‘IK WAS BANG OM JOE SATRIANI TE WORDEN’

Uw geloof in de gitaar verloren? Steve Gunn kan helpen. Deze vriend en stadsgenoot van Kurt Vile en The War on Drugs brak dit najaar uit de obscuriteit met Way Out Weather, een prachtplaat waaruit rookpluimen van bluegrass, folk, afroblues en kosmische americana naar omhoog kringelen. ‘Leren zingen was zwéten.’

Dat Steve Gunn nu pas, met zijn 37 lentes, op de radar opduikt, zou u kunnen doen aannemen dat hij al die tijd maar wat heeft gelanterfant. Niets is minder waar. Geboren en grootgebracht in Philadelphia kneep Gunn zijn puisten uit in de punk en hardcore. Nadat hij op zijn 24e naar New York was verhuisd, stond er geen rem meer op zijn zelfstudie, onder invloed van uiteenlopend volk als jazzgrootheid Sun Ra, avant-americanameester John Fahey, de Malinese bluesgitarist Ali Farka Touré en de Indiase sitarspeler Nikhil Banerjee. Gunn nestelde zich in de rol van improvisatiemuzikant, allang tevreden met vinylreleases in onooglijke oplages. Tot hij voelde dat de songschrijver in hem ontwaakte. Time Off (2013) was daarvan al een fraaie proeve, maar Way Out Weather vormt pas echt een wissel op de toekomst.

Twee aardigheden nog: Steve Gunn toert met een Belgische ritmesectie, bestaande uit bassist Tommy Denys en drummer Erik Heestermans (alias De Stervende Honden); en zijn zangstem vertoont griezelige overeenkomsten met die van de dode sixtiescultfiguur Alexander Spence.

STEVE GUNN: Wauw. Zijn Oar is een van mijn favoriete platen ooit. Dat hoor je ook aan Way Out Weather. Dus blij dat je dat zegt. Veel mensen vinden dat ik als Beck klink. Of – en dat vind ik nóg vreemder – als die kerel van Blind Melon. (lacht)

Eigenlijk heb je jezelf opgeleid tot instrumentalist. Songs schrijven en zingen heb je moeten leren.

GUNN: Klopt, en dat heeft me enkele jaren gekost. Als instrumentalist was ik in een doodlopende straat verzeild. Het enige wat ik deed, was jammen, bij gebrek aan een beter woord. Platen uitbrengen interesseerde me niet, alleen gitaarspelen. Ik snakte naar verandering. Maar songs leren schrijven impliceerde dat ik me over mijn angst om te zingen heen moest zetten. Dat was zweten, hoor. Bovendien moest de toon juist zijn: niet te luid, niet te emotioneel, niet te stoer… Veel zangers klinken totaal anders dan ze praten. In mijn ogen maakt hen dat een beetje fake.

Heeft die hele ommezwaai ervoor gezorgd dat je nu anders tegen je instrument aankijkt?

GUNN: Ja. Net zoals toen ik op mijn twaalfde mijn gitaarlessen liet vallen omdat ik in de ban was van het simplisme van punk en hardcore – ik was oprecht bang dat ik binnen de kortste keren Joe Satriani zou worden. (lacht) Tot mijn zeventiende speelde ik gewoon maar om te spelen. Een van mijn voorbeelden was Jack Rose, een vriend uit Philadelphia die enkele jaren geleden is gestorven. Jarenlang had die zich met volle toewijding over de gitaar gebogen, tot hij op een dag méér werd dan het product van alles wat hij had geleerd. Alsof hij door een barrière ging. Ik zag het hem doen. Toen dacht ik: nu is het mijn beurt. Ik was bereid om keihard te oefenen. Als vroege twintiger stuitte ik op instructievideo’s van John Renbourn van de folkjazzgroep Pentangle en John Fahey. Honderden keren heb ik die teruggespoeld om precies te weten hoe ze het deden. Zo ontdekte ik tal van nieuwe mogelijkheden, leerde ik te navigeren op de gitaar. Maar om op je vraag te antwoorden: die drang om nieuw terrein te verkennen is er een beetje af. Ik heb ook ingezien dat samenspel niet noodzakelijk gebaat is met individuele virtuositeit.

Een openbaring?

GUNN:(knikt)Way Out Weather is in vier dagen opgenomen. Ik had de bandleden demo’s gestuurd, maar de songs waren nog niet af. Ik was dus bloednerveus toen we de studio ingingen, want ik had geen idee welke kant het op zou gaan. Maar iedereen zat meteen op hetzelfde spoor. We werkten gezamenlijk aan de arrangementen, zonder ego’s. Als de buitenwacht dan po-sitief op de plaat reageert, weet je dat je missie volbracht is. Meer nog: dat we nog meer platen op deze manier kunnen maken. Het voelt alsof alles wat ik sinds mijn twaalfde heb gedaan naar Way Out Weather heeft geleid.

‘Een onstuimig en elliptisch reisverhaal’, leest het stickertje op de hoes. Makkelijk voor journalisten, maar het klopt wel: het zijn songs waarop je landschappen ziet voorbijflitsen terwijl je zingt over zwervers, muzikanten en andere vreemden op je pad.

GUNN: De jongste jaren ben ik minstens de helft van de tijd niet thuis geweest. Zo leer je vanzelf impressionistisch te schrijven. Bovendien voel ik niet de minste behoefte om persoonlijk – zeg maar egoïstisch – te worden. Ik zag mezelf nooit op een podium kruipen om mijn gevoelens te bezingen voor het meisje uit de broodjeszaak met wie ik dolgraag hand in hand door een weide zou struinen. Anderzijds ben ik door het reizen en optreden wel uit mijn schulp moeten kruipen. Vandaar de plaattitel: een praatje over het weer maken is altijd een mooie uitweg. Banaal onderwerp, zou je denken, maar in de eerste plaats een uitwisseling van vriendelijkheid. Je stelt je open ten opzichte van onbekenden, zonder dat die meteen je levensverhaal moeten horen. En het weer bindt mensen ook op een dieper niveau, want wie weet ooit wat de volgende dag zal brengen? Het is dat vage maar toch gemeenschappelijke element dat ik in mijn muziek naar voren wil brengen. Geen boodschap, maar ook geen nonsens.

Tot slot: je maakte een tijdlang deel uit van The Violators, de band van Kurt Vile. En jullie hebben afgelopen zomer samen een plaat gemaakt. Wanneer verschijnt die?

GUNN: Ik hoop volgend voorjaar. Het is een combinatie van covers en eigen nummers. We zijn fan van elkaars werk, en we verliezen allebei niet graag tijd, dus het was in een wip gebeurd. Er moet trouwens eerst nog een plaat uitkomen waarop ik met bluegrassband The Black Twig Pickers samenspeel. Maar mijn eigen werk heeft nu prioriteit. Want ik barst van de ideeën.

WAY OUT WEATHER

Uit bij Paradise of Bachelors. Steve Gunn speelt in het kader van Autumn Falls op 22/11 in Trix (Antwerpen). Alle info: trixonline.be

DOOR KURT BLONDEEL

STEVE GUNN ‘NEE, GEEN NUMMERS OVER DAT MEISJE MET WIE JE DOOR EEN WEI WILT STRUINEN, MAAR EEN PRAATJE OVER HET WEER IS ALTIJD EEN MOOIE UITWEG.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content