De nieuwste film van Steven Spielberg, ‘A.I.’, bereikte in Amerika niet echt zijn doelpubliek en werd door critici de grond ingeboord. Een gesprek met de Hollywood?regisseur over zijn jonge robotheld, de toekomst van artificiële intelligentie en zijn kinderlijk enthousiasme voor het vertellen van huiveringwekkende sprookjes. Door Susanne Weingarten en Thomas Hüetlin.

‘A.I.’

vanaf 24 oktober in de bioscoop.

Focus Knack geeft 10 exemplaren weg van John Williams’ soundtrack bij A.I.

Stuur een briefkaart naar

FOCUS – A.I.

Raketstraat 50b2, 1130 Brussel

Uw nieuwe film ‘A.I.’, afkorting voor ‘Artificial Intelligence’, gaat over een kindrobot en diens niet beantwoorde gevoelens voor zijn pleegmoeder. Kunt u zich als vader van vier eigen kinderen, één stief- en twee adoptiekinderen, voorstellen dat u zelf zo’n kindmachine zou adopteren?

Steven Spielberg: Absoluut.

En zou u zo’n machine ook kunnen liefhebben als uw eigen kinderen?

Spielberg: Als die machine iemand was zoals David, de robot in mijn film: ja. Mocht hij er daarentegen uitzien als Arnold Schwarzenegger in Terminator II, dan had ik wellicht meer problemen. Ook al weet ik natuurlijk wel dat er in zijn binnenste niet meer steekt dan een hoopje elektronica: David stond toch op het punt zijn hart en zijn ziel te ontwikkelen.

Beangstigt het u niet dat u evenveel liefde zou kunnen voelen voor een machine als voor een mens?

Spielberg: Als kind had ik een rat als huisdier en ik heb die oprecht liefgehad. Ik kuste het dier en liet het op mijn lichaam rondkruipen, hoewel mijn vrienden dat weerzinwekkend vonden.

Ratten blijven nog altijd wezens van vlees en bloed, geen machines. Is de liefde niet van die aard dat ze veranderlijke levende wezens ontvlamt? Uw machine blijft steken in de ontwikkelingsfase van een kleine jongen.

Spielberg: Daar moeten we in berusten. Het uiterlijk van David zal niet veranderen, maar als ingenieurs hem correct programmeren, zou hij vanbinnen in elk geval de maturiteit van een 15-, 20- of 30-jarige kunnen bereiken.

Het onvoorwaardelijke verlangen naar liefde lijkt bij uw machine een neurotische programmafout. Werkt David, met zijn monstrueus aandoend verlangen naar genegenheid, de toeschouwers niet op de zenuwen?

Spielberg: De obsessie waarmee David de liefde van zijn moeder eist, zal enkele, maar lang niet alle, toeschouwers tegen de borst stuiten. Aan die kijkers kan ik alleen maar zeggen: op de een of andere manier zijn we allemaal geobsedeerd. Vele toeschouwers vinden zich ook terug in Davids missie, tot op het einde.

De jongen komt over als iemand die in psychotherapie moet.

Spielberg: Misschien moet hij naar een machinepsycholoog. Een mooi idee voor Artificial Intelligence II.

Ondanks alles ziet u David als een positieve figuur. Maakt hij niet de indruk van een verwarde Peter Pan, een gestoorde machine die nooit volwassen kan worden?

Spielberg: Dat vind ik niet. In tegenstelling tot Peter Pan is David niet van de rest van de mensheid afgesneden. Peter Pan kan de gevoelens van mensen niet begrijpen. Hij is woedend, vol vooroordelen en haat, tamelijk negatief dus. David is daarentegen helemaal niet negatief. Hij luistert, neemt dingen op en groeit, samen met anderen.

Uw lofzang op David klinkt alsof u deze robot als een betere mens beschouwt: een schepsel zonder fout of blaam.

Spielberg: David is een machine die werd geprogrammeerd om lief te hebben en die last zal hij voor altijd met zich moeten meedragen. Niet David heeft die liefdesvloek uitgevonden: er bestaan duizenden gedichten en verhalen waarin precies over dat verlangen wordt verteld.

Is David dan een variatie op het model van ‘de eenzame jongen’, dat in een groot deel van uw werk voorkomt?

Spielberg: Eenzaamheid is zeker een thema dat me enorm fascineert. Ik was ook een eenzame jongen. De wereld waarin ik opgroeide, was er een van eenzaamheid. Ik geef ook toe dat de herinnering aan die eenzame jongen die ik toen was, nog altijd een grote plaats in mijn leven inneemt. Hoewel ik nu als huisvader van zeven kinderen allesbehalve alleen ben.

Als eenzaam kind vond u dan troost in de vreemde werelden en de melkwegen van de sciencefictionliteratuur?

Spielberg: Als kind heb ik niet veel gelezen, een tekort dat ik als volwassene probeer goed te maken. Wel vond ik toen zelf sciencefictionverhalen uit en vertelde ik die verhalen aan mijn zussen en broers. Voor mij was het een overwinning als die mijn moeder wakker maakten en kloegen dat ze wegens een van Stevens verhalen niet konden slapen. Ik was een echte broeder Grimm.

Jong zijn betekent in uw films bijna altijd: extreme kwetsuren oplopen. Ook David, het robotkind uit ‘A.I.’, wordt door leeftijdsgenootjes gepest. Waar komt bij u die argwaan tegenover andere kinderen vandaan?

Spielberg: Ik denk dat alle kinderen door boosaardige levensfasen heen moeten, fasen die ze hopelijk vroeg of laat achter zich laten. Ik herinner me heel goed dat ik me in mijn jeugd ontelbare keren volledig waardeloos heb gevoeld, omdat andere kinderen me op school pestten. Ik was extreem mager en slecht in sport, ze noemden me ‘lafaard’. Daarenboven werd ik vaak geslagen, omdat ik jood ben.

‘A.I.’ moest een film worden die ook door uw eigen kinderen kon worden bekeken. Twee van uw kinderen zijn geadopteerd. Was het voor hen niet traumatisch, te moeten zien hoe een jongen vaststelt dat zijn adoptie-ouders hem nooit echt zullen kunnen liefhebben?

Spielberg: Mijn kinderen interpreteren de film net andersom. Ze geloven dat de jongen, nadat hij door zijn adoptie-ouders is verstoten, de kans heeft om een gelukkige familie te vinden, een familie zoals de onze.

De gedachte dat machines tot leven kunnen worden gewekt, houdt mensen al honderden jaren bezig. Hoe kwam u bij dit gegeven terecht?

Spielberg: Regisseur Stanley Kubrick heeft het me aangereikt. Ik was al altijd diegene die zich met het buitenaardse bezighield, tot Kubrick me in 1986 in vertrouwen nam. Voordien had hij nog nooit met mij over zijn projecten gesproken. Bezeten als hij was van het thema ‘artificiële intelligentie’, stuurde hij me een kortverhaal van Brian Aldiss, Super Toys Last All Summer Long. Decennialang had Kubrick zich met die materie zoetgehouden, hij versleet daarbij diverse scenaristen en liet zelfs ontelbare settekeningen ontwerpen. Als mensen zich nu afvragen, ‘wat is van Spielberg, wat van Kubrick?’, speculeren ze vaak dat ik het laatste deel aan het scenario heb toegevoegd. Waarop ik enkel kan antwoorden: het draaiboek dat ik van Kubrick erfde, bevatte het begin én het einde van de film. Het slot is dus van Kubrick.

Waarom vertrouwde de in 1999 overleden regisseur u deze film toe?

Spielberg: Hij zei: ‘Steven, ik heb altijd zoveel tijd nodig voor een film. Als ik aan Artificial Intelligence begin met een jongen van zeven, zal die zijn rijbewijs behalen voor ik de film heb afgemaakt.’

Wat boeide Kubrick in dit onderwerp?

Spielberg: Minder de machines dan de mensen en onderzoekers die zich met God meten en denken dat ze iets kunnen maken dat perfecter is dan de mens zelf . Zodra dit kunstmatig wezen dan naar de macht grijpt, geraken ze in paniek. Bij een film als Frankenstein was Kubrick altijd meer geïnteresseerd in diegene die Frankenstein op de wereld zet dan in het monster zelf.

Hij voelde geen medelijden met het monster?

Spielberg: Stanley meende dat vooral de geleerden dringend in psychotherapie moesten.

Wat boeide jou aan het thema ‘artificiële intelligentie’?

Spielberg: Voor ik aan deze film begon, had ik alleen met artificiële intelligentie te maken wanneer ik schaak speelde met de computer. Nu droom ik van een alerte teddybeer die functioneert als een au-pairmeisje. Of van een robot, die erover waakt dat mijn kinderen wel in hun kamer blijven en geen snoep uit de koelkast stelen. Of van een machine die bijhoudt wat thuis zoal fout loopt als wij, ouders, de deur uit zijn.

De Amerikaanse technologietheoreticus Ray Kurzweil voorspelt dat machines mét gevoelens over dertig jaar onze planeet zullen bevolken. Wat denkt u?

Spielberg: Ik denk dat er veeleer machines zullen zijn die zoals Hal 9000, de computer uit Kubricks 2001: A Space Odyssey, zullen functioneren: machines met gesimuleerde emoties. Een vraag als ‘Hoe voel je je erbij dat onze vriend vorige week in een auto-ongeval om het leven kwam?’, zal hij bijvoorbeeld op waardige wijze beantwoorden met: ‘Het had net zo goed ons kunnen overkomen.’

Waarom portretteert u buitenaardsen en robots in uw films als vriendelijke wezens?

Spielberg: Hun duistere kanten laat ik liever over aan mijn vriend Jim Cameron en zijn robotfilms.

U voelt geen angst voor machines?

Spielberg: Ik ben bang voor wetenschappers, die fouten kunnen maken. Zoals in mijn film Jurassic Park, waar knutselaars het DNA van een dinosauriër uit een bloedzuigend insect halen en sauriërs klonen, die op hun beurt die knutselaars opvreten.

Gelooft u, zoals Kurzweil, dat we in harmonie zullen leven met de toekomstige robots?

Spielberg: Het zal ervan afhangen hoe die machines worden gebouwd. Vredelievendheid en een behoefte aan evenwicht moeten we zeker in hun apparatuur voorzien. Als we robots bouwen die het conflict met mensen opzoeken, wordt het moeilijk. Als we hen vrijheid van denken geven, kan alles gebeuren.

Hebt u, voor u aan deze film begon, de wereld van de echte robots verkend?

Spielberg: Wat er tot nu toe bestaat aan robots, is heel rudimentair. Het is nog maar het begin van het technotijdperk, veeleer lachwekkend eigenlijk. Ik heb in een laboratorium een robot ontmoet die niet eens kon zien en wiens arm centimeters naast de mijne terechtkwam, toen hij me de hand wou schudden. Computerbedrijven geven hun geld momenteel aan andere dingen uit. Het ontwikkelen van robots is veeleer een hobby van een paar wetenschappers.

In de Verenigde Staten kreeg uw film veel vernietigende kritieken. ‘Newsweek’ schreef over David: ‘Hij wil onze liefde. Wij willen ons geld terug. De knaap is gewoonweg té aangenaam.’ Voelt u zich dan als regisseur verkeerd begrepen?

Spielberg:A.I. is een film die je twee keer moet zien. Hij zal in Amerika pas echt worden begrepen en ontdekt als hij op dvd uitkomt of op televisie wordt uitgezonden.

Zijn uw landgenoten te dom om hem direct te vatten?

Spielberg: Nee, het ligt niet aan de toeschouwers. De film is heel existentialistisch, veel mensen hadden iets anders van me verwacht: iets dat in het verlengde ligt van mijn ander werk.

Vooral aan uw vast publiek, gezinnen en kinderen, is de film in Amerika voorbijgegaan. Dacht u werkelijk dat u een familiefilm had gedraaid?

Spielberg: Nee, maar ik hoopte wel dat er in gezinnen over de film zou worden gediscussieerd. ‘Wat is een mens?’, ‘Wat maakt ons menselijk?’, ‘Hoe menselijk kunnen machines zijn?’ _ ik hoopte dat zulke vragen bij het avondeten op tafel zouden komen. Zover kwam het niet. In de plaats daarvan hadden we een publiek van 25-jarigen die dachten dat het om een oorlogsrobotfilm ging. Van die mensen die doorgaans naar worstelwedstrijden op televisie kijken. Mijn fout was het, dat ik toeliet om voor A.I. reclame te maken bij de verkeerde doelgroep.

De financiële schade blijft binnen de perken. ‘A.I.’ heeft in de V.S. ongeveer 80 miljoen dollar opgebracht, in Japan tot dusver 72 miljoen. Niet slecht, maar voor een Spielberg-film een beetje weinig. Troost u zich met het megasucces van ‘Shrek’, ook een product van uw firma Dreamworks?

Spielberg:Shrek is een grote hit, dat staat vast. Maar we zullen ook met A.I. geld verdienen, ook al wordt deze film niet een van mijn grootste successen.

Wat klopt er van het gerucht dat Bill Clinton tot Dreamworks toetreedt?

Spielberg: Niets. Bill Clinton is een goede vriend. Maar er is nooit sprake van geweest dat hij in Dreamworks zou stappen. Dat was een fabeltje van de Amerikaanse pers. Die wou de indruk wekken dat Clinton Hollywood gebruikt voor zijn politieke doeleinden.

Bent u, ondanks uw vriendschap met hem, niet ontgoocheld? Clinton had het charisma en het talent om een van de belangrijkste presidenten van de Verenigde Staten te worden. Vanwege Monica Lewinsky en de omstreden graties die hij aan het eind van zijn ambstermijn uitsprak, bleef een groot afscheid achterwege.

Spielberg: Tot je zijn opvolger ziet, weet je niet of iemand een groot president is. Ik voorspel: als de ambtstermijn van George Bush ten einde loopt, zal de wereld Bill Clinton als een echt belangrijke president beschouwen.

Copyright Der Spiegel/Vertaling Annelies De Waele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content