‘IK KAN NIET UIT DE KLEREN GAAN’

© ATHOS BUREZ

Vijftien jaar zijn verstreken sinds Émilie Dequenne in Cannes tot beste actrice gekroond werd – voor haar titelrol in Rosetta. De tranen van geluk die toen over haar Henegouwse wangen rolden, zijn opgedroogd. En in Lucas Belvauxs Pas son genre pakt ze royaal uit met een glimlach waar een mens vrolijk van wordt. ‘En waarom zou een positief personage niet meer dan een bloempot kunnen zijn?’

Fijn hoor, op je zeventiende uitgeroepen worden tot beste actrice van Cannes, het belangrijkste festival ter wereld. Onvergetelijk zelfs. Alleen, hoe moet het verder als je al aan de top begint? Hoe bouw je een carrière uit, wetend dat het haast onbegonnen werk is om te evenaren wat je bereikt hebt met je allereerste filmrol? Dequenne debuteert in Rosetta. Haar ijzersterke vertolking van een strijdlustige Waalse die tot veel bereid is voor een job en een beter leven helpt de broers Luc en Jean-Pierre Dardenne in 1999 aan een eerste Gouden Palm. Na die triomf houdt ze het hoofd koel. Het Henegouwse gehucht Vaudignies ruilt ze in voor Parijs. Geduldig maakt ze zich het vak eigen. De kaskraker Le pacte des loups (2001), Une femme de ménage (2002) van Claude ‘Manon des Sources’ Berri, het lichtvoetige Mariées mais pas trop (2003) van Catherine Corsini: tien jaar lang rijgt ze de Franse producties vlotjes aan elkaar. Maar op La fille du RER (2009) van André Téchiné na zijn het geen films die buiten Frankrijk opgemerkt worden. Personages die over de tongen gaan, zitten er evenmin bij.

Tot opnieuw een Belg aan haar deur klopt. Groot talent Joachim Lafosse laat zich voor A perdre la raison (2012) inspireren door Geneviève Lhermitte, de moeder uit Nijvel die in 2007 haar vijf kinderen doodstak, en biedt Dequenne de hoofdrol van Murielle aan. Bestaat er voor een actrice en jonge moeder een zwaardere rol dan die van moderne Medea? ‘Zo’n rol is niet zonder risico voor je eigen mentale gezondheid, maar ik wist dat het wel zou gaan. Vergelijk het met de topsporter die ervoor gaat en zijn spieren tot het uiterste beproeft, maar oplet voor spierscheuren en zware kwetsuren’, redeneert Dequenne. De Franstalige pers in ons land en bij de zaak-Lhermitte betrokken personen schoppen nog voor de eerste opnamedag schandaal. Op de set zelf moet Dequenne zich staande houden tegenover een perfect op elkaar ingespeeld duo dat voor zijn samenspel in Jacques Audiards gevangenistragedie Un prophète (2009) de hemel in was geprezen: Tahar Rahim en Niels Arestrup. Voor Dequenne geen probleem: ze is hartverscheurend als de lerares die na de komst van vier kinderen herleid wordt tot moeder en huisvrouw zonder eigen huis. De huilscène in de auto gaat door merg en been. Cannes kan niet anders dan Dequenne een tweede keer te bekronen. Eigenlijk is die tweede onderscheiding zelfs nog iets spectaculairder. A perdre la raison is namelijk niet geselecteerd voor de officiële competitie maar voor Un Certain Regard. In die nevensectie worden in de regel geen prijzen uitgedeeld voor vertolkingen.

En nu wacht Dequenne geen dertien jaar om andermaal te schitteren. Zo stil je werd van haar vertolking in A perdre la raison, zo warm word je van haar personage in Pas son genre, een liefdesverhaal van Lucas Belvaux, de Belgische regisseur die zich toelegt op inhoudelijk stevige films als Rapt (2009) en 38 témoins (2012). Émilie is Jennifer, een coiffeuse met een positieve levenshouding die van de naar provinciestad Arras verbannen intellectuele Parisien Clément (een rol van Loïc Corbery) verlangt dat hij hun relatie ernstig neemt.

Na A perdre la raison had ik medelijden met je…

ÉMILIE DEQUENNE:(onderbreekt) Je dacht: ‘Zo’n mooie, sterke rol zal die Dequenne niet snel nog eens vinden.’

Je raadt het.

DEQUENNE: Ik heb toen dezelfde redenering gemaakt. Natuurlijk was de honger na A perdre la raison groot. Na zo’n film ben je eens zo veeleisend. Dan wil je niks anders meer dan rijke, straffe rollen. Dat was meer dan een bevlieging, hoor. Qua personages maak ik steeds scherpere keuzes. Helaas liggen sterke rollen niet voor het rapen en ben ik de enige actrice niet die heelder dagen scenario’s leest en voorstellen beoordeelt. Ik had me er dus al bij neergelegd dat het wel nog even kon duren voor ik weer een echt mooie rol kreeg. Maar kijk, A perdre la raison lag nog vers in het geheugen toen het scenario van Lucas Belvaux in de bus viel.

Je kreeg zo een mooie kans om je bereik als actrice te demonstreren. Murielle uit A perdre la raison en Jennifer uit Pas son genre verschillen als dag en nacht.

DEQUENNE: Murielle en Jennifer zijn allebei sterke personages, hoewel ze op zowat elk gebied elkaars tegenpool zijn. Jennifer is het bewijs dat ook een vrouw die goed in haar vel zit, alles mooi op een rijtje heeft en blaakt van het optimisme een sterk en interessant personage kan zijn. Het verheugt me enorm dat er niet enkel in de duisternis sterke personages te vinden zijn. Ook een positief iemand kan diepgang hebben.

En dat mocht wel eens getoond worden?

DEQUENNE: Ja. Alvast ikzelf was toe aan een zonnig personage. Jennifer kleedt zich graag correct, maquilleert zich en is wat koket. Ze houdt van haar beroep, is gelukkig met haar bestaan en probeert zo veel mogelijk van het leven te genieten. Daarin lijken we op elkaar. Lucas Belvaux wilde een Jennifer waar je van achterovervalt. Niet omdat ze adembenemend mooi of rijk is, maar door de manier waarop ze in het leven staat.

Zo’n lichtend voorbeeld is helaas zeldzaam. In de film is het mooie blondje meestal de bloempot van dienst: iets in het decor om naar te kijken. (lacht) Jennifer is ook een mooi blondje, maar zij neemt wel een échte plaats in. Ze zit boordevol leven net als Erin Brockovich en dat andere beroemde personage van Julia Roberts, Vivian uit Pretty Woman.

Is geluk uitstralen moeilijker dan doen alsof je getormenteerd bent? Hoe doe je dat eigenlijk?

DEQUENNE: Aha! Je zou denken dat er niet veel voor te bereiden valt aan een personage zonder noemenswaardige problemen. En toch, en toch! Ik heb behoorlijk wat voorbereiding in Jennifer gestoken. Ik ben van nature een optimist, maar het leek me geen kwaad te kunnen om toch nog wat aan dat ‘stralen’ te werken. Ik heb mijn leven aan het personage aangepast en me op de lichaamscultuur gestort. Normaal ga ik niet vaak naar de kapper of het schoonheidssalon, maar voor deze rol heb ik me laten verwennen door allerlei specialisten. Ik werd ook zeer actief. Ik nam geen lift of roltrap meer en deed alles te voet. Voor en tijdens de opnames lette ik nauwgezet op wat ik dronk en at. Ik waakte over mijn uren slaap zodat ik elke ochtend fris kon opstaan.

Pas son genre gaat in se over de vraag of een relatie tussen mensen uit verschillende sociale milieus leefbaar is. In welke kringen begeef jij zich zoal?

DEQUENNE: De enige kring waar ik toe behoor, is die van mijn familie. Een deel bevindt zich in Parijs, een deel in België en een deel in Corsica. Andere kringen laten me koud. Ik ben hoffelijk in de omgang met collega’s, maar zoek ze buiten het werk niet op. Mij interesseren de mensen van wie ik houd. Wat ze doen of wie ze zijn, heeft geen belang. (denkt na) Je bent de eerste die me stil doet staan bij het beroep van mijn vrienden. De meerderheid acteert niet. Mijn beste vrienden en vriendinnen zijn coiffeuse, boekhoudster, secretaresse, kaasmaker, leraar. Met de variatie zit het alleszins goed. (lacht)

De – lang uitgestelde – liefdesscène is schroomvol. Op jouw verzoek?

DEQUENNE: Was het Claude Lelouch die zei dat een liefdesscène begint op het moment dat de deur van de slaapkamer in het slot valt? Ik vind dat je geen blote, zwetende, kreunende lichamen moet tonen om liefde te suggereren. Lucas heeft die scène prima aangepakt. Hij suggereert de intensiteit van de eerste keer vooral met gezichten en blikken. En dat is maar goed ook, want ik stel mijn grenzen.

Geen fan van naakt?

DEQUENNE: Wel van verkleden. Mijn personages lijken nooit op elkaar. Mijn favoriete onderdeel van het werk is de vermomming. Op dat gebied ben ik nog een klein meisje. Welke kledij, welk kapsel, welke haarkleur past het best bij het personage? Ook al gaat de film over leven en dood, dat verkleedplezier laat ik niet vergallen. Ik moet me amuseren. Dat is een essentieel onderdeel van het spel. Hoe verder de rol van eerdere rollen af staat, hoe meer ik me amuseer.

Maar ik kan niet uit de kleren gaan. Ik weet niet hoe het komt, maar naakt voel ik me onmiddellijk weer Emilie in plaats van het personage. Of het nu de billen, de borsten of de rug is, alle blote lichaamsdelen die je in de film ziet, zijn die van mijn doublure. Ik wil me niet uitkleden. Dat verknoeit mijn spel en mijn spelplezier. Ik heb Lucas tijdens onze eerste ontmoeting al mijn grote pudeur opgebiecht. Maar ik denk niet dat hij naar oplossingen heeft gezocht om me op mijn gemak te stellen. Zijn cinema is vanzelf zedig.

Niet iedereen is zo zedig als Belvaux. Hoe moeilijk maak je het jezelf door naaktscènes uit de weg te gaan?

DEQUENNE: Moeilijk. Ik word triest van het aantal scenario’s dat ik links moet laten liggen door de overbodige naaktscènes. Als ik het scenario echt goed vind, doe ik een poging om de regisseur uit te leggen waarom ik daar bezwaar tegen heb. Of hij past zich dan aan, of hij kiest een andere actrice. Het ergste is: driekwart van de tijd zijn naaktscènes overbodig. Daar kan ik me enorm aan ergeren. Ook als toeschouwer trekt me dat onherroepelijk uit de film.

Je treedt voornamelijk aan in Franse films, maar schittert in de Belgische. Hoe verklaar je dat?

DEQUENNE: Je bent niet de eerste die het opmerkt. Drie grote, prachtige rollen en drie keer stond een Belgische regisseur achter de camera. Toeval? Een samenloop van omstandigheden? Patriottisme van die regisseurs, waardoor ze mij met iets meer aandacht volgen dan een Franse actrice? Ik zou het niet weten. Maar het valt wel op. En het is niet dat de broers Dardenne, Joachim Lafosse of Lucas Belvaux veel gemeenschappelijk hebben. Ze hebben elk hun eigen persoonlijkheid en manier van werken. Ze hebben op hun manier wel alle vier een duidelijke visie en kijken met zeer veel aandacht naar hun acteurs. Ze weten hoe ze het beste uit je kunnen halen.

DEQUENNE: Joachim liegt! Hij had eerst een andere actrice in gedachte. Hij was trouwens nog een filmstudent toen ik die prijs in ontvangst nam. Hij is niet de enige die zich dat moment herinnert. Rosetta is een mijlpaal in de geschiedenis van de Belgische film. Ik weet dat ik een geprivilegieerde plaats bekleed in de Belgische cinema. Ik zou alleen aan mijn Nederlands moeten werken. Ik wil namelijk deel uitmaken van de volledige Belgische cinema, niet van de helft.

Wat houdt je tegen?

DEQUENNE: Ik spreek al jaren geen Nederlands meer. Ik zou het moeten kunnen spreken want ik ben Belg. Ik heb Nederlands op school geleerd en sprak het als kind nog redelijk veel. Onze buren waren Vlamingen en ik paste regelmatig op hun kind. Ook op de campings kwam het van pas, met al die Nederlanders altijd.

Rosetta is een embleem. In België werd er een banenplan naar genoemd. Wereldwijd blijven filmjournalisten naar haar verwijzen als het over sterke, jonge vrouwen gaat. Vind je het lastig om Rosetta met zoveel mensen te delen?

DEQUENNE: Ik ben blij met de plaats die ze in het filmlandschap, de maatschappij en de politiek inneemt. Maar dat weegt niet op tegen mijn persoonlijke band met Rosetta. Rosetta is voor mij meer dan een personage, meer dan een projectie op een filmscherm. Zonder Rosetta zou ik niet de persoon zijn die ik vandaag ben: 32 jaar oud, een man, drie kinderen, een beroep waar ik elke dag nog wat meer van hou. Ik heb altijd al actrice willen worden. Ik herinner me dat ik me op mijn vijfde al verkleedde voor een toneelstuk op de keukentafel. Ik zou er alles voor gedaan hebben om actrice te worden. Maar de weg zou veel langer en ingewikkelder geweest zijn. Door Rosetta viel mijn leven heel snel in een plooi.

PAS SON GENRE

Vanaf 7/5 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL – FOTO’S ATHOS BUREZ

Émilie Dequenne ‘WELKE KLEDIJ, WELK KAPSEL, WELKE HAARKLEUR PAST HET BEST BIJ HET PERSONAGE? OOK AL GAAT DE FILM OVER LEVEN EN DOOD, DAT VERKLEEDPLEZIER LAAT IK NIET VERGALLEN. OP DAT GEBIED BEN IK NOG EEN KLEIN MEISJE.’

Émilie Dequenne ‘ROSETTA, A PERDRE LA RAISON, EN NU PAS SON GENRE: DRIE GROTE, PRACHTIGE ROLLEN EN DRIE KEER STOND EEN BELGISCHE REGISSEUR ACHTER DE CAMERA. JA, DAT VALT WEL OP.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content