‘IK MOEST DE JONGE COPPOLA VERMOORDEN’

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand. Wie was ooit de machtigste regisseur van Hollywoodland? Een halve eeuw na zijn regiedebuut drijft Francis Ford Coppola zijn persoonlijke demonen uit met de bizarre horrorfantasie Twixt. ‘Hopelijk is men The Godfather en Apocalypse Now ondertussen vergeten.’

‘Een gênant kinderlijke film van een ooit belangrijk auteur’, kopte The Hollywood Reporter. ‘Het dieptepunt van een roemruchte carrière’, claimde Hitfix. Nee, in Amerika waren ze niet bepaald mals voor Twixt, de nieuwe fantasyfilm van New Hollywood-veteraan Francis Ford Coppola (73), al kunnen we ons vragen stellen bij het cinefiele niveau van onze trans-Atlantische collegae.

Neen, Coppola staat niet meer op het duizelingwekkend hoge niveau van de jaren zeventig te regisseren, toen hij met The Godfather (1972), The Conversation (1974), The Godfather: Part II (1974) en Apocalypse Now (1979) vier meesterwerken na elkaar afleverde. Maar Twixt – zijn derde film sinds zijn comeback in 2007 – bevat wel nog altijd meer ideeën en zin voor avontuur dan het gemiddelde studioproduct.

Bovendien hoef je niet veel moeite te doen om dit southern gothic-sprookje te lezen als een alternatieve autobiografie die hij – net als voorgangers Youth Without Youth (2007) en Tetro (2009) – financierde met de opbrengsten uit zijn wijnhandel. De clues naar Coppola’s leven en werk liggen voor het oprapen en dan hebben we het niet alleen over het hoofdpersonage Hall Baltimore (Val Kilmer), een schrijver die ooit te boek stond als een topauteur, maar inmiddels is gedegradeerd tot de Stephen King van de ramsjrekken.

Terwijl Baltimore – Coppola’s alter ego dus – een moordmysterie onderzoekt, vallen er ook allerlei knipogen naar zijn vroegere films te bespeuren. Bij de queeste wordt de creatief failliete schrijver geholpen door de geest van een jonge vampiere (Elle Fanning), die telkens om klokslag twaalf uur verschijnt. Edgar Allen Poe (Ben Chaplin), peetvader van het Amerikaanse griezelverhaal, geeft hem ook graag advies, en dat in twee droomsequenties die zowaar in 3D werden gedraaid.

De allusies op Apocalypse Now, Rumble Fish en Dracula zijn evident, maar Coppola verwijst tevens naar zijn verleden als beginnend B-filmregisseur. Met zijn groteske, zeg maar warrige plot en lowbudgetesthetiek lijkt Twixt wel een product van Roger Corman, de exploitationlegende die Coppola begin jaren zestig de filmstiel leerde. Bovendien experimenteerde hij toen ook al met 3D. Het lijkt alsof de New Hollywood-reus na tal van pieken en dalen wil zeggen dat voor hem de cirkel rond is.

Lijkt Twixt op het eerste gezicht een bitterzoet B-filmpje over dode en levende geesten, dan valt te betwijfelen of Coppola ooit eerder zo persoonlijk uit de hoek kwam. Naast alle voornoemde hints naar eerder werk verwijst de film namelijk ook naar de grootste tragedie uit zijn leven: het bizarre speedbootongeval uit 1986 waarbij zijn oudste zoon Gio om het leven kwam.

Geen wonder dat de busramp met de Belgische kinderen in Zwitserland hem als vader diep heeft geraakt. ‘Vooreerst wil ik mijn deelneming betuigen’, begint Coppola wanneer ik hem een paar dagen na de tragische gebeurtenissen ontmoet in Parijs. ‘Mijn hart en gedachten zijn bij de getroffen families en de hele Belgische gemeenschap.’

Ik las dat ‘Twixt’ oorspronkelijk was opgevat als een film die live kon worden vertoond, waarbij je de montage ter plekke zou mixen als een vj. Is dat de cinema van de toekomst?

FRANCIS FORD COPPOLA: Dat idee was vooral een reactie op het feit dat iedereen een paar jaar geleden rondbazuinde dat 3D de toekomst was. 3D doet al zestig jaar de ronde. Hitchcock experimenteerde er in 1954 al mee in Dial M for Murder. 3D heeft de gewoonte om op te duiken, gehypet te worden en weer te verdwijnen. Ik vond het idee dat cinema enkel 3D als nieuwigheid te bieden heeft, beledigend. Cinema bestaat nog maar honderd jaar. De roman gaat al vijf eeuwen mee, maar je gaat toch ook niet beweren dat er sinds Flaubert geen innovaties meer geweest zijn. De filmtechnologie blijft zich voortdurend ontwikkelen. De meeste films zijn tegenwoordig digitaal, en dus dacht ik: waarom zou je een film niet live kunnen opvoeren? Waarom kan een maker er niet mee van zaal tot zaal trekken, zoals een componist vroeger zijn muziek met een orkest dirigeerde? Zo krijg je elke avond een andere film naargelang de interactie met het publiek. Ik zeg niet dat we die kant opgaan, maar het is maar een van de nieuwe mogelijkheden van het digitale tijdperk. Cinema heeft meer groeiruimte dan alleen 3D.

Wat was dan wel de kiem waaraan ‘Twixt’ is ontsproten?

COPPOLA: Een jaar of zes geleden zocht ik naar een manier om mijn carrière als Hollywoodfilmmaker te beëindigen. Mensen vroegen me vaak: ‘Waarom zijn je films niet meer zo goed als diegene die je maakte toen je dertig was?’ Alle filmmakers die lang genoeg meedraaien, hebben dat probleem. Je concurreert met je jongere zelf. Met The Godfather scoorde ik een wereldhit, maar hoe meer ik als regisseur groeide, hoe meer die film boven mijn hoofd spookte. Je weet dat de kans klein is dat je dat succes ooit nog evenaart. Dat fenomeen geldt ook voor schrijvers. Tennessee Williams was bezeten door de gedachte dat zijn latere werk niet meer zo goed was als A Streetcar Named Desire. Of neem Roberto Rossellini: die heeft na Paisà ongelofelijke films gemaakt, maar niemand heeft ze gezien. Daarom dacht ik: het enige wat ik kan doen om van de jonge Coppola verlost te raken, is hem vermoorden. Ik ga weer films maken alsof ik een student ben. Ik gebruik kleine budgetten en ik film in landen waar de dollar voordelig staat. Voor Youth Without Youth(zijn eerste film uit zijn ’tweede carrière’, na een retraite van tien jaar; nvdr.) ben ik naar Roemenië getrokken. Daarna heb ik Tetro in Argentinië gedraaid. Twixt moest normaal mijn derde buitenlandse project worden. Ik dacht: na die drie films zal ik de herinnering aan The Godfather en Apocalypse Now wel vernietigd hebben. Niemand zal zich nog herinneren dat ik ooit een belangrijke Hollywoodregisseur ben geweest, ook ik niet. Er was geen enkele verwachting waaraan ik moest voldoen. Ik had niets te bewijzen, behalve dat ik nog de energie heb om nieuwe terreinen te verkennen.

Toch heb je ‘Twixt’ niet in het buitenland, maar wel in Napa Valley gedraaid, waar je al jaren woont en een succesvol wijnbedrijf hebt.

COPPOLA:(Knikt) Twee jaar geleden ging ik naar Istanbul om te zien of ik daar misschien een film kon maken, maar ik begreep algauw dat Turkije een economische boom kende en dat het dus niets ging worden. Tijdens die trip heb ik wel fantastische mensen ontmoet en op zekere avond hadden we een feestje waarop de raki rijkelijk vloeide. Ik was stomdronken toen ik weer in mijn hotel kwam en had die nacht een heel levendige droom. Het was alsof ik een film op een presenteerblaadje aangeboden kreeg. In die droom kwam ik een meisje tegen dat een vampier bleek. Toen ik wakker werd, dacht ik: waarom maak ik geen vampierfilm thuis in Napa Valley? Daar heb ik alles wat ik nodig heb.

Waren er nog andere dingen die je je van die droom kon herinneren?

COPPOLA:(Knikt) Het meisje nam me mee naar een graftombe waar een rood tapijt omheen lag. Vervolgens ging dat graf open en kwamen er allerlei kinderen uit gekropen. In al die gekte verscheen dan ook nog Edgar Allan Poe. Ik voelde me als Dante die zich afvroeg waar hij beland was. Op dat moment werd ik wakker door de oproep tot gebed vanuit de minaret naast mijn hotelkamer. Ik heb meteen mijn iPhone bovengehaald en alles ingesproken wat ik me kon herinneren.

Ondanks die persoonlijke invalshoek is ‘Twixt’ veeleer een bizar sprookje dan een serieuze thriller geworden.

COPPOLA: Met het horrormotief keer ik terug naar mijn roots, aangezien ik in de sixties met horrorfilms begonnen ben. Ik wilde lol maken met het genre, net als toen. Het script was niet af toen de opnames startten, maar ik heb de sprong gewaagd met de bedoeling een klein geschift filmpje te maken. Ik wilde ook mijn kleindochter kunnen meenemen naar de set om haar een making-of te laten draaien. Dat heb ik in het verleden ook met mijn kinderen gedaan.

Over je kinderen gesproken: in ‘Twixt’ verwijs je naar het dodelijke bootongeval van je zoon Gio.

COPPOLA: In mijn droom doken dat dode meisje en Edgar Allan Poe op, die pas horrorverhalen is beginnen te schrijven na de dood van zijn vrouw. Tegelijk wist ik dat mijn film over verlies ging: over het verliezen van je carrière, je zelfrespect en je huwelijk. Wat als Val Kilmers personage een dochter heeft verloren, dacht ik toen, zonder er verder veel aandacht aan te schenken. Beetje bij beetje begreep ik dat Poe niet tegen Kilmers personage sprak, maar tegen mij. Op dat moment besloot ik het bootongeval van mijn zoon in de film te integreren. Ik wist nog niet hoe schuldig ik me over zijn dood voelde. Ik was er niet bij toen het gebeurde, en dat is net het punt: ik had erbij moeten zijn. Mijn zoon had me verteld dat hij ging varen, maar ik wist niet dat het om een speedboot ging. Zo werd Twixt plots een heel persoonlijke film, tegelijk grappig en helemaal niet grappig.

Was het niet akelig om dat speedbootongeval tot in de kleinste details te reconstrueren?

COPPOLA: Die ongevalscène is er pas bij gekomen toen ik al met de postproductie bezig was. Het ontroerde me om te beseffen waarmee ik bezig was. Ik vind normaal niet dat je persoonlijke tragedies voor je werk moet gebruiken. Over die dingen moet je in familiekring praten. Alleen heb ik hiervoor een uitzondering gemaakt, met als onderliggende theorie dat film persoonlijk moet zijn.

Uit schuldgevoel?

COPPOLA: Het was geen bewuste zet om over de dood van mijn zoon te praten. Het verhaal heeft me erheen geleid. Als filmmaker moet je openstaan voor het leven – dat advies geef ik ook altijd aan acteurs. Doet je tegenspeler iets onverwachts, gebruik dat dan. Marlon Brando stond altijd open voor verrassingen. Toen ik hem in The Godfather die kat in handen duwde, leek het na drie takes alsof dat beest er altijd al was geweest. Soms zegt het leven tegen een artiest: Put up or shut up. Dat is wat me met Twixt is overkomen.

Je zei ooit over jezelf: ‘Ik ben een genie zonder talent.’ Wat bedoelde je daarmee?

COPPOLA: In mijn familie was het altijd de vraag wie het talent zou erven. Mijn vader (componist Carmine Coppola, die mee de scores voor ‘The Godfather’-trilogie en ‘Apocalypse Now’ heeft geschreven; nvdr.) was een muzikaal wonderkind. Op zijn negende gaf hij al een concert in Carnegie Hall. De meesten van mijn ooms hadden daarentegen geen artistiek talent. Toen ik op school zat, was ik nergens goed in. Ik had een oudere broer die briljant was en ook nog eens veel knapper dan ik. Ik voelde me misdeeld. Gelukkig moedigde mijn broer me altijd aan. Met dat gebrek aan talent bedoelde ik ook dat ik altijd graag schrijver wilde worden. Ik vind dat ik goede dingen gemaakt heb als regisseur en producent, maar als schrijver ben ik nooit zeker geweest van mijn stuk. Ironisch genoeg ben ik mijn filmcarrière begonnen als scenarist, maar ik wilde echt schrijver worden.

‘Twixt’ heb je wel zelf geschreven.

COPPOLA: Net als Youth Without Youth en Tetro. Nu ik met die kleine films klaar ben, is het tijd voor iets groters en ambitieuzers. Ik geloof wel dat je als schrijver beter wordt naarmate je oefent, net als acteurs. Maar daarom heb je nog niet per se iets te zeggen. Dat is altijd mijn grote vrees geweest. Ik heb misschien goede films gemaakt, maar heb ik ook echt iets te zeggen?

Je bent in elk geval altijd avontuurlijk ingesteld geweest: in de jaren zeventig toen je het studiosysteem wilde omverwerpen, en nu door zelf kleine, compromisloze films te financieren.

COPPOLA: Ik heb de mentaliteit van een zesjarig kind. Ik ben nog altijd speels en enthousiast. Als tiener was ik het jongetje dat zei: ‘Hey, laat ons een toneelstuk maken.’ Ik ben nooit bang geweest voor risico’s. Het enige risico dat je loopt, is dat je het leven niet ten volle hebt geproefd voor je dood gaat. Ik wil niet eindigen als een oude zeur die voortdurend loopt te zaniken van: had ik maar zus of zo gedaan. Mijn fouten en missers wegen niet op tegen de voltreffers.

Je zegt dat je hoopt dat je verleden ondertussen is uitgewist. Is dat niet onmogelijk met mijlpalen als ‘The Godfather’ en ‘Apocalypse Now’ op je cv?

COPPOLA: Dat weet ik zo niet. Ik ben een ander mens geworden sinds ik die films heb gemaakt. Als ik daarmee de concurrentie wil aangaan, moet ik eerst herboren worden. Kijk naar Verdi. Die was tachtig toen hij Falstaff componeerde, nadat iedereen hem allang had afgeschreven. Ik weet ook niet hoe ik mijn werk moet inschatten en of ik de critici wel moet geloven. Straks ga ik naar de opera Pelléas et Mélisande kijken van Claude Debussy. Wel, indertijd was dat een grote flop, en Debussy had er dus geen idee van dat men in 2012 nog over dat werk zou praten. Kijk ook naar Apocalypse Now. Nu is dat een meesterwerk, maar de release was een grote ramp: iedereen haatte de film. Als mensen me zeggen dat mijn films niet meer zo goed zijn als vroeger, antwoord ik daarom: ‘Wacht nog even.’ Wie weet hoe men er over dertig jaar over denkt.

Ben je niet ontgoocheld in de jonge generatie filmmakers die niet meer bereid lijkt om de risico’s te nemen die jij en je New Hollywood-collega’s wel namen?

COPPOLA: Helemaal niet. Mensen als Wes Anderson, David O’Russell, Paul Thomas Anderson en mijn eigen dochter Sofia nemen heel veel risico en maken nog altijd cinefiele films. Er zit veel moed en talent in die generatie.

Wordt de creatieve vrijheid die New Hollywood genoot in de jaren zeventig dan overschat en geromantiseerd, zoals je generatiegenoot William Friedkin me onlangs nog zei?

COPPOLA: Niet helemaal. Er was wel degelijk meer vrijheid, omdat het een overgangsfase was. De studio’s hadden toen niet de macht om films volledig naar hun eisen te modelleren, die waren ze eind de jaren zestig kwijtgespeeld. Toen de jaren tachtig aanbraken, hadden ze die macht wel weer, plus: de juiste mensen om regisseurs in het gareel te houden. Vergeet het maar dat je toen nog een artdirector kon aannemen die ooit over budget was gegaan. De zorgeloze tijden waren voorbij.

TWIXT

Vanaf 11/4 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

FRANCIS FORD COPPOLA ‘NIEMAND ZAL ZICH NOG HERINNEREN DAT IK EEN BELANGRIJKE REGISSEUR BEN GEWEEST. OOK IK NIET.’

FRANCIS FORD COPPOLA ‘MIJN GROTE VREES: IK HEB MISSCHIEN GOEDE FILMS GEMAAKT, MAAR HEB IK OOK IETS TE ZEGGEN?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content