‘IK KAN NIET TEREN OP WAT IK AL BEREIKT HEB. IK KIJK ALTIJD NAAR BOVEN… GAST, IK ZÍÉ HET JE DENKEN’
William Boeva, wiens tweede zaalshow Reset deze week in première gaat, heeft het gehad met de dwergenmoppen. Min of meer toch. ‘Ik wil mezelf niet verloochenen. Philippe Geubels moet morgen ook geen feministische comedy proberen te brengen.’
‘Schrijf dat maar niet.’
Oké.
‘Nu ja, ik mag daar toch trots op zijn?’
Na ons gesprek in het Antwerpse Entrepôt du Congo brengt William Boeva me naar het station, in zijn – ‘Kom, doe toch maar’ – Jaguar Sportbrake. ‘Pure compensatiedrang, ik geef het toe, en ik hou gewoon van snelle, luxueuze wagens. Maar vergeet niet dat dát hier mijn benen zijn. Ik móét alles met de wagen doen: zelfs naar de bakker om de hoek kan ik niet wandelen zonder pijn. Als je die wagen op een mindervalidenplaats ziet staan, denk je bovendien niet: dat is de wagen van iemand met een beperking. Wel: dat is een lul die met de kaart van de bomma op stap is. (grijnst) En op een of andere manier voelt dat als een kleine overwinning.’
Het gaat best hard voor Boeva, een stand-upper wiens filosofie over comedy zich zes jaar geleden nog liet samenvatten als: ‘Mensen die op een podium grappen vertellen? Ik ga daar mijn tijd toch niet aan verschijten.’ Vandaag komt de 1,42 meter hoge comedian al met zijn tweede zaalshow, Reset. Een week voor het ritje met de Jaguar zagen we hem zijn materiaal nog testen in De Trukendoos in Stasegem, een broeierige veranda met een expansieve geur van mestvaalt, maar hygge als de neten. Twee keer ging Boeva er tien minuten bij zitten om met het ingepilste publiek te praten. Geen gimmick, het stand-upgedeelte van zijn beroep valt hem gewoon zwaar. ‘Ik kan niet lang rechtstaan of lang wandelen. In Megalomaan heb ik dat gemaskeerd door op die momenten al zittend een best of voor te lezen van alle vreemde verzoeken die ik krijg. Maar iedereen mag dat beseffen: het is van moeten. Net zoals ik ook een rolstoel nodig heb voor elke afstand langer dan vijfhonderd meter. “Oei, wat is er gebeurd?” vraagt men dan. Niets, dit is mijn leven.’
Achter hem op het podium: een levensgroot telraam. In Reset krijgt u nog tien dwergenmoppen, exact afgemeten. Hij is er stilaan klaar mee.
WILLIAM BOEVA: Met dank aan Café Corsari. Ik herinner me hoe ik daar mijn eerste show ging promoten: ‘Heel fijn allemaal, maar waarover zal je tweede show gaan?’ Of anders gesteld: geestig, die dwergenmoppen, maar wat kun jij eigenlijk nóg? Toen ging het me plots dagen. Hoe bijvoorbeeld elke panelshow waarin ik zat in se om mij draaide, en iedereen zijn grappen op mijn gestalte had toegespitst. Daar is niets mis mee: we zijn allemaal stofjes in een uitdijende kosmos, en als je jezelf niet kunt relativeren, heb je in de comedywereld niets te zoeken. Maar wrijf mij dan niet aan dat ik ‘alleen maar dwergenmoppen’ maak, want dat doe ik dus veel minder dan de mensen rond mij.
Hoever kun je daarin gaan? Het publiek komt natuurlijk met een zekere verwachting.
BOEVA: Je móét het erover hebben, al was het maar om een deel van het publiek uit zijn kramp te halen. En zolang ik geen café kan binnenstappen zonder dat iemand naar me staart, zal mijn beperking altijd wel een rol in mijn comedy spelen. Ik wil mezelf niet verloochenen. Philippe Geubels moet morgen ook geen feministische comedy proberen te brengen, en als Wim Helsen plots compleet normaal op een podium gaat staan, zal ik de eerste zijn die fronst.
Bij de allereerste try-outs voelde ik ook teleurstelling in de zaal, in die mate dat ik aan mezelf ging twijfelen. ‘Misschien was het dan toch gewoon toeval, en zat er maar één degelijke show in mij.’ Het tomeloze zelfvertrouwen is ondertussen wel terug: Han Coucke (Boeva’s comedycoach, nvdr.) heeft me net lang genoeg laten sudderen en dan ingegrepen. Het zit goed nu: Reset is wat ik wilde maken, Megalomaan was dat veel minder. Die show had ik gemaakt om mensen de ogen te openen, maar ik vrees dat ik daar niet in geslaagd ben. Integendeel, ik krijg nog meer van de pot gerukte vragen dan vroeger.
Meer van de pot gerukt dan de chocolatier die ‘een klein zaakje’ uitbaatte en vond dat de gasten bij de opening dus ook door dwergen bediend moesten worden?
BOEVA: Onlangs vroeg men me om een pick-uptruck te promoten, een kleiner model waar de hele autowereld mee lacht, al kan die ongeveer evenveel als de andere modellen. ‘En mensen onderschatten jou toch ook altijd.’ Gast! Echt? Voor de verfilming van De ontsnapping van Heleen van Royen vroegen ze me een paar jaar geleden of ik naar Portugal wilde vliegen. ‘En wie moet ik precies spelen? Een Duitse dwerg die naakt door de tuin loopt? Bon.‘ Hoe is dat geen belediging voor wat ik kan? Ik zou graag acteren, maar mijn ambitie ligt hoger dan extreme of clichématige dwergen spelen. Ik wil een ‘normale’ rol.
Waar trek je de grens? Emmy- en Golden Globe-winnaar Peter Dinklage speelt in Game of Thrones de rol van zijn leven, maar een ‘normale’ rol is dat niet.
BOEVA: Misschien heb ik al kansen gemist door mijn argwaan. Want zelfs voor Tyrion Lannister had ik waarschijnlijk gepast, om daar achteraf spijt van te krijgen. Game of Thrones was een openbaring. Ik ben zo trots op Dinklage – kijk, ik begin al spontaan te grijnzen. Tyrion is weliswaar een dwerg, maar hij manipuleert iedereen, en buit zijn beperking zeer vernuftig uit. Hij maakt er een wapen van. Ik stond altijd wat negatief tegenover mensen met dezelfde beperking op tv – ik vond het vooral te confronterend – maar Dinklage heeft iets losgemaakt. Wat die doet, is waanzinnig straf.
We zijn zeker op de goede weg qua diversiteit in film en tv, op vlak van huidskleur en gender althans, maar helaas zie ik nog altijd niemand in een rolstoel op tv. En al helemaal niet in een gewone rol. ‘Ja, maar dat is niet geloofwaardig.’ Dat excuus ben ik beu gehoord. Als ik niet halverwege mijn rechtenstudie gestopt was om me op comedy te concentreren, dan was ik nu advocaat. Gewoon advocaat.
Scenaristen schrijven vanuit het eigen perspectief, en hebben vaak geen benul wat jouw beperking inhoudt. Zou je die rol niet beter zelf schrijven?
BOEVA: Misschien moet ik het zelf forceren, al ben ik niet de beste schrijver. (denkt na) Onlangs nam een historicus contact met me op. Hij werkte aan een boek over de geschiedenis van dwergen en vroeg mijn medewerking. Ook dat heb ik lang afgehouden, uit wantrouwen. Ik ben blij dat hij is blijven aandringen want ik heb al veel bijgeleerd. Zo had je in het wilde Westen een Billy the Kid-achtige dwerg die uitgedaagd werd voor een duel. Die uitdager nam hem niet serieus en daagde op met een neppistool. Lachen, gieren, brullen. Waarop de dwerg doodleuk zijn pistool greep en hem neerschoot. Respect, man.
In Reset zit ook een stukje over de jongste Paralympics en tafeltennisser Florian Van Acker, die aan autisme lijdt en een verstandelijke beperking heeft.
BOEVA: Wat hebben we onthouden? Dikke poef. ‘Zeg het nog eens, Florian. Kom, je weet wat we willen horen.’ Gast, je bent iemand aan het uitlachen en hij beseft het zelf niet. Ze hebben van Van Acker een soort dansend aapje gemaakt. Ondertussen won er nog een 16-jarige Belgische tafeltennisser goud – straf, op die leeftijd -, maar die kreeg amper aandacht. ‘Poef’ was blijkbaar geestiger. Als – áls – we even naar de Paralympics kijken, is het om vijf minuten een goed gevoel over onszelf te krijgen en daarna klaar. (blaast) Waarom zou je ze eigenlijk nog uitzenden?
Voel jij de nood om een rolmodel of een woordvoerder voor mensen met een beperking te zijn?
BOEVA: Als er iemand moed of hoop uit mijn voorstellingen kan putten, is dat fijn, maar ik ben in alle eerlijkheid op dat podium gekropen voor mezelf. Ik betwijfel of ik een rolmodel ben, ik heb net zo goed dagelijkse spoken in mijn kop.
Zoals?
BOEVA: De prijs van benzine? Zo’n Jaguar zuipt, hoor. (lacht) Ik mik altijd hoger op carrièrevlak, waardoor ik nooit kan genieten van het moment. Ik heb veel ambitie, misschien te veel, maar ik geloof heel sterk in de kracht daarvan.
Als je maar hard genoeg gelooft, dan komen al je wensen uit? Is dat niet de samenvatting van die oude new-agehype The Secret?
BOEVA: Wie zijn wensen de kosmos instuurt, ziet ze ook uitkomen, zoiets? Gast, ik ben de Ingeborg van de comedy niet.
De praktijk geeft je ook geen ongelijk. Op zes jaar van nul naar twee zaalshows is snel.
BOEVA: En toch kan ik daar niet trots op teren. Ik kijk altijd naar boven.
…
BOEVA: Ik zíé het je denken. (lacht)
Je gaat binnenkort alleen wonen.
BOEVA: Het is tijd om die stap te zetten. Het hield steek om tot mijn 27e thuis te blijven: ik was toch amper thuis, en wilde eerst zien of er van de stand-upcomedy te leven viel. Alleen wonen zal ongetwijfeld uitdagingen met zich meebrengen, maar ik ben het ondertussen wel gewend om me constant zorgen te moeten maken. Neem nu het voorbeeld dat ik in de show geef: ik kan enkel thuis kakken. ‘Ja, maar je hebt toch mindervalidentoiletten in wegrestaurants?’ Nee, je hebt normale wc’s in iets grotere kamers, maar daar kan ik niets mee. Mijn armen zijn te kort, dus ik moet een speciaal toilet vinden met een waterstraal.
In Reset vertel je over je ervaringen in een tankstationtoilet. Heel plastisch, maar vooral heel pijnlijk.
BOEVA: Dat is een van de beste verhalen uit mijn leven, op comedyvlak althans. Toen het gebeurde, was ik vastbesloten dat mee te nemen in mijn graf, maar het is zo pijnlijk en zo exemplarisch dat het er wel in moest.
Naar verluidt overweeg je Antwerpen in te ruilen voor Gent. Je klaagt regelmatig over het huftergehalte van jouw stadsgenoten. Is dat de reden?
BOEVA: A bietje wel, ja. In mijn straat ligt momenteel een bouwwerf die de drie mindervalidenplaatsen inneemt, en pas na lang aandringen heeft de stad toch één vervangplaats gebricoleerd. Alleen, er gaat geen dag voorbij zonder dat iemand dat parkeerbord op de grond legt of die parkeerplaats kleiner maakt. Echt? Alle begrip dat je vloekt omdat je een straat verder moet parkeren, maar jij kúnt dat tenminste. Ik niet. Soms zit ik twee uur in mijn wagen te wachten, tot ik dicht genoeg kan parkeren om naar huis te wandelen. Of zeggen agenten – die er ook niets aan kunnen doen: ‘Zoek elders een plaats, en dan zetten wij jou wel voor de deur af.’ Dat is niet meer vol te houden.
Daarenboven is een simpele ‘Pardon, maar dat is een mindervalidenplaats’ in Antwerpen blijkbaar reden genoeg om mij op mijn gezicht te willen slaan. Ik ben al moeten gaan lopen voor eikels die ik daarop aansprak op de supermarktparking. Doe dat voor een café in de VS en je wordt niet eens bediend. Hier zegt het collectief instinct: ‘Zal wel oké zijn. En anders, ’t is niet mijn probleem.’
***
Enkel de ledematen van Boeva hebben dwerggroei, wat betekent dat hij tussen zijn vijf en twaalf jaar regelmatig maandenlang in het ziekenhuis van Namen verbleef, om ‘verlengd’ te worden. Denk: keer op keer botten breken en ze daarna middels een metalen pinconstructie weer aan elkaar laten groeien. ‘Pijnlijke operaties, maar dat draag ik niet meer mee. De jaren die daarop volgden, waren erger. Ik ben mijn ouders eeuwig dankbaar dat ze me tegen de adviezen in naar het aso hebben gestuurd en niet hebben laten kliederen met verf in het buso. De middelbare school viel me zwaar. Daar werd ik plots gewezen op alles wat ik níét kon, en kreeg ik voor het eerst het gevoel dat zelfs leerkrachten, volwassen mensen, me niet aanvaardden, zelfs geen rekening met me hielden. Examens afleggen op de vierde verdieping, in een gebouw zonder lift? Ja maar, ze konden toch geen uitzondering maken voor mij?
Ik mag zeggen dat ik grappig ben, maar niemand staat erbij stil dat dat alleen maar komt omdat ik eerst zoveel stront over mij heen heb gekregen. Tot mijn twintigste heb ik mij verschrikkelijk slecht gevoeld. Tot op het punt dat ik dacht: het hoeft niet meer, het is goed geweest.
Bedoel je dat zo zwart als het klinkt?
BOEVA:(stil) Je kunt pas uit een put beginnen te klauteren als je klaar bent met vallen. Ik heb heel donkere momenten gehad, maar dat was ook het punt waarop de aanvaarding kwam: bon, ik blijf wel alleen en ik hoef helemaal geen succes te hebben. Niemand zit op mij te wachten. Opmerkelijk genoeg was dat het moment waarop alles begon te keren.
Comedian Dylan Moran (u kent hem van de tv-serie Black Books, nvdr.) vind ik bijvoorbeeld geweldig, omdat ik zijn duistere kantje goed herken. Akkoord, hij drinkt nogal veel, en ik nooit, maar ik voel me vaak een alcoholieker die niet drinkt. Snap je? ‘Ik heb mijn dochter een konijntje gekocht. Ik heb haar onvoorstelbaar blij gemaakt met iets waar ze over vijf jaar geweldig verdrietig over zal zijn.’ Da’s Moran. Het leven is behoorlijk nutteloos en leeg, dus laten we ons op zijn minst amuseren.
Stamt jouw voorliefde voor games uit die jaren van ziekenhuiskamers?
BOEVA:(knikt) Een controller weegt minder dan een boek, en zo bleef ik toch een beetje in beweging. Ik herinner me hoe ik naast een veertienjarige jongen lag in de laatste fase van een dodelijke spierziekte. Hij kon enkel nog zijn vingers bewegen, en hoewel zijn vader hem geen videogames liet spelen, stopte ik die jongen telkens een controller in de hand als die even weg was. Hij fleurde zo op van dat gevoel toch te kunnen bewegen, al was het maar op een scherm. Ik ben nog steeds bezeten van games (hij maakte vorig jaar nog Boeva & de games voor Ketnet, nvdr.), van de verborgen pareltjes vooral.
Aan wat denk je zoal?
BOEVA: Space Pirate Trainer bijvoorbeeld, de VR-remake van de klassieker Galaga. Een geweldig spel van het Belgische I-Illusions, al lijkt daar in België geen haan naar te kraaien. Of Ni no Kuni: Wrath of the White Witch, met Pokémon-achtige monsters, maar dan van het Japanse animatiebedrijf Studio Ghibli, dat ook Spirited Away maakte, die animatiefilm die een Oscar heeft gewonnen. Het gaat me vooral om de sfeer en het verhaal, tussen de puzzels door. Ik kan me daar net zo hard in verliezen als in een goed boek.
Jij las toch geen boeken?
BOEVA: Oké, weinig. Al ben ik nu wel verzonken in De Tao van Poeh, het taoïsme uitgelegd aan de hand van Winnie de Poeh.
En?
BOEVA:(droog) Iejoor piekert te veel over het bestaan, hij moet meer in het nu leven. Goed advies.
***
In L’Entrepôt du Congo passeert ondertussen een parade aan BV’s, voor een geheime televisietry-out op een van de bovenverdiepingen. Gezien de genodigden durf ik geld inzetten op Staat er prei op de Kalmthoutse hei?, een ongetwijfeld nog te lanceren lente-editie van Ligt er flan op de Mont Blanc? en Is er wifi in Tahiti? Panelprogramma’s van het gewichtloze genre waarin Boeva ook weleens opdraaft, terwijl het gros van de stand-upwereld daar feestelijk voor past. ‘Dat is niet de meest hoogstaande tv, akkoord, maar wel fun. Al zit ik net zo graag semiserieus te wezen in De afspraak. Het mag af en toe ook ergens over gaan, zolang ik er maar in mijn Pokémon-T-shirt mag zitten tussen de mannen in maatpak.’ (lacht)
Je was goed op weg om zelf een van de pakkenmannen te worden, tot je na drie jaar in je rechtenstudie voor comedy koos. Waarom rechten?
BOEVA: Zodra ik als kind begreep dat neurochirurg misschien een tikje te hoog gegrepen was, wilde ik notaris – omdat het zo mysterieus klonk – of advocaat worden. Ik ben zeer allergisch voor onrecht, en mogen pleiten leek me geweldig. In wezen is dat ook wat ik vandaag doe: toehoorders overtuigen van mijn gelijk of visie. Hooguit doe ik het met iets meer humor.
Je bent dus eerder de Jef Vermassen van de comedy.
BOEVA: Kan ik nog terug naar ‘de Ingeborg van de comedy’? Ik voelde aan de universiteit wel dat het moeilijk zou worden: het blijft een vastgeroest wereldje waar veel proffen en medestudenten ook niet snapten wat ik er te zoeken had.
Rechtenstudenten lijken me een heel homogene groep waar je waarschijnlijk nog extra uit de toon sprong.
BOEVA:(vals) Hoe bedoel je, homogeen?
Kekke missverkiezingalumna en gebrylcreamde fils à papa met geldingsdrang. Ik veralgemeen lichtjes.
BOEVA: Het erge is dat dat niet eens een veralgemening is, maar gewoon de barre realiteit. Dat is een apart, elitair wereldje, en daar is iets radicaal fout aan. Het overgrote deel van de Antwerpse rechtenstudenten wordt gekwéékt in een villawijk in Brasschaat, krijgt er krek dezelfde normen en waarden ingelepeld en stroomt daarna door naar de magistratuur of de advocatuur. Ik word niet bepaald gelukkig van het idee dat zowel aanval als verdediging exact hetzelfde wereldbeeld delen. Als iedereen sowieso in dezelfde richting staart, weet niemand wat er achter hun rug gebeurt, toch? Comedy kwam op het perfecte moment voor mij, want ik zocht een uitweg, ik wilde daar geen deel van uitmaken.
Je hebt nooit geprobeerd om je te assimileren?
BOEVA: Ik kon dat niet. Bovendien betwijfel ik of ze minder op mij hadden neergekeken als ik mijn haar achteruit had gebetonneerd en wat wittewijnwijven had binnengedaan. (lacht)
RESET
Première op 10/3. Voor de volledige speellijst: williamboeva.be
door Kristof Dalle – foto’s Athos Burez
‘”En wie moet ik precies spelen?” vroeg ik. “Een Duitse dwerg die naakt door de tuin loopt? Bon.” Hoe is dat géén belediging voor wat ik kan?’
‘Een simpel “Pardon, dat is een mindervalidenplaats” is in Antwerpen blijkbaar reden genoeg om mij op mijn gezicht te willen slaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier