Dankzij de film staat Truman Capote opnieuw volop in de belangstelling. Ook zijn lang verloren gewaande debuutroman ‘Summer Crossing’ en zijn brieven zijn nu uitgegeven, twee werken waarin de schrijver zich danig blootgeeft.
Summer Crossing
Random House, 160 pagina’s, A 10
Too brief a treat
The Letters of Truman Capote
Random House, 487 pagina’s, A 36,50
‘Angel, darling, darlingest one, blossom child, magnolia my sweet, precious heart, honey, honeybunch, radiant one.’ Als Truman Capote een brief begon, beperkte hij zich niet tot een ‘beste vrienden’, maar mocht het iets uitbundiger. Capote heeft zich wellicht nooit moeten bekommeren om zijn coming-out, omdat de homoseksuele component in zijn karakter onmiskenbaar was. Hij was een homo die zijn seksuele voorkeur net zomin verborgen kon houden als een zwarte man zijn kleur. Capote moet al vroeg hebben besloten dat het de moeite niet loonde zich stoerder voor te doen dan hij was, en dus kon iedereen in zijn buurt, man of vrouw, homo of hetero, een welgemeend ‘schatje’ naar zijn hoofd geslingerd krijgen.
Maar zelfs met dat stereotype in gedachten, klinkt Capote in zijn brieven anders dan een clichématige nicht: daarvoor is zijn toon te gedreven, te vragend bijna. Al die blijken van genegenheid zijn wel degelijk bedoeld om geretourneerd te worden. Ondanks de wereldwijsheid, de roddelzucht en de wufte toon in zijn correspondentie, blijf je voortdurend een klein kind op de achtergrond horen dat geliefd wil zijn. Een man die liefde wil afdwingen, en ervan overtuigd is dat daarbij geen overdrijving geschuwd mag worden, want in de liefde bestaat er geen teveel. Het toont natuurlijk ook wat de schrijver zelf verwachtte: zijn vrienden hoefden nooit bang te zijn om zich overdreven aanhankelijk te tonen, want dan was het voor Capote net genoeg. Anders gezegd: Capote kon onnoemelijk veel aandacht verstouwen.
Biograaf Gerald Clarke verzamelde de brieven die Capote schreef over een periode van 1936 tot 1982, tot twee jaar voor zijn dood. Tussen die jaartallen ligt het meest besproken schrijversleven dat Amerika ooit heeft gekend. We maken kennis met de vroegwijze, wat raadselachtige jongen, die zijn biologische vader ervan op de hoogte stelt dat hij van achternaam wil veranderen, en die van zijn nieuwe stiefvader wil aannemen. Truman, geboren Persons, wenst vanaf dat moment door het leven te gaan als Truman Capote. Het is geen brief, maar een ongemakkelijke mededeling van precies één zin, waarin geen plaats is ingeruimd voor eventuele gevoelens. Maar al snel worden de brieven langer en de aanheffen wulpser: de jongeman die opgroeide in het behoorlijk achterlijke Alabama weet niet hoe snel hij daar weg moet. De zeventienjarige Truman verraadt zijn provinciale afkomst hooguit door de ambitie waarmee hij zich stort op alles wat de belofte van elegantie in zich draagt. Hier wendt een jongeman zich opzichtig af van zijn eigen bekrompen jeugd, als een adoptiekind dat na lang zoeken zijn echte familie terugvindt: de grote stad vol met vrouwen (en heel snel ook mannen) die je als angel darlings mag aanspreken.
Ergens rond die tijd moet Summer Crossing geschreven zijn, Capotes allereerste roman, die al voltooid was voordat hij op vierentwintigjarige leeftijd doorbrak met het bekende Other Voices, Other Rooms. Het manuscript lag lang in de la van Capote te verstoffen, want de jonge schrijver was onzeker en besloot na het succes van Other voices dat het boek geen waardige opvolger zou zijn. Toen Capote op het punt stond eeuwige roem en ook nog wat miljoenen te verwerven met In Cold Blood, verhuisde de auteur halsoverkop van Brooklyn naar het prestigieuze deel van Manhattan. Het manuscript bleef achter, zijn huisbaas vond het en na wat omzwervingen belandde het, zo’n tien jaar na Capotes dood, ineens op een veiling.
De eerste zin luidt: ‘You are a mystery, my dear’, en dat is de toonhoogte die we uit Capotes brieven kennen. Met dat verschil dat de woorden nu worden uitgesproken door een New Yorkse dame uit de haute bourgeoisie. Het mysterie is haar zeventienjarige dochter, Grady McNeil. Hier zien we Capotes gedroomde alter ego; een hoofdpersonage dat nooit anders heeft gekend dan de meest exclusieve New Yorkse kringen en dat niet los hoeft te komen van Alabama. Om uit te zoeken of de familievilla in Cannes het nazigeweld heeft doorstaan, reist het echtpaar McNeil af naar Europa, met achterlating van dochter Grady, die in het bloedhete New York op glorieuze wijze zal ontsporen.
Wat volgt, is het drakerige en sterk gedateerde verhaal van een upper class girl die zich vergooit aan een volksjongen. De piepjonge schrijver schrijft met vanzelfsprekend gemak over het milieu van de ‘American Royalty’ en van de New Yorkse high society, ook al moest hij dat toen nog veroveren. De wereld van straathandelaartjes en parkeerwachters – een wereld die hem in werkelijkheid bekender moet zijn geweest – is dan weer aandoenlijk onhandig geschetst. Hier heeft iemand besloten afstand te nemen van zijn jeugd en nooit meer om te kijken. Capotes belangstelling geldt de ‘poor little rich girls’, de rijke, verveelde vrouwen die alles mee hebben en toch standvastig bouwen aan hun zelfvernietiging. In Summer Crossing zien we die obsessie met de rich and famous voor het eerst beschreven: Grady McNeil is eigenlijk een minder geslaagde variant op het beroemd geworden personage van Holly Golightly uit Breakfast at Tiffany’s.
In de jaren 60 en 70 lijkt het leven van Capote als twee druppels water op dat van de vrouwen die hij zo genadeloos (en tegelijkertijd liefdevol) beschreven heeft; de schrijver is een nationaal fenomeen geworden, hij correspondeert met de Vanderbilts en de Chaplins, en in al die brieven lijkt het Capotes grootste zorg waar hij de komende herfst/winter/zomer zal doorbrengen. In het Zwitserse huis, het New Yorkse appartement, de Franse villa of toch het Italiaanse grand hotel? Ondertussen worstelt hij met een writer’s block en een indrukwekkende alcohol- en drugsverslaving.
Capote geeft in Summer Crossing die ene grote levensdrift weer van zijn verwende heldin Grady McNeil: de heroïsche drang zichzelf te vernietigen. En die zal ook precies de zijne worden. De lange, lacherige, lekker roddelachtige brieven nemen af, steeds vaker wordt er een eenregelig telegram verstuurd, waar geen engel in te bekennen valt. ‘Miss you’, ’think of you’ klinkt het kortademig, alsof zelfs de woorden gebrek aan zuurstof krijgen. Capote begint weer te lijken op de jongen die zonder opsmuk zijn vader zijn congé gaf, in een afgemeten zin. Het laatste bericht uit het brievenboek is gericht aan Capotes oudste vriend en voormalig minnaar Jack Dunphy: ‘miss you need you when can i expect you Love Truman.’ Weg goede sier, weg flamboyante aanhef, zelfs de interpunctie is verdwenen. Al het vlees is van de botten van de taal gevallen. © Vrij Nederland
Stephan Sanders/copryright Vrij Nederland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier