John Woo gaat nu al bijna twintig jaar door het leven als de Grootmeester van de Actie, en dat begint hij blijkbaar moe te worden. Vandaar ‘Paycheck’, een verrassend rustige thriller naar een verhaal van de paranoïde sciencefictionauteur Philip K. Dick. Door Ruben Nollet

PAYCHECK

vanaf 25/02 in de bioscoop

Halverwege de ontknoping van de thriller Paycheck gaat ergens een deur open en vliegt er een witte duif naar binnen. Plots werden we er weer aan herinnerd dat we naar een film van John Woo zaten te kijken. Tot dan had de bejubelde actieregisseur zich namelijk heel koest gehouden: geen exuberante ontploffingen, geen gestileerde schietpartijen, zelfs geen wapperende lange mantels. Op zijn 57e is Woo duidelijk aan frisse lucht toe. Niet zo verwonderlijk als je weet waar hij vandaan komt. Terwijl de westerse wereld hem bijna uitsluitend kent als de ‘Mozart of Mayhem’ of de ‘Beethoven of Bullets’, is hij pas vrij laat in het actiegenre terechtgekomen. Als kind had hij te veel geweld gezien op straat om het zelf nog eens te willen tonen in zijn films. Cinema was (samen met kerkbezoek) altijd zijn manier geweest om aan de ellende van elke dag te ontsnappen, een universum waar onrecht wel werd overwonnen en de helden nog recht in hun schoenen stonden. De eerste films die hij draaide (Woo was toen 19), waren niet toevallig existentiële liefdesverhalen. Zijn eerste job in de filmbusiness was als assistent-regisseur in de legendarische Shaw Brothers Studios, de legendarische thuishaven van de klassieke martial arts-films.

Woo’s debuut als regisseur, Ninja Kids, stond dan ook met beide voeten in het genre, maar hij toonde al snel dat hij veel meer in zijn mars had. Tussen 1975 en 1985 maakte hij niet alleen actiefilms maar ook komedies, avontuurlijke musicals, pluizige familieverhalen en romantische melodrama’s. Toen hij halverwege de jaren tachtig echter een gigantische hit scoorde met de gestileerde actiefilm A Better Tomorrow kreeg hij prompt een reputatie opgekleefd, en hij is er sindsdien niet meer van afgeraakt. ‘Ik zie mezelf niet als een actieregisseur’, zegt hij. ‘In mijn films wil ik altijd een blik werpen op de menselijke ziel, tonen hoe we in elkaar steken.’ Kan best zijn, maar het was wel zijn ongeëvenaarde aanpak van schietpartijen en stunts die van hem een levende legende maakte in Hongkong en hem vervolgens een ticketje Hollywood opleverde. Daar waren de studio’s ook niet meteen geneigd om de andere kant van John Woo aan het woord te laten. Van Hard Target tot Broken Arrow en van Face/Off tot Mission: Impossible II, Woo mocht telkens vooral zijn bekende kunstjes demonstreren. Zelfs de oorlogsfilm Windtalkers werd daarop getaxeerd en dat zal bij Paycheck niet anders zijn, ook al gaat het om een sciencefictionthriller die meer naar Hitchcock lonkt dan naar Paul Verhoeven. Woo mag dan zijn best doen om zijn situatie te relativeren (‘Ik heb Paycheck vooral gekozen omdat ik zin had om een opwindende en plezierige film te maken’, klinkt het), je voelt dat hij aan een nieuwe uitdaging toe was.

Je hebt altijd gezegd dat sciencefiction je totaal niet interesseert. Hoe kom je dan bij een verhaal van Philip K. Dick terecht?

John Woo: Het genre spreekt me inderdaad niet aan, maar het centrale idee van Philip K. Dicks verhaal vond ik wel bijzonder intrigerend. Het eerste wat ik dus heb gedaan, is de sciencefiction zoveel mogelijk uit de film weggommen, net zoals in Face/Off. Het verhaal speelt zich 300 jaar in de toekomst af, met alle futuristische details die daarbij horen. In de film bevinden we ons ook nog wel in de toekomst, maar in een wereld die heel dicht bij de onze staat. Ik wou in de eerste plaats een realistische en geloofwaardige thriller maken, en dan is zo’n ingreep nodig. Ook al omdat ik geen goeie sciencefictionregisseur ben. (lacht) Ik weet wel hoe je met speciale effecten moet omgaan, maar ik heb het geduld niet om dat te doen. Ik zou bloednerveus worden als ik een halve dag moest wachten om één special effects-shot in te blikken.

‘Paycheck’ voelt zelfs retro aan. Ik moest constant denken aan de Hitchcock-films met Cary Grant.

Woo: Dat was ook mijn bedoeling. Toen ik het script las, zag ik zoveel klassieke Hitchcock-elementen dat ik niet anders kon dan hier en daar hommage brengen aan films als North by Northwest en The 39 Steps. Ik heb zelfs aan Ben Affleck gesuggereerd dat hij goed naar de jonge Cary Grant moest kijken, naar zijn kleding en kapsel en gedrag en manier van praten. Heel veel in Paycheck is een knipoog naar Hitchcock. Neem de scène waar het hoofdpersonage ontdekt dat hij al zijn geld kwijt is. Daarna gaat hij naar huis, slaat de deur achter zich dicht, belt iemand op en wordt hij plots aangevallen. Het shot dat ik daar gebruik, is geïnspireerd door Psycho. En de scène waar Ben Affleck weg moet spurten voor een aanstormende metro komt recht uit North by Northwest. Als je een suspensefilm maakt, moet je naar de meester kijken. (lacht)

Had je al veel Philip K. Dick gelezen voor je aan ‘Paycheck’ begon?

Woo: Nee, ik kende hem alleen van de films. Ik lees veel te weinig, moet je weten. (lacht) Ik heb er de tijd niet voor. Maar wat ik van hem gelezen heb, vind ik fantastisch.

Er staan intussen een hoop films op stapel die zich op zijn werk baseren. Wat maakt hem zo bijzonder?

Woo: Zijn ideeën, en het feit dat ze zo filosofisch geïnspireerd zijn. Het zijn verhalen die je doen nadenken over wat het betekent om mens te zijn. Paycheck gaat over geheugenverlies, maar ook over predestinatie en vrije wil. Aan de andere kant zijn het ook sterke plots. Het gegeven van een onschuldige hoofdfiguur die terechtkomt in een samenzwering en moet rennen voor zijn leven opent veel mogelijkheden voor opwindende scènes. Daar is het cinema tenslotte om te doen.

Ridley Scott en Steven Spielberg wisten goeie films te maken van Philip K. Dicks verhalen. Was je nerveus om in die voetsporen te treden?

Woo: Ik wist vooral dat ik een heel andere film moest proberen te maken dan Blade Runner, Minority Report of Total Recall. (lacht) Maar het zorgde wel voor stress, ja. Het zijn ook stuk voor stuk films die niet alleen succesvol waren, maar ook fascinerend en geregisseerd door genieën. Verhoeven, Scott en Spielberg zijn meesters van het sciencefictiongenre, vooral ook omdat ze weten hoe ze speciale effecten dramatisch moeten maken. Blade Runner is niet alleen visueel verbluffend, ik vind het ook een grootse tragedie in de oud-Griekse zin van het woord. Total Recall blinkt dan weer uit door zijn creatieve effecten. Daar kan ik niet tegenop. De enige manier waarop ik Paycheck een kans kon geven, was door er een kleinere film van te maken en meer op het thrillergenre te mikken. Vandaar dat er bij mij meer nadruk ligt op de suspense dan op de effecten.

Het originele verhaal van Philip K. Dick is vrij simpel. Was het moeilijk om het uit te bouwen tot een langspeelfilm?

Woo: In het originele verhaal gaat het gewoon over een computerdeskundige die geen geheugen meer heeft en tracht te achterhalen wie hij is en wat er met hem gebeurd is. En op het moment dat hij de waarheid te weten komt, wil hij gewoon deel worden van het bedrijf. Daar heb ik een paar nieuwe elementen aan toegevoegd, zoals het idee van een man die zijn eigen lotsbestemming moet confronteren en daardoor met heel andere ogen begint te kijken naar de wereld en naar zijn leven. Op die manier kon ik ook een boom opzetten over wat het zou betekenen als de mensheid zijn eigen toekomst kon zien en bijsturen. Dat was genoeg om tot een volledige film te komen. Daarnaast wou ik ook een andere toon geven aan het verhaal. Blade Runner is een prachtige film maar ook diep triest. Ik had echt medelijden met al die personages. (lacht)Paycheck moest optimistischer worden. Ik merk dat er heel veel gedeprimeerde jonge mensen rondlopen in deze wereld, vooral in Azië. Ze zien de toekomst als één grote donkere vlek zonder hoop, met als gevolg dat ze hun eigen leven laten schieten. Het is een gruwelijke plaag aan het worden in Hongkong, Taiwan en Japan. Ik wou dus absoluut een film maken die aan jonge mensen laat zien dat de toekomst echt niet zo vreselijk is als ze denken. De wereld is niet één grote hel. Er zullen altijd goeie mensen zijn op wie je kan terugvallen. Er is altijd hoop. Het komt er gewoon op aan om je problemen onder ogen te zien en in jezelf te geloven. Dan zal je er ook in slagen om de dingen te veranderen.

Een van de beelden die de toekomstmachine laat zien, is van de Verenigde Staten die een preventieve aanval uitvoert op een ander land. Wanneer is dat idee in het script geraakt?

Woo: (lacht) Dat was een idee van een van mijn monteurs, al is het geen directe verwijzing naar Irak. Wat nog niet wil zeggen dat ik een voorstander was van die oorlog. Ik hou niet van oorlog, in welke vorm dan ook.

Je kan ‘Paycheck’ ook zien als een videogame, met een hoofdpersonage dat een verzameling objecten in zijn bezit krijgt en moet uitvissen wat hij met elk van die voorwerpen moet doen.

Woo: Daar heb ik eerlijk gezegd nooit aan gedacht, maar je hebt gelijk. Het zou een goed idee zijn voor een game. Mijn productiebedrijf, Lion Rock, is trouwens naast film en televisie ook bezig met videogames. We zijn van plan om samen te werken met Sega en Microsoft. Een ander idee zou natuurlijk zijn om een interactief spelletje te ontwikkelen voor de Paycheck-dvd. Dat is Paramount ook van plan, als ik me niet vergis.

Waarom heb je eigenlijk voor Ben Affleck gekozen? Hoe zou je zijn kwaliteiten als acteur omschrijven?

Woo: Dat hij heel natuurlijk is voor de camera. Het kan hem geen moer schelen vanuit welke hoek ik film. Hij speelt wat hij voelt. Kijk maar naar Changing Lanes of The Sum of All Fears en je zult zien wat ik bedoel. Veel filmsterren willen graag weten waar de camera zich precies bevindt en passen hun vertolking daaraan aan. Dat doet Ben niet. Maar tegelijk weet hij ongelooflijk veel over cinema. En hij is een intelligente scenarist. Ik hoefde een scène telkens maar één keer te beschrijven. Hij snapte meteen wat ik bedoelde en waarom ik voor een bepaalde set-up koos. Hij is altijd geconcentreerd en professioneel, en bovendien ook heel bescheiden. Hij sputterde nooit tegen, vertrouwde me blindelings en deed alles om ervoor te zorgen dat de andere acteurs zich ook goed voelden.

John Woo-films zijn blijkbaar onmogelijk zonder shots van fladderende duiven en vlammende pistolen. Zie je die beelden als jouw handtekening of is het meer dan dat?

Woo: Het zit gewoon in mijn bloed. Het zijn shots die ik zo mooi vind dat ik ze niet kan opgeven. (lacht) Maar ik denk dat ik er in de toekomst toch van ga afstappen. De enige film waarin er nog plaats zou kunnen zijn voor die shots is een actiemusical waar ik al zeven jaar mee bezig ben, over een Amerikaanse crimineel die ook een geweldige danser is, gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. Ik zie het als een mix tussen The Killer en Cabaret van Bob Fosse. Ik wil de actie filmen als een dansscène en de dansscènes als actie. Elegantie en geweld door elkaar. We zijn bijna klaar met het script. Trouwens: het hoofdpersonage was beroemd voor het feit dat hij steevast twee pistolen hanteerde, dus je begrijpt dat het helemaal iets voor mij is. (lacht)

Ruben Nollet

‘Ik ben geen goeie sciencefictionregisseur. Ik heb gewoon het geduld niet voor al die speciale effecten. Ik zou bloednerveus worden als ik een halve dag moest wachten om één shot in te blikken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content