Jeff Buckley

Laatste werk: Sketches for My Sweetheart the Drunk (1997) – 29 mei 1997 in Memphis, Tennessee – Leeftijd bij overlijden: 30 jaar – Zanger

Een vreemde snuiter toch, die Jeff Buckley. Op het podium nam hij zichzelf altijd au sérieux, maar onder vrienden stond hij bekend als lolbroek én stemmenimitator. ‘Soms kronkelde hij rond een lantaarnpaal en zong hij flarden uit My Fair Lady, zo luid als hij kon,’ vertelde zijn moeder Mary. ‘En soms belde hij vrienden ’s nachts om drie uur uit hun bed om te zeggen hoeveel hij van hen hield. Jeff had het hart op de tong: hij was heel spontaan en impulsief.’ Even spontaan liep hij – daags voor zijn dood – nog de Memphis Zoo binnen om zich op te geven als vrijwilliger: hij wou na zijn uren stront in dierenkooien opruimen. En even impulsief dook hij op 29 mei met zijn kleren en boots aan de Wolf River Harbor in. Dat is een zijriviertje van de Mississippi dat bij locals bekendstaat om zijn sterke onderstroom. Alleen: Jeff wás geen local, hij woonde maar tijdelijk in Memphis voor de opnames van zijn tweede langspeler Sketches for My Sweetheart the Drunk. Eigenlijk was hij die 29e mei zelfs helemaal niet van plan om te zwemmen. In afwachting van de band, die ’s avonds laat zou arriveren om de opnames af te werken, zouden Jeff en zijn roadie Keith samen wat drummen in hun repetitiehok. Buckley reed helaas verkeerd, vond het lokaal niet terug en belandde op een verlaten parking aan de rivier. ‘Laten we van de zonsondergang genieten en wat zwemmen,’ besliste hij impulsief, zo rond negen uur ’s avonds. Bij gebrek aan zwembroek sprong hij met wit T-shirt, bruine jeans én bottines het water in. Keith waarschuwde hem nog voor de boten in aantocht, maar Jeff lag al drijvend op zijn rug Whole Lotta Love van Led Zeppelin te zingen. Toen een plezierschip hem in een onderstroom zoog, verloor Keith Jeff uit het oog. Om 21.22 uur belde hij in paniek de hulpdiensten, die met helikopters en noodverlichting het gebied uitkamden. Zonder resultaat.

Intussen arriveerden de bandleden in Memphis. In shock door de onrustwekkende verdwijning besloten ze ’thuis te wachten’ in Jeffs huurwoning, die hij deelde met zijn lief Joan (as a Policewoman). Eerst dachten ze dat hij een flauwe grap had gemaakt: Jeff zou na een paar dagen wel doodleuk weer aanbellen en vragen of ze hem gemist hebben. Niet dus. ‘Zes dagen lang zaten we te huilen, te drinken, naar zijn muziek te luisteren. Dag en nacht liepen in elkaar over. Niemand ging weg. We probeerden gewoon te vatten wat er gebeurd was,’ vertelde drummer Parker Kindred. Op 3 juni gaven de bandleden de hoop op en keerden ze terug naar New York. Parker griste nog snel wat haar van Buckley van de vloer en verafgoodt dat nog steeds in een plastic zak op zijn appartement. De dag na het vertrek van de band merkte een cruise-schiptoerist een lijk op in de buurt van Beale Street. Gene Bowen, Buckleys road manager, mocht de identificatie komen doen. Het onherkenbare lichaam was in verregaande staat van ontbinding. Maar de groene nagellak op zijn tenen en de paarse navelpiercing lieten alle twijfel varen: dit was Jeff. ‘Waarom zou je in godsnaam nog maar je teen in dat water stoppen?,’ zuchtte Bowen. ‘Maar dat was typisch Jeff. Hij was een vlinder. He was just like: Go with the flow.’ Flauwe woordspeling, maar bon.

Ook journalisten werden lyrisch van zijn dood. Ze vergeleken Buckley – amper 30 – met ‘een 20e-eeuwse Ophelia die dood op de rivier dobberde waarlangs bluesgeschiedenis is geschreven’. Anderen vergeleken Jeff met zijn pa Tim, die op zijn 28e óók accidenteel aan zijn einde kwam: de zanger slikte per ongeluk heroïne en morfine in plaats van coke. Tevergeefs: op Jeffs lijk waren geen sporen van drugs of alcohol te bespeuren. Nog anderen zochten in Jeffs teksten verwoed naar zelfmoordneigingen. Tevergeefs: de zin ‘Asleep in the sand with the ocean wash-ing’ uit Grace is geen profetie, het nummer gaat over de dood van zijn vader. Een vadermoord, zou Freud zeggen. ‘Mijn zoon is verdronken op de tonen van Whole Lotta Love‘, zei Mary op Jeffs begrafenis. ‘Kan het gracieuzer?’ Een ballad uit My Fair Lady was inderdaad wat lullig geweest, maar bon.

THIJS DEMEULEMEESTER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content