Hij was het neosoulsnoepje van 2011, maar verdween daarop van de radar. Ondertussen won James Blake de belangrijkste Britse muziekprijs, eiste Frank Ocean zijn plek in de spotlights op en maakte zelfs grote voorbeeld D’Angelo zijn comeback. Om maar te zeggen: Jamie Woon heeft alle tijd genomen voor zijn tweede plaat Making Time. En wie weet, doet op de volgende een Belg mee. ‘Lander Gyselinck is sick, man!’
‘Stepping out of the smoke again / Opening up in the throat again / Shuffling the dice, gonna roll again today’: in Celebration, nummer vier op Making Time, viert de 32-jarige Londenaar Jamie Woon zijn terugkeer. Vier jaar is hij van het publieke toneel verdwenen, een occasionele gastrol bij onder meer Disclosure en Banks buiten beschouwing gelaten.
Toen Woon in 2011 debuteerde met het veelgeprezen Mirrorwriting had hij het momentum nochtans helemaal mee. Samen met land- en geestesgenoot James Blake werd hij prompt gebombardeerd tot vaandeldrager van een nieuwe muzikale golf die wel eens electrosoul of folkdubstep genoemd werd. Blake consolideerde en rijfde in 2013 de begeerde Britse Mercury Prize binnen met zijn tweede album Overgrown. Van Jamie Woon was geen spoor meer.
Zo vreemd is dat niet, bedenken we ons, als we hem zien zitten in de sofa van Huis 23, boven de Ancienne Belgique. Hij heeft de soulvolle strot en de knappe kop van een popster, maar gedraagt zich er allerminst naar. De eerder introverte Woon lijkt zich zelfs te excuseren voor de faam die Mirrorwriting hem heeft opgeleverd. ‘Ik heb mezelf niet genomineerd voor de BBC Sound of 2011. Dat hebben anderen gedaan’, zei hij vier jaar geleden, toen hij in de running was voor de BBC-prijs van meest beloftevolle Britse artiest van het jaar. En ook nu klinkt het: ‘Ik ben heel dankbaar voor het platform dat ik heb, maar ik vind niet dat ik recht heb op succes.’
Je afwezigheid heeft tot enige bezorgdheid geleid. Een muziekblog adresseerde zelfs een open brief aan jou. ‘Waar heb jij je in godsnaam schuilgehouden?’ vroegen ze zich daarin af. En, waar heb jij je in godsnaam schuilgehouden?
JAMIE WOON: Ik ben altijd blijven doorwerken, maar heb voor Making Time wel ruim mijn tijd genomen. Na Mirrorwriting lag de weg naar het popsterrendom voor mij open. Alleen: die weg wilde ik niet bewandelen. Blind meesurfen op de hype van het moment voelt voor mij als bedrog: te makkelijk. Ik heb al meerdere muziekscenes zien komen en gaan. Ik wil niet in een hokje geduwd worden, ik wil – in de geest van Marvin Gaye, Bill Withers en Stevie Wonder – tijdloze muziek maken, los van wat cool of populair is. Ik ben hoegenaamd niet geïnteresseerd in stijl – genres, attitude, whatever. Stijl is een nevenproduct, je mag er niet mee in je hoofd zitten terwijl je iets maakt. Iets doen dat oprecht is, dat uit jezelf komt, dáár draait het om. ‘Absorbeer wat zinvol is, verwerp wat nutteloos is en voeg toe wat eigen aan jou is’, heeft Bruce Lee ooit gezegd. Hij inspireert mij.
Heb je je ooit afgevraagd wat voor nut het heeft, muziek maken?
WOON: Absoluut. Als je je leven aan iets wilt wijden, moet je op zijn minst weten waarvoor je het doet. Ik weet zeker dat ik noch voor het geld noch voor de roem muzikant ben geworden. Na die eerste plaat is er zelfs een periode geweest dat ik nogal apathisch stond tegenover het hele muziekgebeuren.
Maar uiteindelijk is muziek mijn roeping, veronderstel ik. Ik zei het al: ik ben de afgelopen jaren onophoudelijk songs blijven schrijven, op zoek blijven gaan naar de juiste omstandigheden waarin ik de plaat kon maken die ik wilde maken.
Die juiste omstandigheden vond je in de Londense Konk Studios van opper-Kink Ray Davies, waar ook Blur, Nick Cave en Madonna al opnamen.
WOON: Sinds een paar jaar huur ik daar een ruimte, ja. Groter dan een slaapkamer is die niet, maar het is fijn om tenminste in de búúrt van een echte studio te zitten. (lacht) Het is een oud, zelfs lichtjes bouwvallig pand. Chic is het niet, maar gelukkig ook niet steriel. Je kunt er goeie platen maken.
In die Konk Studios dus ben ik Lexxx (producer van onder meer Björk, Jessie Ware en Wild Beasts, nvdr.) tegen het lijf gelopen. Hij heeft meegewerkt aan Making Time, terwijl hij in een andere kamer met electrotrio Darkstar in de weer was. Met die mannen ben ik goed bevriend geraakt. Dat we allemaal voor Liverpool supporteren, heeft allicht geholpen. (lacht) Het is fijn om mensen rondom je te hebben in de studio, zeker voor een soloartiest als ik. Mijn vorige plaat heb ik helemaal in mijn eentje gemaakt, gedeeltelijk op het platteland. Ik heb de grenzen van de eenzaamheid toen grondig genoeg verkend. (lacht)
D’Angelo is je lichtende voorbeeld. Is Making Time op hem gemodelleerd?
WOON:Voodoo (2000) van D’Angelo klinkt weergaloos, beter dan eender welk album dat ik de laatste twintig jaar heb gehoord. Voor Making Time heb ik – net als hij toen – met een echte drummer en bassist gewerkt in plaats van met elektronica. Ik wilde een livegevoel, met een funky ritmesectie. Ook het schrijfproces was groepswerk: de Amerikaanse singer-songwriter Willy Mason heeft meegeschreven, net als Robin Hannibal van Rhye en producer Paul White van Charli XCX. Al die samenwerkingen hebben voor meer variatie en tempo gezorgd. De vorige plaat was nogal triest en introspectief. Deze heeft ook donkere kantjes, maar is over het algemeen toch uitbundiger. Er staat niet voor niks een nummer met de titel Celebration op.
Die echte drummer had zo maar even onze landgenoot Lander Gyselinck van Stuff kunnen zijn. Klopt het dat jij hem ooit je droomdrummer hebt genoemd?
WOON:Yeah.He’s sick, man! Een paar jaar geleden heb ik in de AB opgetreden, en speelde hij nadien in een bar aan de overkant van de straat met Stuff, een heel creatieve liveband die vrij, fris en groovy klinkt en niet bang is van een vuil jazzakkoordje hier en daar. Ik heb er inderdaad al over nagedacht eens met Lander te werken. Misschien binnen een jaar of vier. (lacht)
MAKING TIME
Uit via Universal Music. Op 10/11 speelt Jamie Woon in de Botanique, Brussel. Alle info: botanique.be
DOOR MICHAEL ILEGEMS
‘NA MIRRORWRITING LAG DE WEG NAAR HET POPSTERRENDOM VOOR MIJ OPEN. ALLEEN: DIE WEG WILDE IK NIET BEWANDELEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier