HET EVANGELIE VAN JEAN-LUC. DE PAUS VAN HET MODERNISME IN DE FILM LEGT DE FRANSE SAMENLEVING VAN DE JAREN ZESTIG BLOOT.

FOCUSTRAKTEERT

WIN VIJF pakketten van twee films van jean-luc godard (masculin feminin; deux choses que je sais d’elle) ‘

Masculin féminin (1966) Deux ou trois choses que je sais d’elle (1966)

Film. ‘Elke film heeft een begin, een midden en een einde, maar niet noodzakelijk in die volgorde,’ poneerde Jean-Luc Godard. Hij voegde de daad bij het woord en schudde de conventionele vertelstructuren gezellig door elkaar. De eerste twee Godard-films bij een Nederlandstalige dvd-uitgever dateren uit de meest creatieve periode van de Franse (de laatste jaren weliswaar in Zwitserland gevestigde) meester. In beide films gooit Godard de klassieke verhaallijnen overboord en deelt hij zijn verhaal op in hoofdstukken (vijftien in Masculin féminin; negen in Deux ou trois choses que je sais d’elle) om de losse scènes en associaties een samenhang te geven. Hij streeft naar een combinatie van essay, journalistiek onderzoek, feitelijke rapportering, sociologische bespiegeling, satire en gedurfd experimenteren met de essentie van film – de juxtapositie van beeld en geluid.

In Masculin féminin legt Godard speels provocerend vast wat er leeft bij de Parijse jeugd halverwege de jaren zestig. Tegen de achtergrond van de oorlog in Vietnam, de sterke anti-Amerikaanse gevoelens en de seksuele revolutie schetst hij het portret van de ‘kinderen van Marx en Coca-Cola’. Nouvelle vague-icoon Jean-Pierre Léaud speelt een jonge kerel die net zijn legerdienst achter de rug heeft. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen zijn communistische kameraden van de harde lijn en zijn narcistische vriendinnetje, een zorgeloze yé-yé zangeres (Chantal Goya in haar eigen rol). Godards laatste zwartwitfilm (door Willy Kurant in prachtige schakeringen gefotografeerd) biedt behalve inventieve cinema ook een levendige getuigenis van de tijdgeest in de Quartier Latin tijdens de winter van 1965. Op de agenda: existentialisme op de retour, maoïsme in opmars, seks, popcultuur en politiek.

Deux ou trois choces que je sais d’elle is de bekroning van Godards collagestijl in een film die helemaal is opgehangen aan het thema van de prostitutie. De neokapitalistische wereld is één groot bordeel. De cineast vertrekt van een sociologisch onderzoek uit de Nouvel Observateur waaruit blijkt dat veel huisvrouwen uit de nieuwe hoogbouw in de Parijse buitenwijken zich verkopen om de laatste huishoud-apparaten te kunnen aanschaffen. Rond dit gegeven bouwt Godard een mozaïek van ideeën en reclameslogans, subjectieve en objectieve vertelling, monologen en off screen commentaar (die hij zelf influistert), inzetten van stripverhalen en op een grasperk uitgestalde consumptiewaren.

Marina Vlady is de vrouw wier handel en wandel een dag lang wordt geobserveerd. Toch slaat de ‘ elle’uit de titel niet alleen op haar, maar ook op het moderne Parijs. Godard legt de mutaties van de stad bloot in een verbluffende mix van didactiek en esthetiek (schitterende Cinemascope composities en knallende kleureffecten van Raoul Coutard). Of om het met een van zijn eigen aforismen te zeggen: ‘Quand on soulève les jupes de la ville on en voit le sexe.’

Extra’s. A-Film neemt de bonus over van de Franse edities en het kan inderdaad niet Franser: twee zelfingenomen en weinig appetijtelijke exegeten (Freddy Buache en Dominique Païni) zitten aan een terrasje, een glas rode wijn in handbereik, lyrisch te tateren over de essentie van Godard, symbool voor de moderne cinema zoals Picasso dat voor de moderne kunst is. Patrick Duynslaegher

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content