JOHAN SIMONS

© GF©BERND THISSEN

Johan Simons, van 2005 tot 2010 artistiek directeur van NTGent, is al een paar jaar in dezelfde functie actief bij de Münchner Kammerspiele. Af en toe speelt hij buitenshuis, zoals vorig jaar met Macbeth bij Toneelgroep Amsterdam.

Waarom precies King Lear?

JOHAN SIMONS: King Lear is een onmogelijk stuk. Lang en complex en met een enorme diepte. Het leven zelf is het thema. Ik denk dat ik op een leeftijd gekomen ben dat ik Lear in zijn volle rijkdom kan ensceneren.

Hoe zie je dit leesstuk in beelden omgezet?

SIMONS: Een leesstuk? Ik voel dat compleet anders. Er zit een enorme dynamiek in Shakespeares taal. Die moet je als acteur zien te grijpen. Het nadenken zit bij Shakespeare in de taal zelf, de acteur moet dus geen nadenkpauzes nemen. Wij doen een integrale Lear en dat duurt drieëneenhalf uur. Met een rotvaart. Het gekke is dat juist door dat hoge tempo de diepte en de ontroering zichtbaar worden.

Koning Lear draagt de macht over aan zijn kinderen. Is daar geen risico aan verbonden?

SIMONS: Lear neemt niet enkel een risico, hij stelt een totaal onverantwoorde daad. Hij stort zijn rijk in chaos. Zijn raadgever Kent zegt onmiddellijk na de machtsoverdracht dat Lear die moet terugschroeven. En hij heeft gelijk. Lear is mentaal niet klaar voor een machtsdeling. Dat zie je bij veel politici en bedrijfsleiders die lang in het vak zitten. Lear heeft een heel stuk nodig om die mentale overgang van koning naar mens te maken. Het kost hem een enorme inspanning en hij verliest er zijn drie kinderen door. Het is die bovenmenselijke strijd die bij de toeschouwer een spiegeleffect creëert. Wat Lear doormaakt, staat elke beleidsman ooit te wachten.

De koning is wijs, maar de nar heeft de wijsheid. Hoe zie jij de verhouding tussen die twee?

SIMONS: De nar zegt tegen Lear: ‘Jij bent oud geworden voor je wijs werd.’ De nar is het deel van Lear dat nog openstaat voor nieuwe inzichten. De speelruimte voor de nar is klein. De nar omschrijft voor Lear de werkelijkheid zoals ze ook gelezen kan worden. De nar had vroeger altijd een spiegeltje bij. Hij laat Lear in de spiegel van zijn eigen leven kijken. Wanneer Lear alle uiterlijke tekenen van zijn vroegere macht heeft afgelegd en zich in zichzelf keert, verdwijnt de nar uit het stuk. Zijn functie is afgelopen. Lear is zijn eigen nar geworden, hij kan zichzelf in de ogen kijken, de dingen zien zoals ze zijn. In onze voorstelling trekt de nar zijn broek uit voor hij van het toneel verdwijnt. Even later komt Lear met de broek van de nar weer op.

SIMONS: Wij leven in een tijd waar we aan extreem veel codes moeten beantwoorden – communicatieve, sociale, economische… – vooraleer we kunnen zeggen dat we een maatschappelijke ‘positie’ hebben. King Lear dwingt je om daarover na te denken. Niet of we sterven is de vraag, maar hoe we sterven. King Lear als toneelstuk getuigt van een groot humanisme, een woord dat voor vandaag meer dan ooit relevantie bezit.

(G.L.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content