Een kus van Juliette Binoche, tango in Buenos Aires en een gesprek met Leonard Bernstein: meer moet dat niet zijn voor Jacques Dubrulle, de zakelijk leider van het Filmfestival van Gent.
* Het festival legt de klemtoon op filmmuziek. Bij welke soundtracks zweert u zelf?
Ik ben nogal gehecht aan de muziek van George Delerue, bijvoorbeeld bij de film La nuit américaine van François Truffaut. Ik ken zijn muziek al van kleinsaf, want telkens als ik in de cinema naar een Franse film ging, dook zijn naam op in de aftiteling. Later heb ik Delerue thuis ontmoet in Beverly Hills, waar hij aan zijn witte piano zat te componeren. Ook Nicolas Piovani en Gabriel Yared, die de muziek schreef bij The English Patient, hebben fantastische scores gemaakt.
* Wat zijn de sleutelfilms uit uw jeugd?
Mijn ouders namen me vaak mee naar de cinema. Op een dag gingen we naar The Man Who Knew Too Much van Hitchcock. Mijn vader toonde me de hints die de regisseur gaf om de ontknoping te voorspellen. Door Hitchcock heb ik de filmtaal van een thriller leren begrijpen. En ik zal misschien bejaard klinken, maar ik ben nog van de generatie die grote spektakelfilms als Spartacus en Ben Hur op groot scherm in de cinema heeft gezien. De geluidskwaliteit van die soundtracks was toendertijd al overweldigend.
* Welke films emotioneren u het meest?
Ik moet zeggen dat ik bijzonder ontroerd was door Ben X, de film van Nic Balthazar. Ik laat me nogal gemakkelijk meeslepen door films. Tegen geweld kan ik niet goed. En horror verdraag ik al helemaal niet. Ook al weet ik dat het ‘maar film’ is.
* Argentinië is het subthema van dit Filmfestival. Bent u een tangoliefhebber?
Zeker en vast. Ik ben al twee keer in Buenos Aires geweest. Daar spelen tango-orkestjes gewoon op straat, terwijl mensen staan te dansen. Toen ik daar was, namen locals me op sleeptouw langs tangobars en -clubs. Ik kan je verzekeren: tango klinkt live duizend keer intenser dan op eender welke cd-opname. Gustavo Santaolalla (de bekroonde Argentijnse componist die muziek schreef bij ‘Amores Perros’, ‘Motorcycle Diaries’ en ’21 Grams’, nvdr. ), is de man die mij de moderne tango heeft leren appreciëren. Hij komt tijdens het festival naar Gent voor een concert.
* Stel: u heeft een talkshow op tv. Wie inviteert u?
Gerard Mortier, de artistiek directeur van de New York City Opera. We kennen elkaar goed en ik bewonder hem, al zien we elkaar te weinig. Met hem praten is altijd zeer begeesterend. Robert Wise zou ik ook uitnodigen. Hij was een Hollywoodcineast van de klassieke soort, met wie ik een paar bijzonder intense gesprekken heb gehad. Bij wijlen Elmer Bernstein, de componist van The Magnificent Seven, heb ik het gevoel: had ik maar wat meer tijd met hem doorgebracht, toen hij hier in Gent was.
* Wie mag er acteren in de film over uw leven?
Zonder pretentieus te willen klinken: Sean Connery of George Clooney mag mij gerust vertolken. Jeanne Moreau mag een bijrolletje spelen, want zelfs als randfiguur in een film kan zij ongelofelijk schitteren. En mijn tegenspeelster moet Juliette Binoche worden. Ik heb er jaren naar uitgekeken haar te ontmoeten, en toen dat eindelijk lukte, werd mijn vermoeden bevestigd: het is een enorm geëngageerde, enthousiaste vrouw. Een prachtmadam, van wie ik nota bene drie kussen gekregen heb!
* Wat staat er op uw boekenplank?
Naast vaktijdschriften lees ik momenteel de biografieën van François Mitterrand, Hillary Clinton en Wilfried Martens. Stuk voor stuk grote figuren die onze tijd ingrijpend beïnvloed hebben. Ik koop enorm graag boeken in de Fnac, al heb ik veel te weinig tijd om alles te lezen. Wat bovenaan de stapel ligt? Het verdriet van België van Hugo Claus. Al talloze keren ben ik erin begonnen, maar nooit kreeg ik ‘m uit. Ik ga eens 14 dagen congé moeten nemen, denk ik.
Het 34e Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent loopt van 9 tot 20 oktober. Alle info op www.filmfestival.be.
Thijs Demeulemeester
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier