Vrijdag 14/11, 20.35 – VIER. Andrew Stanton, VS 2012

Het kan verkeren: twee Oscarbekroonde Pixarhits achter je naam hebben – Finding Nemo (2003) en Wall-E (2008) – vervolgens een overstap naar liveaction maken en een dure sf-fantasy draaien die grandioos flopt. Het overkwam regisseur Andrew Stanton met Jack Carter, een nochtans prettig onderhoudende verfilming van een pulpverhaal van Edgar Rice Burroughs – de auteur van Tarzan.

Stanton verfilmde Burroughs’ A Princess of Mars, het eerste deel uit de elfdelige John Carter of Mars-serie. Indien je niet vertrouwd bent met die feuilletonreeks over een soldaat uit de Amerikaanse Burgeroorlog die via een mysterieus tijdsgat naar Mars getransporteerd wordt, zal Stantons film al snel overkomen als een pastiche op door speciale effecten voortgestuwde sf-films als Star Wars, Dune (1984) en Avatar (2009). Fout. George Lucas, James Cameron en co. hebben zich voor hun hightechspektakels net laten inspireren door de mythologie van Burroughs’ John Carter-saga.

Eens op de woestijnplaneet Mars wordt de oorlogsmoede kapitein Carter – gewezen model Taylor Kitsch – geconfronteerd met een bittere oorlog tussen Helium en Zodanga, technologisch geavanceerde stadsstaten met futuristische luchtlegers. Carter gaat een pertinente rol spelen in die strijd. Dankzij de zwaartekracht heeft hij immers superkrachten gekregen, waardoor hij als een prehistorische Superman door de lucht kan klieven.

Wat volgt, is een eigentijds én retroavontuur dat trouw blijft aan de pulproots van het origineel. Stanton had een mix van Star Wars, Raiders of the Lost Ark (1981)en Lawrence of Arabia (1962) voor ogen. Toch is John Carter meer een kitscherige cocktail van western, Romeins zwaardspektakel, Barbarella (1968) en Conan the Barbarian (1982), maar dan met Tharks en Thoats in de hoofdrollen, eigenaardige wezens die er als vetgemeste E.T.’s uitzien.

Reeds van bij het begin hing er een negatief sfeertje rond Stantons dure Disneyfilm. Geruchten over een foute casting (want zonder grote namen of sterren), Stanton die met een midlifecrisis zou worstelen, uit de hand gelopen kosten en reshoots, inclusief een weinig geïnspireerde marketingcampagne: you name it. Pixarcollega Brad Bird – hij was ook adviseur voor de film – tweette zich bij de release een duimkramp om dat sfeertje te doorbreken. Maar het kwaad was geschied: John Carter werd de Heaven’s Gate (1980) van de jaren 2010, al verdienen Stanton én de film beter.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content