‘JE KROOST AANKLEDEN, DA’S PAS HARD WERK’

Een kleine tien jaar na de verbijsterende blik achter de schermen Some Kind of Monster komt Metallica met het digitale 3D-spektakel Through the Never op de proppen. En de tijd heeft voor de peetvaders van de thrashmetal duidelijk niet stilgestaan. Een reis door de duisternis met drummer Lars Ulrich. ‘Ik heb nooit in de mythe van de eeuwige jeugd geloofd.’

Metallica’s nieuwste filmkindje is een spektakel waarin concertfootage afgewisseld wordt met een verhaallijn over een roadie die met allerlei obstakels geconfronteerd wordt. ‘Het is inderdaad een nogal ongewone film geworden. Een concertregistratie pur sang interesseerde ons geen bal. Wie heeft daar nog behoefte aan? De manier waarop het optreden en de odyssee met elkaar vervlochten zijn, is volgens mij one of a kind.’

Minder uniek is het gebruik van digitale 3D, de dieptegimmick die steeds vaker wordt gehekeld. Trendhopping? Ulrich pleit onschuldig. ‘Hypes kunnen me compleet gestolen worden! 3D is een leuk extraatje, meer niet. 15 jaar geleden benaderde Imax ons voor een concertfilm. Dat zou een big motherfucking deal geweest zijn, want het reuzenschermbedrijf maakte toen nog voornamelijk onderwaterdocumentaires. Hoewel het project ons hoogstwaarschijnlijk geen windeieren zou hebben gelegd, deed het ingewikkelde filmproces met gigantische cameraconstructies ons te hard twijfelen.’

Nu het toevoegen van diepte een fluitje van een cent is geworden, hapte Metallica wel toe. Bovendien bleek 3D het vernieuwende aspect van Through the Never alleen maar te vergroten. ‘Klassieke concertfilms zoals Woodstock of Led Zeppelins The Song Remains the Same zijn allemaal gefilmd vanuit het standpunt van de toeschouwer. Wij wilden de kijker het gevoel geven dat hij mee op het podium staat met Metallica en de rush laten voelen die wij elke avond voelen.’

In 2004 lichtte Metallica een indringende tip van de sluier op in de documentaire Some Kind of Monster. Het onverwachte vertrek van bassist Jason Newsted, frontman James Hetfield die doodleuk aankondigt dat hij een paar weken in rehab zal vertoeven, de inlijving van een bandtherapeut, de tranerige confrontatie met ex-gitarist Dave Mustaine: aan onvergetelijke momenten geen gebrek daarin. ‘Ik ben blij dat we toen de ballen hebben gehad om het project niet halverwege op te geven’, vertelt de immer enthousiaste Lars Ulrich nu. ‘De band stond toen echt op springen. Het laatste wat we nodig hadden, waren een paar flies on the wall die ons hele doen en laten registreerden. Gelukkig reageerde de filmwereld dolenthousiast. Wat wil je? Zo’n verhaalboog kom je zelden tegen in normale langspeelfilms.’

In de muziekwereld werd de documentaire beduidend minder warm onthaald. Sommige collega-rocksterren vonden ze te onthullend. En tijdens een vertoning op het toenmalige Filmfestival van Vlaanderen – Gent zag ondergetekende hoe een zaal vol hardrockfans alsmaar gedesillusioneerder naar het witte doek zat te staren. ‘Wat een bende pathetische losers!’ riep een van hen halverwege, waarop de overige headbangers luidkeels begonnen te juichen.

Ulrich laat zulke zaken niet aan zijn hart komen. ‘Het was een confronterend document over een donker hoofdstuk in het bestaan van de band. Niet geschikt voor gevoelige zieltjes, dus. Voor mij is het belangrijkste dat we die storm getrotseerd én overleefd hebben. Sindsdien is de sfeer in de groep weer optimaal. We zijn allemaal flink gekalmeerd. Compromissen sluiten doet ons niet langer naar de kotszakjes grijpen.’

Ook belangrijk in dat relaxatieproces: de bandleden zijn er bepaald niet jonger op geworden. Maar in tegenstelling tot zoveel andere film- en muzieksterren heeft Ulrich – die in december zijn vijftigste verjaardag viert – absoluut geen problemen met ouder worden. ‘Ik heb nooit in de mythe van de eeuwige jeugd geloofd. Ik ben ervan overtuigd dat je als mens alleen maar blijft groeien. Mijn vader wordt dit jaar 86 en werkt nog steeds 14 uur per dag. Hij maakt films, musiceert en schrijft poëzie. De man weet werkelijk van geen ophouden.’

De suggestie dat je op een bepaald moment te oud bent om het rockbeest uit te hangen, jaagt Ulrich de gordijnen in: ‘Enkele maanden geleden zag ik The Rolling Stones in San Francisco optreden. Ze waren in absolute topvorm. Ik heb ze zelden beter gezien. En drummer Charlie Watts is fucking 72. Ik zeg het: ouderdom, laat maar komen.’

Even later blijkt waarom stoppen met de band zo gevoelig ligt. Metallica is voor Ulrich, ondertussen vader van drie zonen, nog meer dan vroeger de ultieme uitlaatklep. ‘Je kroost aankleden, eten geven en op tijd naar school brengen: da’s pas hard werk. Vooral als ze naar drie verschillende scholen gaan. Muzikanten die zeuren over het harde leven on the road hebben waarschijnlijk nog nooit van het echte leven geproefd. Van concertzaal naar concertzaal reizen, in hotels slapen en roomservice bestellen: er is niks makkelijker.’

Ulrich heeft natuurlijk makkelijk praten. Metallica is door de decennia heen uitgegroeid tot een heavy-metalinstituut dat miljoenen dollars opbrengt. Geen wonder dat hij toeren als een leuk uitstapje ziet. ‘We zitten er inderdaad warmpjes bij. In mijn ogen betekent geld echter in de eerste plaats vrijheid. Ons succes heeft ons autonoom gemaakt. We brengen onze eigen platen uit en hebben totale controle over al onze releases. We zijn niemand iets verschuldigd en moeten geen compromissen sluiten. Anders was er van een project als Through the Never nooit sprake geweest.’

THROUGH THE NEVER

Vanaf 9/10 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content