‘IK SCHRIJF HARRY HOLE VOOR TWEE VRIENDEN, NOG STEEDS’

© © STIAN ANDERSEN

Een hallucinante twintig miljoen exemplaren heeft Jo Nesbø ondertussen verkocht van de thrillerreeks waarin de harde flik Harry Hole op Noorse seriemoordenaars jaagt. Wij sloegen hem in de boeien en dwongen enkele bekentenissen af. ‘Ik heb een achtjarig jongetje 3 euro afhandig gemaakt.’ ?

Wanneer ik in de lobby van het Amsterdamse Ambassade Hotel aan de Noorse succesauteur word voorgesteld, slaat de twijfel toe: deze man lijkt helemaal niet op zijn auteursfoto. ‘De uitgeverij heeft me met een dubbelganger opgezadeld, Nesbø zelf zit gewoon op een eilandje cocktails te drinken’, is mijn paranoïde idee. Hij merkt mijn verwarring: ‘Het is de zonnebril. Oogontsteking.’ Toch blijft de twijfel – hij lijkt er écht niet op. Het zegt iets over de argwaan die Nesbø op zijn lezers overplant: niets is ooit wat het lijkt in zijn boeken – een adagio dat je blijkbaar meeneemt naar het echte leven. Even later zitten we rustig in de bibliotheek van het hotel en valt Nesbø weer gewoon samen met zichzelf. Alhoewel.

Het toeval wil dat ik net terug ben uit je thuisland Noorwegen. Daar ligt je nieuwe thriller Politie heel prominent in de winkels. Meer nog: alléén jouw boek lag in de etalages. Kan dergelijk ongezien succes je nog verrassen?

JO NESBØ: Zeer zeker! Dit hadden we met Politie absoluut niet verwacht. Ergens dachten we dat het plafond bereikt was, dat de serie nu wel haar hoogtepunt had gezien, maar juist het omgekeerde is gebeurd: we hebben een enorme sprong voorwaarts gemaakt en een volledig nieuw publiek aangeboord. Eigenlijk verbluffend: je zou niet vermoeden dat zoiets als een boek zo veel ophef kan veroorzaken – een tv-serie, ja, een film, ja, maar een boek, godbetert? Dat stemt me optimistisch in tijden van vervlakking en hapklaar entertainment. Kijk naar mijn collega Karl Ove Knausgård. Ettelijke duizenden pagina’s literair experiment gevat in dikke turven – niemand die ooit had kunnen vermoeden dat zoiets een bestseller zou kunnen worden. Het menselijk ras blijft me verrassen.

Succes kan verlammend werken. Nooit last van druk aan de schrijftafel?

NESBØ: Niet echt. Natuurlijk is het pr-circus, de interviews, de praktische stress van reizen nogal uitputtend, maar eenmaal terug in mijn schrijfkamer valt dat allemaal weg. Toen ik aan de Harry Hole-reeks begon, had ik een zeer klein publiek voor ogen – twee van mijn beste vrienden – en in wezen is dat niet veranderd. Als kind was ik nogal eenzelvig: ik kon helemaal opgaan in de wereld die ik geschapen had met mijn tinnen soldaatjes. Wanneer er buurkinderen meespeelden, raakte ik snel gefrustreerd. Zij belemmerden mijn fantasie, begrepen mijn speelwereld niet en uiteindelijk stuurde ik hen weg. Net hetzelfde met mijn thrillers: het is mijn universum, en in wezen kan het me niks schelen wat iemand anders ervan denkt.

Het zijn natuurlijk wel je klanten.

NESBØ: En het doet me deugd dat zo veel lezers er plezier uit putten. Maar ik zal hen niet proberen te behagen. Schrijven is een beetje als mensen bij je thuis uitnodigen voor een feestje. Je weet niet of ze gaan opdagen, het aangenaam gaan vinden, of ze zullen blijven. Niemand die eraan denkt zijn feestje in te richten naar ongewisse gasten. Evenmin kun je naar hen toe trekken en vragen wat ze willen, wat zij mogelijk leuk zullen vinden – dat levert maar een belabberd fuifje op. Klagen kan ik voorlopig niet: I live in a crowded house.

Je superflik, Harry Hole, gaat al een tijdje mee. Nooit in de verleiding gekomen om hem te laten sterven?

NESBØ: Met elk boek opnieuw. Telkens denk ik een verhaallijn uit waarbij hij het loodje legt – dat maakt het spannender – en telkens ontsnapt hij weer. Niet dat de reeks moet eindigen met zijn dood. Ik zou er vrede mee kunnen nemen moest Politie de laatste in de reeks zijn; het lijkt me een gepast einde. Anderzijds blijf ik nieuwsgierig naar zijn verdere levensloop en ik weet dat het over een aantal maanden weer zal kriebelen om Harry een bezoekje te brengen.

Je spreekt over Harry alsof hij hier fysiek in de kamer staat.

NESBØ: Ik ken hem onderhand wel door en door, ja. Hij is ook zo interessant. Een eenzame wolf, nors, rebels en gevaarlijk, en aan de andere kant gelooft hij oprecht in het Scandinavische model, in onze democratie en ons sociaal weefsel, en is hij bereid dat, soms tegen zijn natuur en overtuiging in, te beschermen en te vrijwaren van kwaad. Een heilig boontje is hij zeker niet – niet al zijn interventies zijn zuiver op de graat – maar juist die dualiteit maakt hem boeiend. Ik wens Harry oprecht een mooi leven toe, dat lijkt hij volgens mij wel verdiend te hebben, en aan het begin van Politie durft hij zichzelf bijna gelukkig te noemen.

En daarna slaat het noodlot weer keihard toe. Hoe wreed kun je zijn?

NESBØ: Harry worstelt met een aantal demonen. Daar raakt hij niet zomaar van af. Aardje naar zijn vaartje, zullen we maar zeggen. Het was zijn keuze om terug te keren uit Hongkong – dat was voor zijn doen een perfecte leefwereld, eentje met een minimum aan pijn, een soort limbo. Toch wil hij de verantwoordelijkheid voor Oleg, die niet zijn natuurlijke zoon is, maar met wie hij wel een hechte band heeft, opnemen. Hij wil een goede vader zijn; alleen brengt hem dat in conflict met zijn taak als politieman. Elk boek draait om morele dilemma’s, maar deze keer wacht hem wel een zware keuze.

Hoe heb je hem eigenlijk bedacht?

NESBØ: Die vraag is me zo vaak gesteld en heb ik zo vaak beantwoord dat ik niet meer weet of het wel oprecht is. Nu, in jouw plaats zou ik ze ook stellen. Harry is een mengeling van fictieve voorbeelden en mensen van vlees en bloed – zo is de naam gebaseerd op een van mijn jeugdhelden, een voetballer die hier in de jaren zeventig in de eerste klasse speelde. Na al die jaren is het moeilijk aan te duiden.

Ik moet altijd aan Clint Eastwood denken, die altijd een beetje Dirty Harry is gebleven.

NESBØ: Harry Hole bevat ongetwijfeld elementen van Dirty Harry, en ik merk dat ik geen schrik meer heb van de hard-boiled clichés. In het begin probeerde ik daar ver vandaan te blijven, maar eigenlijk kun je niet om die schitterende erfenis heen, en nu schrijf ik me expliciet in in die traditie en probeer ik het genre uit te diepen. Een beetje zoals Frank Miller, die in Sin City heel zwaar inzet op die donkere detectives; herkenbaar voor de lezer, maar net iets anders, zodat het ook verrast.

Vreemd genoeg heb je ook kinderboeken geschreven, over de lichtjes krankzinnige Dr. Proktor. Hoe komt een thrillerauteur op zoiets?

NESBØ: Voor mij is dat niet zo vreemd: ik schrijf ook korte verhalen, toneelstukken en liedjesteksten. Dr. Proktor is ontstaan om mijn dochter in slaap te krijgen. Ze jengelde altijd om verhaaltjes voor het slapengaan en zo verzon ik die gekke professor en zijn gevolg. Die heb ik uitgewerkt in vier boeken, en binnenkort komt er een eerste film aan. Het grootste verschil tussen kinderboeken en thrillers is ongetwijfeld de lezersbrieven. Zo kreeg ik post van een achtjarige jongen die alle Proktor-boeken had gelezen en zich afvroeg of ze niet verfilmd konden worden. Hij opperde zelfs een aantal scenario’s en mogelijke titels. Alleen had zijn vader hem verteld dat dergelijke fantasieverhalen verfilmen héél duur is. Dus had die jongen 20 kronen bijgevoegd, ongeveer 3 euro, ‘om me op weg te helpen’.

Fantastisch. Je moet hem een procentje geven.

NESBØ: Ja, eigenlijk wel. Misschien zet ik hem op de aftiteling als coproducer.

Wat vond je van de verfilming van jouw Headhunters?

NESBØ: Vlak na de première vroegen ze naar mijn oordeel, of ik ze ‘sexy’ vond. Dat is als vragen aan een gynaecoloog of hij zijn laatste patiënte sexy vond. Er bestaat geen juist antwoord op, daarvoor bekijk je alles veel te technisch. De tweede keer zag ik de film in Australië, in een openluchtcinema en toen vond ik hem wel goed. Misschien ook omdat ik dronken was. Dus de externe omstandigheden moet je ook in rekenschap nemen. Maar de verfilming van de Hole-reeks heb ik altijd tegengehouden omdat ik wilde dat de lezers hun eigen beeld konden vormen, zonder de concurrentie van het witte doek. Toen zei ik altijd bij wijze van grap dat alleen een telefoontje van Martin Scorsese me van gedachten kon doen veranderen. Tot hij effectief belde, natuurlijk. Dus nu ligt het in zijn handen.

POLITIE

Uit bij Cargo.

DE MOORDZOMER

Knack Focus selecteerde 40 nieuwe pageturners voor een (ont)spannende zomer. Alle info: demoordzomer.beVOLGENDE WEEK SARAH DENOO – HARDZIEK

DOOR RODERIK SIX

Jo Nesbø ‘OF IK DE VERFILMING VAN HEADHUNTERS SEXY VOND? JE VRAAGT EEN GYNAECOLOOG TOCH OOK NIET OF HIJ ZIJN LAATSTE PATIËNTE SEXY VOND.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content