‘IK SCHRIJF HET LIEFST OVER GEDEUKTE MENSEN’

In het uitgestrekte land van de misdaadletteren mag de Amerikaanse Karin Slaughter gerust de koningin heten. Vanwege haar internationale populariteit – ze sleet al dertig miljoen boeken – en haar doortimmerde oeuvre. Maar ook dankzij haar bijna zieke geest en bereidheid om risico’s te nemen. ‘Natuurlijk heb ik een wapen in huis.’

Alleen al in de Lage Landen wist Karin Slaughter een slordige twee miljoen exemplaren van haar titels aan man en vrouw te brengen. Haar jongste pennenvrucht heet Stille zonde (oorspronkelijke titel: Unseen). Daarin borduurt de kleine blonde schrijfster uit Atlanta met succes voort op de lotgevallen van haar drie sleutelpersonages: Will Trent, de smartelijke agent van het Georgia Bureau of Investigation; Sara Linton, de arts en pathologe die het na de dood van haar man, commissaris Jeffrey Tolliver, met Trent aanlegt; en Lena Adams, gehard rechercheur en ongelukkenmagneet, want mee verantwoordelijk voor het sneuvelen van haar baas Tolliver in the line of duty. In Slaughters misdaadverhalen vormt het psychologische gedonder en gebliksem tussen de geslagenen des levens een even essentiële poot als het antwoord op de vraag wie het heeft gedaan.

Meestal verzin je eerst een titel wanneer je aan een nieuw boek begint. Waarom Unseen, oftewel ongezien?

KARIN SLAUGHTER: Omdat Will Trent ditmaal undercover gaat. Op voorhand had ik al uitvoerig met echte undercoveragenten gesproken. Zij vertelden me dat het van primordiaal belang is dat je volledig opgaat in je omgeving, je eigen persoonlijkheid uitgomt. Verder is Will een man die zijn hele leven in vierkant draaiende relaties heeft gezeten. Zijn manier om daarmee om te gaan is zich zo onopvallend mogelijk te gedragen. Als een begrafenisondernemer, bijna. (glimlacht) Maar dan ontmoet hij Sara Linton, die eist dat hij zich blootgeeft. Een helse opdracht, want Will komt uit een stukgelopen huwelijk. Hij is doordrongen van het besef dat de persoon die je het beste kent je ook de grootste pijn kan doen. Ja, over het vertrouwen tussen Will en Sara kan ik nog wel enkele boeken vullen.

Will, Sara en Lena zijn heel complexe karakters met donkere verledens. Vanuit schrijversstandpunt is een gelukkig getrouwde familiemens opvoeren waarschijnlijk even boeiend als verf zien drogen.

SLAUGHTER:(lacht) Daarom heb ik ook de controversiële keuze gemaakt om mijn Grant Countyserie (rond Sara Linton, Lena Adams en Jeffrey Tolliver, nvdr.) stop te zetten: ik vond dat het daar allemaal te veel op rolletjes begon te lopen. Zonder strijd geen boek. Sara en Jeffrey hadden ook hun onderlinge problemen, maar eigenlijk pasten ze te goed bij elkaar. En geluk kan ik niet uitstaan. (schatert) Daarom moest Jeffrey er maar aan geloven.

Gevolg: verontwaardiging alom.

SLAUGHTER: Ik heb tonnen e-mails van lezers gekregen. Sommige waren over the top nasty, maar uit de meeste sprak een oprechte teleurstelling. Wat natuurlijk flatterend is: blijkbaar had ik een personage gecreëerd dat mensen raakte. Aangezien die lezers zoveel tijd in mijn boeken hadden geïnvesteerd, vond ik het maar normaal dat ik elk van hen persoonlijk terugmailde. Dus heb ik uitgelegd dat ik de grens van de routine vooral niet wilde overschrijden.

Bedrog, verkrachting, abortus, moord, foltering: de vraag rijst hoeveel rampspoed je over je personages kunt afroepen zonder dat het ongeloofwaardig wordt. Of erger nog: deprimerend en oninteressant.

SLAUGHTER: Nou, toen ik Will bedacht, heb ik er nauwgezet over gewaakt dat hij geen stakkerd werd. Hij heeft een goed ontwikkeld gevoel voor humor. Dat zorgt voor een mooie balans. Het is niet omdat je een ongelukkige jeugd hebt gehad dat je later geen evenwichtig leven kunt leiden. Ik ken wel wat van zo’n mensen, en ik kan je verzekeren: ze zijn helemaal niet kapotgegaan aan wat hen is overkomen. In zeker opzicht heeft het hen zelfs sterker gemaakt. Maar wat al die ‘rampspoed’ betreft: dat krijg je nu eenmaal als je in mijn boeken rondhangt. (lacht) Ik schrijf het liefst over gedeukte mensen. Zijn we dat niet allemaal een beetje? Het leven is een aaneenschakeling van schade en schande, van vreugde en verdriet, van verstandige en oerdomme beslissingen. Als ik over die personages schrijf, voelen ze als echte mensen aan. Hopelijk is dat ook zo voor de lezer.

Lena Adams is zonder twijfel je meest polariserende personage. Maar zelfs al is ze roekeloos en doortrapt, doordat ze fouten maakt, is het onmogelijk haar hartgrondig te haten.

SLAUGHTER: Een personage haten kan nooit de bedoeling zijn. Kijk naar Tony Soprano. Mensen zijn verzot op hem. Hij moordt, bedriegt zijn vrouw, liegt tegen zijn kinderen. En toch willen mensen hem beter leren kennen. Als je dat bereikt, heb je als schrijver goed werk geleverd.

Een boek als De correcties van Jonathan Franzen had je nooit kunnen schrijven, heb je eens gezegd: het gaat alleen maar over etters.

SLAUGHTER: Klopt. In de VS woedt een grote discussie over hoe aimabel je je protagonisten eigenlijk hoort te maken. Literaire schrijvers zijn vandaag geneigd om extreem afstotende personages te verzinnen. Kan best, volgens mij. Veel lezers moeten Lena Adams helemaal niet, maar ze zijn wel nieuwsgierig naar wat ze allemaal uitspookt – als ramptoeristen die het wrak van een trein gaan bekijken. Ik wil niet beweren dat de personages in De correcties niet goed uitgewerkt zijn – dat zijn ze wel degelijk, net als het verhaal – maar ze lieten me koud. Ik moest denken aan die keer toen ik als kind bij een vriendinnetje mocht overnachten, en haar ouders ’s avonds bij het eten kletterende ruzie kregen. Ik voelde me ongewild, en dat had ik bij De correcties ook.

Wat hebben literaire schrijvers vandaag tegen aimabele personages?

SLAUGHTER: Hetzelfde als wat ze tegen een plot hebben. (glimlacht) Sinds vijf jaar is het heel trendy elke vorm daarvan achterwege te laten. Een gimmick waarmee je je in mijn ogen de leegte in schrijft. Zelfs in The Great Gatsby zit een moord. Een boek moet vragen oproepen en het einde moet antwoorden bieden. Nu ja, het waait wel weer over. Mijn favoriete quote van Flannery O’Connor is: ‘Overal vragen mensen me of ik niet vind dat universiteiten schrijvers beteugelen. Naar mijn mening beteugelen ze er niet genoeg.’ Ik prijs me gelukkig dat ik populaire fictie schrijf, en me aan literaire probeersels weinig gelegen moet laten liggen.

Er gaat haast geen interview voorbij of je onderstreept hoe moeilijk het is om als schrijver aan de bak te komen.

SLAUGHTER: Iederéén wil schrijver worden tegenwoordig. En in feite is daar geen kunst meer aan: in vijf minuten heb je jezelf gepubliceerd op Amazon. Toen ik begon, was de strategie van uitgeverijen nog auteurs zo veel mogelijk te koesteren. Dat geduld is weg, je moet meteen scoren, net zoals in film, tv en muziek. Uitgeverijen hanteren nog maar twee modellen. Of je krijgt de volle steun en dan zien ze wel of je doorbreekt of niet. Of je krijgt een schijntje en ze laten je volledig aan je lot over. Pas wanneer het geld binnenstroomt, beginnen ze alles voor je te betalen. (glimlacht)

Waarom heb jij het wel gehaald?

SLAUGHTER: Geluk. En dwaasheid. (lacht) Ik had een bloeiend bedrijf dat reclameborden maakte. Dat had ik niet moeten verkopen om zo’n onvoorstelbaar risico te nemen. Maar: blij dat ik het heb gedaan. Een mens mag zijn volle verstand ook al eens uitschakelen. (grijnst)

Daarover gesproken: vanaf je eerste boek Nachtschade viel je al op door vaak beestachtig geweld uitgebreid te beschrijven.

SLAUGHTER: Ik wil nochtans niet shockeren, wel bang maken. Ik probeer elke beginsituatie zo normaal mogelijk te doen lijken. Een koppel zit thuis na het werk. Een ander gaat wandelen in het bos. And then something bad happens. Want zo gaat het er in het echte leven aan toe. Niemand wordt wakker met het vermoeden dat ze het slachtoffer van een misdaad zullen zijn. En toch: al die dingen die ik beschrijf, gebeuren ook.

Heb je een wapen thuis?

SLAUGHTER: Natuurlijk, in mijn berghut, waar ik heel vaak moederziel alleen zit. Ik weet dat Europeanen denken dat zowat elk Amerikaans gezin een vuurwapen heeft liggen, maar in werkelijkheid gaat het om zo’n 40 procent. Dat is nog altijd heel veel, toegegeven. Zelf zou ik met plezier mijn wapen inleveren als iedereen het zou doen. En voor mij kan de wetgeving niet streng genoeg zijn. Onze grondwet beschrijft het recht ‘goed gereglementeerde milities’ te vormen. Alleen schijnt iedereen dat ‘goed gereglementeerde’ vergeten te zijn.

Tot slot: hoe staat het met je geplande reis naar de ruimte met Virgin Galactic?

SLAUGHTER: Wel, ik heb horen zeggen dat ze er volgende zomer mee willen beginnen. Ik heb mijn vader moeten beloven dat ik niet aan boord stap vooraleer minstens honderd mensen veilig zijn teruggekeerd. Omdat de statistieken blijkbaar stellen dat op er honderd vluchten altijd eentje is waarbij iemand om het leven komt. (lacht) Maar ik ga het absoluut doen. En het zal elke cent waard zijn.

STILLE ZONDE

Uit bij De Bezige Bij.

DE MOORDZOMER

Knack Focus selecteerde 40 nieuwe pageturners voor een (ont)spannende zomer. Alle info: demoordzomer.beVOLGENDE WEEK FRANCK THILLIEZ – DE SCHAKEL

DOOR KURT BLONDEEL

Karin Slaughter ‘EEN PERSONAGE HATEN KAN NOOIT DE BEDOELING ZIJN. ALS MENSEN IEMAND ALS TONY SOPRANO BETER WILLEN LEREN KENNEN, DÁN HEB JE GOED WERK GELEVERD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content