‘IK STUUR JONI MITCHELL NOG ELK JAAR BLOEMEN’

© © Amy Grantham/GF

Anderhalve minuut samenzingen met David Crosby en Stephen Stills: dat volstond voor Engelsman Graham Nash. In 1968 keerde hij vrouw, vaderland en carrière (met hitgroep The Hollies) de rug toe om in een Californische palmboom te klimmen en nooit meer om te zien. Vandaag, na miljoenen verkochte platen, egobotsingen en cocaïnejaren, staat de 74-jarige hippie op een nieuw keerpunt. ‘Scheiden na achtendertig jaar huwelijk vergt ongelofelijk veel moed.’

De overlevering heeft van Graham Nash de softie tussen de grote bekken David Crosby, Stephen Stills en Neil Young gemaakt, de lui met wie hij sinds 1969, 1970 de supergroepen Crosby, Stills & Nash en Crosby Stills, Nash & Young in stand houdt – tussen het eeuwige gekrakeel door. Nash, de vrolijke, bescheiden Brit. Nash, de innemende gentleman. Nash, de emotionele songschrijver die in zijn werk zowel het persoonlijke als het politieke bij de hoorns heeft gevat, maar in tegenstelling tot zijn held John Lennon altijd de minzaamheid zelf is gebleven. Softie, moet wel.

Maar nauwelijks de wederzijdse ‘pleased to meet you’ voorbij of dat vooroordeel ligt al aan gruzelementen. Nash’ massieve handdruk maakt meteen aannemelijk dat hij beroepshalve tevens bomen rooit. Zijn opgerolde hemdsmouwen onthullen tatoeages – iets tribal-achtigs dat me bekend voorkomt. Maar bovenal brengt zijn heldere, penetrante blik mij van de wijs. Want meteen maakt die een kwart van mijn vragen overbodig. Waarom wenst deze man na 38 jaar zijn vrouw verder veel geluk? Waarom renteniert hij op zijn grijze dag niet gewoon verder op Hawaï, in plaats van nog de hort op te gaan met This Path Tonight? Waarom promoot hij die nieuwe plaat bovendien alsof zijn hachje ervan afhangt, waarbij hij in één week tijd drie continenten aandoet? Het is het vuur. Je ziet het zo laaien achter die blauwe irissen. Het pepert je in dat voor Graham Nash de kortste weg altijd vooruit is, en rechtdoor. Dat zal hij het komende halfuur veelvuldig illustreren, met een portie krachttermen die ze zelfs in de houtkapsector onbetamelijk vinden. Ons gesprek begint, zoals de conventie het wil, met een vraag. Alleen de richting zit nog verkeerd.

GRAHAM NASH: Wat vind jij van de politieke situatie in Amerika, in de aanloop naar de presidentsverkiezingen?

Griezelig.

NASH: Perfect, perfect. Krankzinnig, niet? De enige persoon die Donald Trump nog iets in de weg kan leggen, is Trump zelf. Hoewel: hoe meer idiote uitspraken hij doet, hoe groter zijn aanhang wordt. Dat zegt verschrikkelijk veel over hoe dom veel Amerikanen zijn. Ik kan er gewoon niet bij dat je juicht wanneer zo’n Trump de moslims of de latino’s schoffeert, of die fucking muur tegen Mexico aan wil bouwen. En hij maakt wel degelijk kans om president te worden. Wie had ooit verwacht dat Ronald Reagan het zou halen? Of George W. Bush, die we op ons dak hebben gekregen met de groeten van het Hooggerechtshof, na die verkiezingen die hij met een half miljoen stemmen had verlóren. (hoofdschuddend) It’s all a game, kid.

Je bent Amerikaans staatsburger geworden tijdens de Vietnamoorlog.

NASH: Om niet voor hypocriet te worden versleten. Als je kritiek hebt op de Amerikaanse overheid, dan moet je deel uitmaken van dat land. En ik wilde stemmen, frankly.

Waar woon je tegenwoordig?

NASH: New York City. Na veertig jaar Hawaï heb ik de ene jungle voor de andere verruild, haha.

Jungle, niet paradijs?

NASH: (formeel) Neen. Jungle. Mijn ex-vrouw wilde graag ons huis op Hawaï, dus gééf ik haar dat fucking huis. Ik wil haar niet nog meer kwetsen. Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer een voet op Hawaï zal zetten. Alleen kan ik daar dus mijn huis niet meer binnen. Maar so what? Ik ben nu eenmaal smoorverliefd op die andere vrouw, Amy Grantham. Een mooie, fantastische fotografe. Weet je, een romance moet je voeden. Af en toe bloemen, een lief berichtje. Dat hebben Susan, mijn eerste – excuseer: tweede – vrouw en ik de voorbije twaalf jaar niet meer gedaan. Om de een of andere reden hebben we datgene wat ons altijd heeft verbonden, laten verdorren.

Maar je bent er de persoon niet naar om dan in een hoekje te gaan zitten snotteren.

NASH: Neen. Ik heb niet één traan gelaten. Maar het heeft me natuurlijk wel geraakt. Ik maak me zorgen om mijn drie volwassen kinderen, en mijn vier kleinkinderen die allemaal onder de drie jaar oud zijn. Dat ligt moeilijk. (kijkt voor het eerst weg) Mijn kinderen zijn heel kwaad op me en dat is jammer. Ik weet niet hoe ik daarmee moet omgaan. (herpakt zich) Door mijn huwelijksproblemen voelde ik me alsof ik aan het uitdoven was. Toen Amy in mijn leven kwam, ben ik gaan beseffen dat ik nog heel wat jaren voor me heb. Een geweldige gewaarwording.

Voluit kiezen voor het eigen geluk: egoïstisch, toch?

NASH: (knikt hevig) Héél egoïstisch. But there’s only me in here. Ik ben mijn eigen gids in het leven dat ik gekregen heb. Zo simpel is het.

Een bijproduct van die drastische veranderingen is, voor het eerst sinds lang, een nieuwe plaat. Je hebt de gewoonte gezwind songs te schrijven wanneer je op mijlpalen in je leven aanbelandt. Samenwonen met Joni Mitchell? Daar is Our House. Breken met Joni Mitchell? Simple Man.

NASH: Ik kan maar schrijven wanneer ik iets voel. Zoals liefde, verdriet, kwaadheid om iets wat de een of andere asshole me heeft aangedaan. Mijn songs komen dus recht uit de bron. Ik ben zó dankbaar dat ik een muzikant ben. Of beter: een artiest. Ik schilder, ik maak foto’s. Elke dag moet ik iets maken, moet die vonk er zijn, of ik voel me volslagen nutteloos. Ik heb miljoenen dollars aan psychiatrie bespaard omdat ik in staat ben mezelf onbelemmerd te uiten. Ik praat met mezelf, los mijn fucking problemen wel op in songs.

Eind jaren zestig liet je je hele hebben en houden in Manchester achter om met David Crosby en Stephen Stills een nieuwe groep te beginnen in LA. Moedig.

NASH: Ja. Wat ik nu doe, op mijn 74e, vergt óók ongelofelijk veel moed. Ik heb vrienden die niet gelukkig zijn in hun huwelijk, maar die redeneren: ach, zo lang heb ik niet meer te leven, ik verdraag het maar. Zo ben ik niet.

Heb je destijds wakker gelegen van de vraag: wat heb ik gedáán?

NASH: Neen. Ik heb nooit aan mezelf getwijfeld. Weet je waarom? (straalt) Omdat ik Stephen, David en mezelf had horen samenzingen. Die harmonie… Jongen, fantastisch. Ik was ogenblikkelijk verslaafd. What the fuck just happened? Stephen en David die You Don’t Have to Cry tweestemmig zongen en ik die daar een derde lijn overheen legde: wat een blend. Alles wat CSN uiteindelijk is geworden, is geboren in anderhalve minuut.

Met Neil Young erbij vormden jullie niets minder dan de hippie-aristocratie. Net zo zelfingenomen, decadent en naïef als de meeste blauwbloedigen, als ik even mag. ‘We kunnen de wereld veranderen met liefde. En we kunnen ook cocaïne de baas.’

NASH: Nou, onze basisconcepten staan nog altijd pal: vrede is beter dan oorlog, liefde is beter dan haat. En cocaïne… Yep, deden we ook. Onvoorstelbaar. Maar in tegenstelling tot David en Stephen heb ik coke mijn leven niet laten verwoesten. Sinds 1984 heb ik dat spul niet meer door mijn neus gejaagd.

In zijn autobiografie Waging Heavy Peace noemt Neil Young je ‘de professional’.

NASH: Yeah.

Oftewel: de archivaris van de groep. Als jij de tapes niet had bewaard van jullie legendarische stadiontournee van 1974, de eerste in zijn soort, dan zou het historische gewicht daarvan misschien sneller vergeten zijn.

NASH: Toen we de voorbereidingen troffen om veertig jaar na die tournee een driedubbele cd-box samen te stellen, konden we beginnen te werken met uitstekend geconserveerd materiaal. Omdat ik de tapes al die tijd in een met halongas gevulde, temperatuur- en vochtigheidsgecontroleerde kluis heb laten bewaren. Een Zwitsers systeem. Heel veel deuren die je met een wiel moet bedienen. Hollywood Vaults – googel het maar. Dus daar lagen die opnames al sinds 1974. Op mijn kosten, wat kan mij het schelen, want die tapes zijn ons verleden en onze toekomst. We hebben heel veel opgenomen dat mensen nooit zullen horen. Tenzij ik het initiatief neem. Stephen en David kunnen daarvoor de concentratie niet meer opbrengen. Vergeet niet dat ik de voorbije tien jaar zestien fucking cd’s heb uitgebracht. (telt op zijn vingers) Crosby’s box, dat waren er drie. Mijn eigen box Reflections, drie. Die van Stephen, vier. CSNY 1974, vier. En ten slotte nog een greatest hits en een demoverzameling van CSN. Ik ben een nijvere jongen geweest. Dat is een van de redenen waarom David, Stephen en Neil op This Path Tonight niet te horen zijn: ik wil me volledig toeleggen op Graham Nash. Ik heb me vijfenveertig jaar uitgesloofd om de fucking boel samen te houden. Nu is het: time for me. (fijntjes) Egoïstisch.

Waar gaat die nieuwe song Encore over?

NASH: Waar het over gaat. (windt zich op) Who the fuck ben je als de spots doven? Ben je een goed mens of gewoon a fucking rock ‘n’ roll asshole? Ben je met deze groep wel bezig om van de wereld een mooier oord te maken, of hang je er maar aan als ballast?

Dat lijkt me te bikkelhard om zelfkritiek te zijn.

NASH: Deels is het dat wel. Maar ik ben bovenal bikkelhard voor Crosby. (zwijgt)

(zwijgt)

NASH: En je volgende vraag is? (lacht)

Je bent waarschijnlijk niet zo nijdig omdat hij na de vorige repetitie weer het licht had laten branden.

NASH: (droog) Zo kun je het ook zeggen. David Crosby is fucking gek geworden. Ken je To the Last Whale…, het tweedelige slotnummer van de Crosby & Nash-plaat Wind on the Water? (zingt) ‘Over the years you have been hunted / By the men who threw harpoons…’ Dat nummer begint zoals je weet met Critical Mass, een hemelsmooi stukje polyfonie dat Crosby heeft geschreven. Oké, even veertig jaar terug. Op een dag vraagt Crosby me of ik zin heb om te gaan zeilen met hem en zijn boot The Mayan. Best, wordt een vrolijke zondagnamiddag. Dácht ik. Neemt hij me verdomme mee van Fort Lauderdale, aan de oostkust, naar fucking San Francisco, in Californië! Négen weken onderweg geweest! Nou goed, zit ik hem niet zo lang geleden dat verhaal nog eens te vertellen. Over hoe we die blauwe vinvis hadden gezien die groter was dan zijn boot, al die diepe ervaringen en wat nog allemaal. Omdat ik die song dolgraag wil spelen op de komende tournee, maar dan wel met Critical Mass als inleiding, op tape. Wel, dat heeft hij me vlakaf verboden! (staart me secondenlang kwaad aan) Terwijl hij er nog voor betaald zou worden ook! Ik weet niet wat er tegenwoordig in dat hoofd van hem speelt, echt niet. Ik denk trouwens niet dat Neil nog ooit met David wil praten. Je weet waarom?

Hij heeft, geloof ik, Neil Youngs nieuwe madam Daryl Hannah een giftig roofdier genoemd.

NASH: Ik zal heel eerlijk tegen je zijn: ik hoef Crosby ook niet meer te zien of horen. Ik heb van die man gehouden en ik heb hem beschermd, vijfenveertig fucking jaar lang. Maar de voorbije twee jaar heeft hij me als een zak stront behandeld. Ik kan wel wat verdragen, zeker van hem. Maar te veel is te veel. En wat hij met Neil heeft gedaan? (schudt misprijzend het hoofd) Hoe achterlijk. Give me a fucking break. Als je Neil Youngs nieuwe vrouw uitscheldt voor het vuil van de straat, what the fuck denk je dat er dan zal gebeuren? Dus Neil belt David: ‘Wat jij vindt, is je eigen zaak, maar doe me een lol en trek die woorden in. Zeg maar dat je mond weer te groot is geweest.’ Maar wat doet Crosby? Hij wacht verdomme een jáár en verontschuldigt zich dan op de radio bij Howard Stern. En hij meende er nog geen woord van ook, hij was alleen bezig zijn eigen reet uit de wind te zetten. A purely poisonous predator. Die vier woorden zouden wel eens het definitieve einde van CSNY kunnen betekenen.

Hm, daar heeft het er in vijfenveertig jaar wel vaker naar uitgezien.

NASH: O, maar zo gortig als nu is het nooit geweest.

Komaan, alsof jullie nooit heftiger hebben gebakkeleid, voordat jullie weer eens voor onbepaalde duur uit elkaar gingen.

NASH: Hola, we zijn nooit uit elkaar geweest. We hebben alleen periodes gehad waarin we elkaar niet konden luchten, haha. Neen, neem het van mij aan: er zal geen nieuwe CSNY-plaat of -tournee meer komen. Omdat niemand nog met David wil praten. Na wat ik allemaal voor die man heb gedaan! Toen de fiscus op zijn auteursrechten aasde, heb ik ze opgekocht en aan hem teruggeschonken. Om mij dan zo te behandelen… Onvergeeflijk. Ik zeg je: ik ben klaar met hem.

Iets anders. Stuur je nog elk jaar bloemen naar Joni Mitchell voor haar verjaardag?

NASH: (glimlacht) Elk jaar. Ik hou innig van haar. Je kunt Joni Mitchell niet hebben liefgehad en verwachten dat dat gevoel ooit zal slijten. Ze is een briljante, artistieke, mooie dame.

Zeg niet dat je nooit over haar heen bent geraakt.

NASH: Ik ben over haar heen geraakt, maar het heeft lang geduurd. Héél lang. Dat deel van mijn leven, samen met haar, is me immens dierbaar en zal ik nooit vergeten. In toekomstige overzichtswerken van de jaren zestig zal men alleen nog The Beatles, Bob Dylan, Jimi Hendrix misschien, en Joni vermelden. Al de rest zal vergeten worden. En ja, daar heb ik vrede mee.

Tot slot: ik kan me niet één foto van jou voor de geest halen waarop je tatoeages te zien zijn. Recente ingevingen?

NASH: O, deze (wijst op zijn onderarm) heb ik pas drie jaar geleden laten zetten. Het is een IJslandse mythische figuur. Dit schilderden ze ooit in bloed op de voorhoofden van krijgers. Als je je in het midden van een storm bevindt, op de oceaan of op het land, letterlijk of figuurlijk, dan is dit je uitweg. Een soort kompas, zeg maar. Björk heeft trouwens dezelfde op haar schouder, kwam ik enkele weken geleden te weten.

Ah, dáár ken ik die van!

NASH: En ik heb er nog hoor. (knoopt zijn hemd open) Hier op mijn bovenarmen: een zeemeermin en Ganesh, de olifantengod van de hindoes. Ganesh, G. Nash, snap je? Ik was de enige in mijn familie die nog geen tatoeages had. Dus zei ik: fuck it.

Een mens is nooit te oud?

NASH: Zo is dat.

THIS PATH TONIGHT

Uit bij Warner.

AN EVENING WITH GRAHAM NASH

Op 31/5 in de Roma in Borgerhout. Alle info: deroma.be

DOOR KURT BLONDEEL

‘HET HEEFT ME GERAAKT, MAAR IK HEB NIET ÉÉN TRAAN GELATEN BIJ MIJN SCHEIDING. IK HEB VRIENDEN DIE NIET GELUKKIG ZIJN IN HUN HUWELIJK, MAAR DIE REDENEREN: ACH, IK HEB NIET MEER LANG. ZO BEN IK DUS NIET.’

‘DE VOORBIJE TWEE JAAR HEEFT DAVID CROSBY ME ALS EEN ZAK STRONT BEHANDELD. TE VEEL IS TE VEEL. EN WAT HIJ MET NEIL YOUNG HEEFT GEDAAN: HOE ACHTERLIJK.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content