‘IK ZIT AL LANG IN EEN BELGISCHE FASE, HOOR’

Het misdaaddrama Blood Ties en de noodlotstragedie The Immigrant hebben niet alleen New York, familiale vetes en een retrolook gemeen. Beide films hebben ook de verrukkelijke Marion Cotillard op de affiche staan. Cherchons la femme! ‘Schoenaerts, de Dardennes, zelfs mijn eerste, grote liefde was een Belg.’

Liefhebbers van sexy, talentvolle, Oscarwinnende Françaises opgelet, want Marion Cotillard – qui d’autre? – heeft dit najaar niet één maar twee nieuwe films in de aanbieding. De eerste heet Blood Ties en is een naar het New York van de jaren zeventig getransponeerde remake van het Franse misdaaddrama Les Liens du sang (2008). Daarin speelt Cotillard een hoertje met kids dat haar uit de gevangenis ontslagen ex over de vloer krijgt, al duurt het niet lang vooraleer die laatste weer op het criminele en overspelige pad belandt.

Regisseur van dienst is Guillaume Canet oftewel meneer Cotillard, terwijl u in dit familiale gangsterepos naast Clive Owen, Billy Crudup, James Caan, Mila Kunis en Zoe Saldana ook ene Matthias Schoenaerts als bajesklant herkent. Die flankeerde Cotillard vorig jaar nog in Jacques Audiards outsiderromance De Rouille et d’os en dat beviel haar kennelijk zo goed dat ze onze landgenoot warm aanbeval aan haar regisserende echtgenoot annex vader van haar eerste spruit Marcel.

De tweede film, die vanaf 27 november in de zalen loopt, is The Immigrant van James Gray, de Hollywoodtragicus achter Little Odessa (1994), The Yards (2000), We Own the Night (2007) en Two Lovers (2008). In Grays noodlotsdrama incarneert Cotillard een Poolse immigrante die anno 1920 op Ellis Island, New York arriveert, maar haar Amerikaanse droom algauw moet bijstellen wanneer ze in de prostitutie belandt en de inzet wordt van een bittere strijd tussen twee neven – rollen voor Jeremy Renner en Grays fetisjacteur Joaquin Phoenix.

Met die twee films bewijst de 38-jarige Parisienne nog maar eens haar veelzijdigheid, al hoefden topregisseurs als Tim Burton (Big Fish, 2003), Ridley Scott (A Good Year, 2006), Michael Mann (Public Enemies, 2009), Christopher Nolan (Inception, 2010 & The Dark Knight Rises, 2012) en Steven Soderbergh (Contagion, 2011) allang niet meer overtuigd te worden. Bovendien mogen aan dat imposante lijstje – waarbij we nog geeneens haar Oscarwinnende incarnatie van Edith Piaf in de biopic La Môme (2007) hebben vermeld – inmiddels ook de broers Dardenne worden toegevoegd. Als alles volgens plan verloopt, mag Cotillard straks in Cannes namelijk de Croisette op als hoofdrolspeelster van Deux Jours, une nuit, het nieuwe, zoals vanouds in Seraing gedraaide sociodrama van de Belgische, tweevoudige Gouden Palmwinnaars.

‘Je vois la vie en rose’, zong Piaf indertijd, al heeft la Cotillard zo op het eerste, ravissante gezicht ook geen reden tot klagen.

Blood Ties speelt zich af in 1974, een jaar voor je geboorte. Was het makkelijk om je naar een tijdperk te verplaatsen dat je niet zelf hebt meegemaakt?

MARION COTILLARD: Het kwam erop aan om die typische seventiesgroove te vinden. Daarvoor liet ik me inspireren door de muziek van toen, de kleren, de lichaamstaal… Ik ben in mijn platenkast gedoken, alhoewel ik meer met Beethoven en Mozart dan met de Stones en Led Zeppelin ben opgegroeid. Ik en Guillaume hebben ook verschillende klassiekers van toen herbekeken – The French Connection, ThePanic in Needle Park, de films van John Cassavetes. Plus: ik heb oude familiealbums doorbladerd om te zien welke kleren mijn moeder toen droeg. Als kind stal ik soms haar kleren en dat kwam hier goed van pas.

Je personage is een hoertje dat alleen voor haar kinderen moet zorgen. Een lastige rol?

COTILLARD: Eigenlijk niet. Sinds ik zelf moeder geworden ben, weet ik hoe het voelt om je kinderen tegen alles en iedereen te willen beschermen. Er zijn geen diepere banden dan bloedbanden. Ik heb ook alles over voor mijn twee jongere broers. Zelfs mochten het criminelen zijn, dan nog zou ik mijn leven voor hen geven. Ik weet ook wat het is om verliefd te zijn en alles voor je vent over te hebben. Zo ver stond het personage dus niet van me af. De rest – New York, de seventies, de prostitutie – is verbeelding, maar dat is nu eenmaal je taak als actrice. Je zoekt persoonlijke connecties, de rest vul je aan met je verbeelding.

Je echtgenoot Guillaume Canet is zelf ook acteur. Hoe was het om door hem geregisseerd te worden?

COTILLARD: Als acteur weet Guillaume hoe belangrijk het is om acteurs vrij te laten, om hen mee hun personage te laten creëren. Ik was ook gewoon een van de acteurs. Ik kreeg geen voorkeursbehandeling en daar was ik blij om. Ik heb ook niet zomaar ‘ja’ gezegd toen hij me vroeg. Het eerste script dat hij me liet lezen, vond ik te mager. Ik vond dat mijn personage ‘vlees’ mankeerde.

Schrok hij daarvan? Is het niet belastend voor een relatie om naast het bed ook de set te delen?

COTILLARD: Als ik een scène slecht vind, zeg ik dat. En dan hebben we vijf minuten ruzie, maar daarna vallen we elkaar weer in de armen. (lacht) Het heeft geen zin om te liegen of dingen af te zwakken tegen iemand die zo dicht bij je staat. Enkel door niet eerlijk te zijn zet je een relatie onder druk. Bij Blood Ties hebben we weinig stressmomenten gehad, omdat ik ook bij het schrijven, de montage en de postproductie betrokken was. En omdat de kritiek die hij op mij had achteraf vaak terecht bleek. Het blijft altijd delicaat, want een regisseur moet zijn acteurs altijd een beetje emotioneel manipuleren en als de regisseur je man is, heb je dat meteen door en ben je ook geneigd directer te zijn. Tegen Michael Mann ga je minder snel zeggen ‘ben je gek’ of ‘vergeet het’. Het voordeel is dat je elkaar blindelings vertrouwt en van elkaar weet hoever je kunt gaan. Bij andere films hadden we vaker wel eens ruzie, maar voor wat ga ik niet aan je neus hangen. (lacht)

Is regisseren ook iets voor jou?

COTILLARD: Ik wil het ooit proberen, maar niet nu. Het moederschap combineren met acteren is voorlopig druk genoeg. Ik heb ook aan Guillaume gezien hoeveel stress het meebrengt. Je moet een hele machine controleren en iedereen heeft honderd vragen tegelijk voor je. Toen ik begon met acteren, deed ik wat me gevraagd werd en dat was het. De laatste jaren steel ik meer met mijn ogen en let ik meer op hoe regisseurs te werk gaan. Wie weet, komt het ooit van pas.

Blood Ties is de eerste ‘Amerikaanse’ film van Matthias Schoenaerts, je tegenspeler in De Rouille et d’os. Klopt het dat jij hem mee aan boord bracht?

COTILLARD: Voor De Rouille et d’os had Guillaume hem gezien in Rundskop en toen hij me vroeg of hij Matthias moest casten, zei ik meteen: ‘Geen seconde twijfelen. Hij was een droom om mee te werken. En hij is een van de beste van zijn generatie.’ Hij spreekt ook perfect Engels. De eerste dag dat Matthias op de set stond, sprak hij met een perfect Brooklynaccent. ‘Ben je zeker dat hij een Vlaming is en geen New Yorker?’ vroeg Guillaume me. Ik voelde op voorhand dat ze prima met elkaar gingen opschieten.

De jongste jaren werk je vooral in Hollywood. Een bewuste keuze?

COTILLARD: Ik word veel in Amerika gevraagd, door grote regisseurs. Dan denk je niet: ik ga weigeren, want ik moet nu weer een Franse film maken. Ik tracht mijn rollenkeuze nooit te analyseren. Ik prijs mezelf gewoon gelukkig. Ik kan ook nog altijd onder de indruk zijn van andere actrices. Van Jennifer Lawrence bijvoorbeeld, of Léa Seydoux… Dat zijn geweldige actrices en ze zijn nog maar net begonnen.

Actrices hebben wel kortere carrières dan acteurs, zeker in Hollywood. Is de filmindustrie nog altijd seksistisch?

COTILLARD: Tien jaar geleden vroeg men me dat ook al en ik wist nooit goed hoe ik die vraag moest beantwoorden. Je vaststelling klopt, maar ik ben er nog steeds en hoop er binnen tien jaar nog te zijn. Het is sowieso lastig om een goede rol te vinden, als actrice én als acteur. Eigenlijk had ik geen tijd om De Rouille et d’os te doen, maar toen ik het script las, wist ik: dit kan ik niet weigeren, dit is té goed. Soms kun je wel niet anders. De hardste beslissing uit mijn carrière was nee zeggen tegen Asghar Farhadi, die me wilde voor Le Passé. Hopelijk is hij niet kwaad op me en draait hij nog eens een film in Frankrijk.

Aan wie je niet nee hebt gezegd, zijn de Dardennes. Wat mogen we straks verwachten?

COTILLARD: Een film die zich afspeelt in Seraing. Uiteraard. (lacht) En ik speel een vrouw die problemen heeft gehad en haar job terug wil. Meer mag ik niet verklappen. Ik kon het amper geloven toen ze me vroegen. Omdat ik hen geniaal vind, maar ook omdat ze vaak met beginnende acteurs werken. Tijdens de eerste meeting probeerde ik cool te zijn, terwijl ik als een kind op en neer wilde dansen van enthousiasme. Hopelijk vonden ze me geen al te onnozel wicht. (lacht)

Schoenaerts, de Dardennes… Je zit blijkbaar in je Belgische fase.

COTILLARD: Oh, maar ik zit al lang in een Belgische fase. Mijn favoriete ontwerper is Raf Simons, met wie ik aan een collectie heb gewerkt. Zelfs mijn eerste grote liefde was een Belg. (lacht)

Steven Soderbergh, met wie je Contagion hebt gemaakt, is daarentegen géén Belg. Was je verrast toen hij zijn pensioen aankondigde?

COTILLARD: Absoluut. Omdat ik denk – en hoop – dat we Steven nog terug zullen zien. Steven schrijft, regisseert, monteert én hij is cameraman. Ik denk dat hij even een stap terug wil zetten om te zien waar hij verder met zijn carrière naartoe wil. Aanvankelijk wilde hij zelfs cameraman zijn bij The Immigrant van James Gray. Hij is gewoon één brok passie.

Over Gray gesproken: die staat vermeld als scenarist van Blood Ties. Hoe ging dat in zijn werk?

COTILLARD: Ik heb eerst The Immigrant gedaan en daarna pas Blood Ties. Guillaume heeft James gevraagd om hem te helpen met de Engelse dialogen, en ook omdat Blood Ties over thema’s gaat – New York, misdaad, tragische liefdes,

rivaliserende familieleden – waar James veel affiniteit mee heeft.

The Immigrant is deels geïnspireerd op Grays familie, die in de jaren twintig uit Rusland in New York arriveerde.

COTILLARD:(knikt) Ik speel een katholieke Poolse, maar het is deels het verhaal van James’ grootvader: een Joodse Rus. Veel anekdotes zijn op hem geïnspireerd. Toen hij aankwam op Ellis Island, heeft hij zo een banaan opgegeten met schil en al, net als mijn personage in de film. Hij had nooit eerder een banaan gezien. Het zijn die details die de film zo tragisch en geloofwaardig maken. Dát, en perfect Pools spreken natuurlijk. Ik heb er in elk geval wekenlang op geoefend. Ik ken nog steeds geen Pools, maar mijn lerares verzekerde me dat ik geen mal figuur sla in de film. Het probleem met mij is: ik vergeet zo snel. Na La Môme wist ik alles over Edith Piaf. Nu ben ik zelfs niet zeker van haar geboortedatum. 19 december 1915? Check het nog maar eens voor de veiligheid. (lacht)

Wat was jouw eerste indruk van New York?

COTILLARD: Ik was diep onder de indruk toen ik voor het eerst New York bezocht. De wolkenkrabbers, de hectiek, de taal en de gewoontes die ik niet kende… Toen ik een Oscarnominatie kreeg voor La Môme heb ik voor het eerst een maand in New York verbleven, om mijn Engels bij te schaven. Ik weet wel: dat is niets vergeleken met wat mijn personage meemaakt – zij komt niet op taalcursus, maar wil een nieuw leven beginnen – maar ik kan me haar opwinding en verwarring wel voorstellen. Zoals ik zei: als actrice zoek je een persoonlijke link en de rest vul je in met je verbeelding.

Je tegenspeler in The Immigrant is methodbeest Joaquin Phoenix. Was je ook bang van hem, zoals Philip Seymour Hoffman tijdens de opnames van The Master?

COTILLARD: Ik was nooit bang, maar altijd gefascineerd. Joaquin drijft op zijn instinct. Hij heeft meer gemeen met een beest dan met een mens, maar de keuzes die hij maakt zijn altijd de juiste. Ik heb nooit iemand ontmoet met zo’n laag zelfbeeld, maar man, wat kan hij acteren. Hij was ook lief en genereus. Hij is zeker geen freak of zo.

Sommigen noemen James Gray een nostalgicus en retrofilmer. Mee eens?

COTILLARD: James’ films hebben inderdaad een hang naar het verleden, naar het oude Hollywood, maar dat maakt ze modern want die nostalgie is iets van deze tijd. Ook van deze tijd is de migrantenproblematiek. De film speelt zich af in de jaren twintig, maar migranten van nu voelen dezelfde wanhoop en koesteren dezelfde dromen als toen. Niemand ontvlucht zijn land als daar geen dwingende reden toe is, of die nu economisch of politiek is. Een film die ons daaraan herinnert is helemaal niet retro, maar net brandend actueel. Helaas.

BLOOD TIES

Vanaf 30/10 in de bioscoop.

THE IMMIGRANT

Vanaf 27/11 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Marion Cotillard ‘JOAQUIN PHOENIX DRIJFT OP ZIJN INSTINCT. HIJ HEEFT MEER GEMEEN MET EEN BEEST DAN MET EEN MENS, MAAR ZIJN KEUZES ZIJN ALTIJD DE JUISTE.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content