Isabelle Rossaert

© GF Paul Goris

1 In veel van je verhalen zien mensen zich genoodzaakt afscheid te nemen, van elkaar, het leven, een huis, een huwelijk, zelfs van iets wat er nooit was. Zie je dat zelf ook zo?

Isabelle Rossaert: Ik begin nooit te schrijven met een idee in mijn hoofd, maar wel met een verhaal dat ik wil vertellen. Waar dat over gaat, zie ik soms pas wanneer het klaar is. Voor mij gaan mijn verhalen over mensen die op de rand staan. Ze zijn op de een of andere manier ertussenuit aan het vallen en dreigen hun menszijn te verliezen. Soms herken je een mens pas op het moment dat hij in moeilijkheden komt, zoals wanneer je geconfronteerd wordt met dementie, psychische problemen of de dood.

2 De vraag wanneer je nog een mens bent dus?

Rossaert: Precies, en hoe we steeds makkelijker over die vraag heen stappen zonder ze te beantwoorden. Ik vind het mooi hoe mensen die op de rand beland zijn toch hun waardigheid proberen te behouden, ook al wordt hen dat soms moeilijk gemaakt. Ik was gisteren op bezoek bij mijn moeder in het wzc. Ik moest even wachten en maakte een praatje met een andere bewoonster, die helemaal alleen in haar rolstoel in de eetzaal zat. ‘Ik moet naar de wc’, zei ze toen ik binnen mocht bij mijn moeder. Ik was ervan overtuigd dat een verpleger haar zou meenemen naar het toilet. Tot ik anderhalf uur later iemand om hulp hoorde roepen en die vrouw nog steeds in de eetzaal bleek te zitten. Probeer dan je waardigheid maar te behouden. In Thomas Moores Utopia worden mensen die niet meer meekunnen afgezonderd naar de rand van het eiland. Het lijkt alsof we die utopie aan het verwerkelijken zijn.

3 In een ander verhaal heeft een man die getroffen is door een beroerte moeite met schrijven. Extra gevoelig voor een schrijfster allicht?

Rossaert: Toen ik aan dat verhaal bezig was, heb ik vaak aan mijn vader gedacht. Hij was een groot lezer. Zoals in sommige huiskamers de open haard centraal staat, was dat bij ons thuis de leeszetel van mijn vader. Hij was ook heel zorgvuldig met boeken. Ruggen werden nooit gekraakt en ezelsoren waren uit den boze. Ieder boek werd na aankoop met plastic folie gekaft. Toen hij ziek werd, lukte dat niet meer, wat pijnlijk was, maar gelukkig kon hij nog wel goed formuleren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content