waarom ik blij ben dat ik 73 ben en geen 17.’

Ondanks zijn gezegende leeftijd en staat van dienst is de 73-jarige postnouvelle-vagueveteraan André Téchiné nog steeds niet leeg gefilmd. Sterker nog: met zijn 22e langspeler Quand on a 17 ans levert hij misschien wel zijn beste en in elk geval meest jeugdige film in jaren af. Wie Les roseaux sauvages (1993) heeft gezien, een sensueel, autobiografisch gekleurd portret over een jongen die valt voor een andere jongen, of Les témoins (2007), een levenslustig ensembledrama over liefde in tijden van aids, weet dat zoiets kan tellen.

Dit keer richt Téchiné, die net als François Truffaut, Jean-Luc Godard, Olivier Assayas en andere beroemde filmregisseurs zijn carrière begon als criticus bij het invloedrijke Franse filmtijdschrift Cahiers du cinéma, zijn camera op twee heel verschillende jongens van zeventien. Damien (Kacey Mottet Klein) is de zoon van een militair op buitenlandse missie die bij zijn moeder in de Franse Alpen woont en hard zijn best doet op school. Tom (Corentin Fila) is een geadopteerde jongen met buitenlandse roots die Damien pest en een grondige afkeer van hem lijkt te hebben, tot Damiens moeder hem in huis haalt en er tussen beide seksueel ontluikende adolescenten een complexe psychologische én fysieke relatie van afstoting en aantrekking ontstaat.

Voor Téchiné, zelf homoseksueel, is het niet de eerste keer dat hij inzoomt op jongens die zich tot andere jongens aangetrokken voelen. Maar dat maakt van Quand on a 17 ans nog geen ‘gayfilm’. Wat Téchinés tienerportret zo fris maakt, is de gevoelige manier waarop hij mannelijke adolescente liefde en lust weet te vatten, en dat met alle tegenstrijdigheden van dien. ‘Jongens van zeventien tasten hun grenzen af’, weet Téchiné. ‘Hun lichaam en geest zijn nog volop in ontwikkeling en dus is het normaal dat ze experimenteren. Met elkaar of tegen elkaar. De meesten onder ons hebben wel eens iemand van hetzelfde geslacht gekust, of daarover gefantaseerd, zonder homoseksueel te zijn. Het is dat spanningsveld, met die overweldigende gevoelens van lust, angst, onzekerheid en euforie, dat ik wilde verkennen.’

Dat Téchiné bijna zes decennia ouder is dan zijn hoofdpersonages is op geen enkel moment te zien of te voelen. Maar ook al is hij het product van een heel andere tijd, toen Frankrijk nog blanker kleurde en homoseksualiteit vaak in de marge werd gedrongen, de weg richting volwassenheid blijft voor alle generaties even hobbelig. ‘De groeipijnen van toen en nu zijn dezelfde. Alleen is de wereld veranderd. Het is er voor jongeren niet makkelijker op geworden. De druk op hen is groter. Ze moeten onmiddellijk presteren. Op school, maar ook relationeel. Ze hebben het ook moeilijk om hun privéwereld af te schermen van de volwassen wereld, die er een is van oorlog en geweld. Door het internet en andere communicatiekanalen gebeurt alles veel sneller en opener. In mijn tijd had je meer tijd en ruimte om je weg te zoeken. Je ziet dat nogal wat jongeren kampen met stress en zelfs depressies. Maar daarover zijn er al films genoeg gemaakt. Ik raak die dingen aan, maar ik houd ze op de achtergrond. Mijn film is geen cerebrale sociaal-politieke analyse, maar een hopelijk goed verteld en ontroerend verhaal over twee specifieke jongens met specifieke gevoelens.’

Daarvoor deed Téchiné een beroep op Céline Sciamma, die samen met hem het scenario schreef en zelf al haar regietalent showde met Tomboy (2011) en Bande de filles (2014), films waarin ze ook al op een genuanceerde manier de leefwereld van adolescenten verkende, maar dan die van tienermeisjes. ‘Céline heeft een wonderlijk oog voor detail en nuance’, stelt Téchiné. ‘En voor natuurlijke dialogen. Ze kent hun taaltje. Verbaal en fysiek. Dat zie je in haar eigen films. En in deze. We hebben hoofdzakelijk apart gewerkt, omdat je elkaars visie moet respecteren en niet over mekaars schouder moet loeren, maar we hebben wel voortdurend notities over en weer gestuurd. Ik ben het scenario trouwer gebleven dan ik gewoon was, ik wilde de muzikaliteit ervan niet verstoren, maar dan zonder mijn werkwijze aan te passen.’

Voor Téchiné, die werkte met Catherine Deneuve, Gérard Depardieu en andere iconen, maar er ook altijd al een handje van had om jong talent te lanceren, betekent dat: liever een levensechte take met rafelrandjes dan een perfecte take waar geen jus meer in zit. ‘Of ik nu werk met jonge of ervaren acteurs, ik vertrek altijd van de geschreven dialoog. Woord voor woord. En daarna laat ik mijn acteurs daarvan afwijken. Opdat ik van de film ook een ruwe kladversie heb. In de montage mix ik de “nette” en de “vuile” takes dan dooreen. Zo creëer je energie. Het leven is ook niet altijd netjes en af. Het is pas in de montagekamer dat ik denk aan dingen als narratie en dramatische boog, en dat het ‘verhaal’ ontstaat. Vandaar dat ik niet geloof in naturalisme of in véritécinema, hoe oprecht een scène er ook uitziet. Elke film, en bij uitbreiding elk kunstwerk, is een constructie, een kristallisering, zelfs een documentaire.’

Geen wonder dat de films van Téchiné in de loop der jaren alsmaar natuurlijker, expressiever en vitalistischer werden, zeker in vergelijking met zijn beginperiode, waarin hij hypergestileerde metafilms als Barocco (1976) maakte. ‘Je wordt ouder en je smaak en stijl veranderen, op een organische manier, zoals je lijf ook ouder wordt. Ook de contexten veranderen. Ik weet niet of ik nu nog het budget zou vinden om Barocco te maken. Toen was er nog meer ruimte voor auteurscinema. En er was een groter publiek voor dat nieuwe dingen wilde ontdekken. Quand on a 17 ans is de eerste film in jaren die ik niet in opdracht heb gemaakt. En dan heb ik nog niks te klagen, zeker in vergelijking met jonge filmmakers. Het is een van de redenen waarom ik blij ben dat ik 73 en geen 17 meer ben. Een van de weinige wel.’ (lacht)

QUAND ON A 17 ANS

Vanaf 30/3 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

‘NET ZOALS HET LEVEN MOETEN OOK MIJN TAKES NIET ALTIJD NETJES EN AF ZIJN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content