Dansende konijnen, brandende podia en songs over schaamlippen. De Flaming Lips beginnen pas waar hun collega’s het wijselijk voor bekeken houden, maar dat levert wel pareltjes van psychedelische platen op, zoals het nieuwe ‘At War With The Mystics’. ‘Eigenlijk zijn wij angstwekkend normaal.’

Wie nog op zoek is naar andere goede redenen om de Flaming Lips hartstochtelijk aan de borst te drukken: Beck, Lou Reed, Jack White en Robert Plant zijn ook grote fans, en Justin Timberlake wou zo graag een keer samen met hen op een podium staan dat hij bereid was zich daarvoor in een konijn te verkleden. Het Britse Q Magazine gaf hen onlangs een ereplaats in hun lijst van 50 Bands You Must See Before You Die en recensenten noemden hun jongste platen The Soft Bulletin en Yoshimi Battles The Pink Robots – terecht – in één adem met Sgt. Peppers en Pet Sounds. Bovendien kan je je geen sympathieker en enthousiaster mens indenken dan zanger Wayne Coyne. ‘ Wow, that is so incredibly cool‘, zegt hij, als iemand van de platenfirma me voorstelt als ‘ a Belgian journalist‘. En gek genoeg klinkt het nog oprecht ook.

Op ‘At War With The Mystics’ hoor ik zinnen als: ‘Every time you state your case / I just want to punch your face’. Dat is nieuw voor jullie.

Wayne Coyne: Ja. We waren de plaat begonnen als een compleet absurd sciencefictionverhaal over ruimtema-giërs en sterrenclusters in de vorm van naakte supermodellen. Maar toen stierf mijn moeder en werd George Bush herverkozen, en waren er plots dingen om droevig en boos over te zijn. Over de dood van mijn moeder heb ik Mr. Ambulance Driver geschreven en George Bush zit in veel songs, zonder dat hij expliciet genoemd wordt. ‘ Every time you state your case…‘ kan over iederéén gaan die zijn macht misbruikt. Ook over Jan Lul die al sadistische neigingen krijgt als hij in een restaurant een dienster ziet aankomen – en zo heb je véél mensen.

Met ‘The Soft Bulletin’ en ‘Yoshimi Battles The Pink Robots’ werden jullie na twintig jaar experimenteren plots millionsellers. Voel je je al een beetje een ster?

Coyne:Hell no. Vroeger voelde ik me een idioot uit Oklahoma, nu een idioot uit Oklahoma die een miljoen platen heeft verkocht. Ik mag van de platenfirma business class vliegen en ik slaap in chiquere hotels, maar verder is er niks veranderd. ’t Zit allemaal in het hoofd, hé. Gisteren heb ik Prince ontmoet, hier in deze kamer, en dat is een ster. Die bekijkt je echt met zo’n blik van: ‘Jij miserabel stukje sterveling, je bent niet eens waard dat ik het woord tot je richt.’ Mick Jagger – vorig jaar tegengekomen in Toronto – straalt dat ook uit. ‘Ik ben Mick Jagger en jij bent helaas een complete nobody.’ Maar ik: ik zou dat zelfs met de beste wil ter wereld niet kunnen uitstralen, denk ik. Ik word zelfs als gek met moeite au sérieux genomen. (lacht)

In mijn popencyclopedie word je nochtans omschreven als ‘een van de grootste freaks uit vijftig jaar popmuziek’.

Coyne: Ten onrechte. Als muzikant heb ik misschien iets van een gekke professor, maar eigenlijk ben ik angstwekkend normaal. Ik heb al zeventien jaar dezelfde vriendin, ik kook, ik doe de afwas, ik laat de hond uit en ik werk in de tuin… I like doing normal, everyday shit. Wayne-Coyne-De-Permanent-Gedrogeerde-Neo-Hippie bestaat niet, dat is een mythe.

Je neemt zelfs geen drugs, las ik ergens.

Coyne:(Schudt het hoofd) Ik heb een paar keer lsd geprobeerd toen ik zeventien was, maar het was niks voor mij. Iedereen had me verteld over fantastische visioenen, maar ik werd er verschrikkelijk angstig van. Toen ik na de zoveelste slechte trip drie dagen op het toilet zat, heb ik het opgegeven. (lacht) Mocht ik drugs nemen, dan zou niemand me nog kunnen volgen, denk ik. Ik zou compleet krankzinnige dingen doen, iedereen zou afhaken. Mijn vertrekpunt is altijd geweest: ‘Wat zou ongelooflijk cool zijn?’ En dan begint het: ‘Honderd radio’s aan elkaar monteren en daar muziek mee maken! Vier verschillende platen maken om synchroon af te spelen! Songs schrijven over zwangere hoofden en schaamlippen!’ Dat nog eens versterken met drugs, dat zit er gegarandeerd over, hé.

Jullie optredens zijn altijd spektakels, compleet met podiumbloed, vuurwerk, rookbommen, en verkleedpartijen. Gaat er nooit iets mis?

Coyne: Constant. Van alles. Mijn space bubble die openscheurt terwijl ik aan het zingen ben. (Coyne zweeft geregeld in een doorzichtige skippy-bal boven het publiek; nvdr.) Mijn rookbommen die te sterk zijn, zodat niemand zijn instrumenten nog ziet… Vooral tijdens onze begindagen zijn we een paar keer grandioos uit de bocht gegaan, toen we nog meer pyromanen waren dan muzikanten. In San Antonio richtten we ons vuurwerk bij wijze van stunt een keer naar het podium. Niet ons beste idee, er hadden bij dat bombardement echt doden kunnen vallen. En toen ze van Warner naar een concert kwamen kijken om ons te tekenen, in 1991, brandde het hele podium af. (lacht)

Je maakt een grapje.

Coyne: Ik zweer het. Om indruk te maken wilden we het drumstel in de fik steken – we hadden een van de cimbalen vol alcohol gegoten – maar plots vloog alles in brand. De versterkers, de geluidsinstallatie, de boxen… Die avond is wel een eyeopener geweest: nadien zijn we ons meer met muziek gaan bezighouden, minder met special effects.

Vorig jaar brachten jullie ‘The Fearless Freaks’ uit: een ongelooflijk pakkende documentaire met beelden van groepsleden die zich in tegenstelling tot jou wél helemaal verloren in drugs. Nooit gedacht: hier heeft niemand zaken mee?

Coyne: Nee. Toen we eraan begonnen, zeiden we: of we maken een eerlijke documentaire, of we maken er helemaal geen. De meeste mensen proberen hun minder prettige ervaringen zoveel mogelijk te verdringen, maar ik vind: je moet net het omgekeerde doen. Je moet ernaar kijken, je moet eraan ruiken, je moet het zo goed mogelijk analyseren. In elke tragedie zit een beetje Walt Disney, hé. Je kan er ongelooflijk veel uit leren, over jezelf, maar ook over Het Leven.

We zullen eraan denken, bedankt!

Door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content