‘Don’t Wait too Long’ heet de eerste single uit haar jongste cd, ‘Careless Love’. Ze heeft er acht jaar over gedaan. Madeleine Peyroux over de kunst van het stijlvolle tijd verprutsen. Door Bart Cornand
Nu uit op Rounder/Universal. Live op 24/03 in Flagey, Brussel, 25/03 Cinéma Le Parc, Luik en 03/08 Klinkers Intiem, Brugge
Wil je een kopje vanillethee?’ vraagt ze. Excuseer? Net toen we dachten dat de ontmoeting met zangeres Madeleine Peyroux niet nog meer ontluisterd kon worden, komt ze daarmee aanzetten. We hadden een doorrookte chanteuse met malse hammen verwacht, en kregen in een Brussels hotel een magere garçon raté op bottines voor ons. Hoopten een jazzfreak met een passie voor Billie Holiday te spreken, en vonden een utilitair denkende vrouw van 31 die haar songs uitkiest zoals een garagist zijn potsleutel. En dan die bio! ‘Meisje groeit op in Athens (Georgia), brengt haar jeugd door in de straten van Parijs, trekt vanaf haar vijftiende Europa rond met een rammelend stelletje straatmuzikanten onder de naam The Lost Wandering Blues and Jazz Band, en verkoopt van haar debuut Dreamland 200.000 exemplaren. Daarna duikt ze acht jaar onder.’ Rags to richess, Arthur Miller had het niet beter kunnen verzinnen. Maar ook wanneer we het daarover hebben, haalt ze zichzelf vakkundig onderuit. Er zijn twee theorietjes voorhanden om dit alles uit te leggen. Stelling één: Peyroux is een maaksel van de promo, een dienster die op eenvoudig verzoek Lady Day imiteert. Stelling twee: verwacht niets en geef toe dat Peyroux met de cd Careless Love een gloedvolle, jazzy kleur geeft aan songs van Leonard Cohen, Bob Dylan, Elliot Smith en WC Handy. Wij geloven tot nader order in de tweede optie. Gaat dat zien, gaat dat zien.
Bij die Lost Wandering Blues and Jazz Band klonk je stem nog erg fruitig. Hoe is ze zo drastisch kunnen veranderen?
Peyroux: ( staart een kuiltje in de tafel) Euh, vind je ze anders klinken? Weet je, door te gaan busken leer je heel veel verschillende songs uit het hoofd, en elk liedje heeft zijn eigen karakter. Je kunt dan alleen maar hopen dat je er met elke song een nieuwe stem bij krijgt. Je zingt een personage, en dat is nu net de charme van die stiel. Door Billie Holiday te zingen, heb ik heel veel zelfvertrouwen gekweekt.
Toen ik in Parijs aankwam, had ik het gevoel dat ik een hele muzikale bagage vol jazz en folk met me meedroeg, van Fats Waller tot Woody Guthrie. ‘Hoeveel van die krakers ken jij wel?’ wilden die oude straatmuzikanten weten. ‘Honderden!’ riep ik, en ik meende het nog ook. Tot ik een setlist probeerde samen te stellen. Ik kwam aan drie stuks. Toen wist ik dat ik een beetje moest studeren.
Je covert onder anderen Cohen en Dylan. Wat maakt een song bruikbaar voor jou?
Peyroux: Bruikbaar is precies het goeie woord. Ik ga op zoek naar een dramatische verhaallijn. Zodra ik die heb, verzin ik er een heel ander arrangement rond dan het origineel. Ik bekijk het praktisch: songs kiezen is als gereedschap kopen. Je gebruikt ze om je verhaal te vertellen.
Heb je altijd acht jaar nodig om je alaam te vinden?
Peyroux: ( snel) De druk voor De Tweede Plaat was enorm. En toen werd de jazzpoot van mijn toenmalige platenfirma opgedoekt. En toen… ( stilte) Ik ben gaan lopen. Het is een onnozel antwoord, maar ik heb ontzettend veel tijd verprutst. Ik zong hier en daar in coverbandjes om rond te komen en als het te krap werd, ging ik opdienen. Ach, zal ik het maar zeggen? I don’t finish anything. l
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier