IL BIDONE ****

BRODERICK CRAWFORD (r.) dronk zoveel dat hij soms regisseur Fellini niet herkende op de set.

Zondag 1/3, 00.15 – France 3. Federico Fellini, IT 1955

Fellini die een film maakt over het Romeinse oplichtersmilieu? Dat moest wel een picareske bedoening worden. Zeker als je weet dat Fellini zelf nogal wat kleurrijke bedriegers kende en zich graag liet entertainen met de anekdotes die ze hem vertelden in bar Canova, een van zijn favoriete cafés, aan de Piazza del Popolo. Il bidone oftewel De zwendel exploreert de wereld van die afzetters op een tegelijk tragikomische, wrange en tedere manier. De film werd ook een van de bitterste ervaringen uit Fellini’s nog prille carrière.

Il maestro wilde eerst Humphrey Bogart voor de rol van Augusto, de baas van de zwendelaars. Fellini vond dat Bogie ‘het typische gezicht van een Calabrische bedrieger’ had. Bogart moest echter afhaken omdat hij toen al ernstig ziek was. Uiteindelijk vond Fellini de geschikte vervanger in Broderick Crawford, net met een Oscar bekroond voor zijn vertolking van een politieke despoot in All the King’s Men (1949). Maar Crawford kampte met alcoholproblemen. Soms vergat hij zijn dialogen of herkende hij Fellini niet. Die gebruikte op de set zelfs touwtjes om zijn zwalpende hoofdrolspeler door sommige scènes te manoeuvreren.

Met zijn tough guy-tronie en zijn ontwapenende, zielige blik is Crawford wel perfect gecast, want Fellini kijkt zowel met ironie als medelijden naar de misbruiken en de groeiende wanhoop van Augusto en zijn twee handlangers. In het begin bestelen de schaamteloze, in soutane gehulde flessentrekkers lichtgelovige boeren van hun laatste spaarcenten, om vervolgens grote sier te maken in de nachtclubs van Rome. Ze voelen zich niet te beroerd om de argeloze inwoners van een Romeinse sloppenwijk geld af te troggelen door hen valse contracten voor moderne sociale appartementen te laten ondertekenen. Maar in de sleutelscène, een party op nieuwjaarsnacht – een soort prelude op een fameuze scène uit La dolce vita – laat Fellini zien dat Augusto en zijn kompanen eigenlijk niet in dat wereldje thuishoren en dat ze zelf slachtoffers zijn die door morele twijfels en existentiële vragen worden overvallen.

La strada (1954), Fellini’s vorige film, had de Oscar voor beste niet-Engelstalige film én de Zilveren Leeuw in Venetië gewonnen. Il bidone werd op de Mostra heel kil ontvangen. ‘Fellini lacht met arme mensen’, klonk het, meteen de reden waarom er later twintig minuten uit geknipt werden. Ondertussen is de film gerestaureerd en in ere hersteld als een van de meest misbegrepen films uit Fellini’s vroege neorealistische periode.

(L.J.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content