Met ‘De Perfecte Moord’ wil Patrick De Witte Vlaanderen tien weken lang in de ban brengen van een fictieve moord. ‘What were we thinking, dat was tijdens de opnames drie weken lang onze leuze.’
Door Stefaan Werbrouck Foto Charlie De Keersmaecker
‘DE PERFECTE MOORD’ VANAF 26/12 – 20.30 VTM
Samen met VDB is Patrick De Witte wellicht de enige Belg die vaker met zijn initialen dan met zijn volledige naam wordt aangesproken en dat heeft hij natuurlijk te danken aan zijn column voor Humo, waarin hij zowat elke BV een oor aannaaide. Maar (pdw) is veel meer dan een verzameling witzen over Roland Lommé, en de laatste jaren heeft hij langzaam maar zeker een plaatsje in de tv-wereld uitgebeiteld. Met Spike, Kijk eens op de Doos en De Vloek van Vlimovost, het triumviraat waarmee De Witte eigenhandig de surrealistische sketchhumor in Vlaanderen introduceerde. En met de ironische talkshow De Porseleinen Pony, dat gemaakt werd door 3Keys, het productiehuis dat De Witte enkele jaren geleden met twee vrienden oprichtte. Dé klepper van 3Keys komt evenwel deze winter op tv. In De Perfecte Moord worden tien gewone Vlamingen gedropt in het dorpje Termont, waar er een (fictieve) moord is gepleegd op industrieel Jacques Dupont. Onder leiding van commissaris Luc Boeve trekken de kandidaten – allemaal mensen zonder politieopleiding – op speurtocht. De Perfecte Moord is een mengvorm tussen fictie en reality: de verdachten worden gespeeld door acteurs, maar de onderzoeksdaden en ondervragingen zijn niet gerepeteerd, en de kandidaten mogen zelf beslissen hoe ze de zaak aanpakken. Het klinkt ingewikkeld en De Perfecte Moord vergt ook wel wat aandacht, maar na afloop van de eerste aflevering, die de journalisten in avant-première konden bekijken en waarin we de laatste uren van Dupont zien en de kandidaten worden voorgesteld, schoot er maar één woord door mijn hoofd: kijken! Ook het testpubliek zag de pilot zitten, zo vertelt De Witte: ‘Ze waren allemaal heel nieuwsgierig naar het vervolg. Het is te zeggen: één groep vond het een sterk programma, en een tweede groep, aan wie we hadden verteld dat ze het nieuwe programma van Woestijnvis zouden zien, die vond het nóg beter.’
Als iemand je tien jaar geleden gezegd had dat je bij VTM een groot zondagavondprogramma zou maken, wat was je reactie dan geweest?
Patrick De Witte: Ik had het niet geloofd. Ik heb zelfs ooit nog in een interview gezegd dat ik uitsluitend voor Canvas zou werken, ervan uitgaande dat mijn programma’s nooit geschikt zouden zijn voor VTM of TV1. Maar dit paste toevallig.
Het blijft toch een vreemde omgeving voor iemand die zoveel VTM-mensen in de zeik heeft gezet. Nog geen elleboogstoten gekregen op recepties?
De Witte: Wel, als ogen konden schieten, dan was ik nu al lang dood (lacht). Al zijn er ook mensen die mij spontaan komen zeggen: ‘Je hebt ooit eens iets geschreven over mij maar eigenlijk kon ik daar wel mee lachen.’
Waar komt ‘De Perfecte Moord’ vandaan?
De Witte: Het was oorspronkelijk een Amerikaans programma, maar wij hebben het ontdekt via de versie van de BBC. Ik zag dat en ik dacht: dat idee, dat moet ik hebben. Alleen waren die buitenlandse versies niet zo goed en zijn we eraan beginnen sleutelen. Ons ei van Columbus was om De Perfecte Moord te openen met een korte fictiefilm waarin je ziet hoe Dupont aan zijn einde komt en de verdachten worden voorgesteld. De mensen herkennen dat, dat is zoals in een echte detectiveserie. Alleen komt bij ons na de moord niet Witse aan op de plaats van de misdaad, maar de tien kandidaten.
Vlaanderen is zot van krimi’s, maar het leuke aan De Perfecte Moord is dat het de eerste echte politiereeks is: de kandidaten worden begeleid door een echte politiecommissaris en het onderzoek verloopt voor negentig procent zoals een onderzoek hier verloopt. De kandidaten kiezen ook zelf wat ze gaan doen, al was het natuurlijk aan ons om ze in de richting te sturen die wij wilden. Via een zendertje wisten we wat ze van plan waren en daarna werkten we met modules. Zo van: ze zitten op dit spoor dus kunnen ze nu dit, dit of dit doen. We gingen ook met vijf cameraploegen mee op pad en ’s avonds vertelden we dan waar ze mee bezig waren. Ik verzeker je: we hebben in die drie weken maar weinig ons bed gezien. What were we thinking, dat was onze leuze.
Waar heb je je op gebaseerd voor het verhaal?
De Witte: Ik heb altijd graag krimi’s gelezen. Het is begonnen toen ik op mijn negende voor Sinterklaas Father Brown kreeg, een omnibus rond een Britse jeugddetective. Dat boek heb ik echt verslonden. Ik ben dan onmiddellijk overgestapt op Agatha Christie: geen hoogstaande literatuur, maar die plots zijn zo heerlijk en die personages zijn zo juist neergezet. Voor dit verhaal heb ik me gewoon laten gaan en alles wat ik tof vind aan Agatha Christie in een Vlaamse setting gegoten.
‘De Perfecte Moord’ doet denken aan een van je andere grote passies, de diefstal van De Rechtvaardige Rechters, zowat ‘de perfecte roof’.
De Witte: Wel, ik ben dat verhaal ook in deze formule aan het gieten. Als er een tweede seizoen van De Perfecte Moord komt, dan zal dat over kunstdiefstallen gaan. Dat boeit mij enorm.
Je bent al lang bezig aan een documentaire over die zaak. Komt die nog?
De Witte: Als het van ons afhangt wel. Maar het probleem is dat je er niets mee verdient. Bij een documentaire denk ik meteen aan Horizon van de BBC, dat is de standaard, maar zoiets kost geld! Dat is een aflevering van Flikken, hé. Wie kan dat betalen? Overigens: toen ik las hoeveel Flikken per aflevering kost, viel ik bijna achterover. Ik zou ook weleens met zo’n budget willen werken.
Is het niet onrealistisch om je met ‘Horizon’ te willen meten?
De Witte: Moet je dan onmiddellijk de lat lager leggen? Zo kom je toch nergens? Als wij aan mensen uit het vak zeggen wat Kijk eens op de doos en De Vloek van Vlimovost hebben gekost, die vallen achterover. Het ziet er vijf keer zo duur uit. Alleen: wij zijn perfect voorbereid en we hebben een goede ploeg. Geen mensen die om vijf uur naar huis gaan maar die tot een stuk in de nacht werken om het in orde te krijgen. Daarom hebben Maarten (Moerkerke), Geert (Peeters) en ik ook 3Keys opgericht. We hadden samen voor het productiehuis Sylvester Spike en Kijk eens op de doos gemaakt en daarna wisten we dat we het evengoed alleen konden. Aan Kijk eens op de doos heeft Sylvester niets moeten doen, behalve de administratie. Maar ze nemen wel winst op het programma. Dus dachten we: als we een eigen productiehuis hebben, dan kunnen we met die winst tijd kopen om dingen uit te werken die we echt willen doen.
Een paar jaar geleden had je door je statuut als muzikant niet eens een eigen SIS-kaart. Hoe kom je vandaar naar een eigen productiehuis?
De Witte: Dankzij mijn kinderen. Ik ben pas op mijn 35e vader geworden en toen ben ik echt in een kosmische kramp geschoten. Voordien was ik ongelooflijk lui en deed ik alleen de dingen die ik graag deed, en dan nog. Maar toen dacht ik: nu moet het vooruitgaan. Die kleine, en mijn dochter die twee jaar later is geboren, die wil ik zien rondlopen in de wetenschap dat ik het allemaal onder controle heb. Dat is aardig gelukt en daar ben ik blij om. Achteraf gezien heb ik veel tijd verloren. Toen The Skyblasters (de semi-legendarische Vlaamse reggaegroep waarin Patrick De Witte drumde; nvdr.) eind jaren tachtig splitten, heb ik nog een paar jaar zitten aanmodderen, zonder te weten waar ik naartoe wou. Ik ben veel te laat met Spike begonnen, ik had veel vroeger bij Humo moeten weggaan.
Ik wist gewoon als kind al dat ik grappen wou schrijven voor tv. Toen ik jong was, keek ik naar The Dave Allen Show, een Ierse komiek die met de Kerk lachte. Ik had net mijn plechtige communie gedaan en had besloten om nooit meer naar de mis te gaan, dus vond ik dat geweldig. Toen kwam Monty Python en was ik helemaal vastberaden om ooit ook mijn onzin op tv te krijgen. Ik was zo blij toen ik dat zag. Dat was op de RTBF, toen nog veel hipper dan de BRT. Daar heb ik ook voor het eerst AC/DC live gezien, nog zo’n schok. Ze speelden It’s A Long Way To The Top If You Want To Rock’n’Roll, van hun tweede cd, een nummer met maar één akkoord. (doet na) A-aa-aa-aa-aa. Ik dacht: waaauw, what the fuck? Daar is het eigenlijk allemaal begonnen.
The Skyblasters gaan volgend jaar weer op tournee. Toch wat heimwee?
De Witte: Met heimwee heeft dat weinig te maken; ik doe het alleen maar om mijn midlifecrisis vlot te doen verlopen. Ik ben 46, dus normaal gezien zou ik volop in de midlifecrisis moeten zitten, maar dat lukt niet als je kinderen van een jaar of tien hebt rondlopen. Ofwel pak ik dus een minnares, maar daar ben ik veel te loyaal voor, ofwel koop ik een Harley-Davidson, maar dan gaan Geert en Maarten mij uitlachen. Dus dacht ik: laat ik maar weer eens iets met The Skyblasters doen. Het is ook het moment: twintig jaar geleden hebben we de groep opgericht, vijftien jaar geleden zijn we gestopt. We zijn onlangs eens samengekomen hier in Gent en we hebben ons toen te pletter gelachen met elkaars pens te vergelijken. Maar iedereen bleek er weer zin in te hebben.
Net voor het bericht van de reünie schreef je op je weblog pdw.blogspot.com al een stukje over je ‘gebrek’ aan midlifecrisis. Daarin schreef je: ‘Ik twijfel nu eenmaal niet aan wat ik doe of wel of niet bereikt heb.’
De Witte: Waarom zou ik twijfelen? Ik doe toch maar wat. Het leven is te kort, zeg ik altijd, en ik steek geen tijd in dingen waar ik geen zin in heb. De dingen die ik wel doe, daar wil ik mij mee amuseren en zo goed mogelijk doen. Zoals De Perfecte Moord en ik ben dan wel zo onbescheiden om te zeggen: in de VS en op de BBC was het niet goed, dat kunnen wij beter. Oké, zij hebben meer geld, maar dan moeten wij maar vindingrijker zijn en meer doen met minder geld. Voor De Vloek van Vlimovost hebben wij drieën anderhalf miljoen Belgische frank van de winst opnieuw geïnvesteerd om die cowboyscènes in Spanje te gaan filmen. Natuurlijk ziet het er dan goed uit maar we hebben daar iets voor moeten doen hé.
Nog op je weblog maak je iedere maand een lijstje met dingen die je geërgerd hebben. Dat gevoel heb ik wel meer als ik je columns lees in ‘Deng’ of op internet of hoor in ‘De Nieuwe Wereld’: Patrick De Witte is een vat vol ergernis.
De Witte: Dat is toch de basis van een goede column? Je windt je over iets op en je wilt dat de mensen eens naar een onderwerp kijken zoals jij vindt dat er naar gekeken moet worden. Mijn vrouw zegt soms: ‘Patrick, jij bent een gesjeesde wereldverbeteraar.’ Maar dat klopt niet, ik heb gewoon een grote muil en ik krijg de kans om mijn grote muil te laten horen. Op de radio, op tv, in de geschreven pers, op het internet, overal waar ik kan, zal ik mijn megafoon meebrengen, en niemand zal mij tegenhouden. En kan je zo iets in gang steken, nice. Als ik op het forum van Radio1 zie dat mijn wetten uit De Nieuwe Wereld heftig besproken worden: daar gaat het mij om. In het Engels zeggen ze: Run it up a pole, and see who salutes it. Trek de vlag omhoog en zie wie er salueert. Mijn mening is gezegd, vecht het nu maar uit.
Je wordt wel eens ‘grenzeloos cynisch’ genoemd, maar iemand die zich zo kan ergeren, is toch niet cynisch?
De Witte: Oh, maar dan definieer je cynisme veel te eng. Zoals Henry Louis Mencken zei: ‘Een cynicus is iemand die, als hij bloemen ruikt, kijkt waar de kist staat.’ Wie cynisch is, heeft nagedacht, maar hij staat wel tot aan de knieën in het leven. Ik vind: het leven is te kort, laten we ons dan amuseren en ons proberen te verbeteren waar het kan. Ik ben heel erg betrokken. Ik lees mij suf in de kranten, ik zit constant te foeteren. Mijn vrouw brengt mij dan soms zelfs de telefoon. ‘Hier, bel ze op’, zegt ze. ‘Of moet ik ze zelf bellen?’ Dan weet ik weer: komaan, relax. Ik kan naar mijn tv roepen, niet normaal. Onlangs nog tijdens Grote Vragen, naar onze vriend kardinaal Danneels: ‘Een mens zonder God’, zei hij, ‘dat is als een diamant zonder zon. Terwijl iedereen weet dat een diamant mooier is als de zon erop schijnt.’ En ik: ‘Ja, maar de zon kunnen we zien!’ Met van die wollige praatjes uit de jaren zestig, daar moet je nu toch niet meer mee afkomen?
Mensen zien niet in dat het leven zo al mooi genoeg is, dat we geen mumbojumbo nodig hebben om het interessant te maken. Daar komt het volgens de toogfilosoof in mij op neer: de mensen kunnen niet aanvaarden dat ze niets zijn. Alleen: dat niets heeft wel kathedralen gebouwd, (wijst) heeft de koffie verkeerd uitgevonden, dat is toch genoeg? Maar iedereen wil speciaal zijn: er is een god die speciaal over mij waakt, er komen ufo’s naar hier om naar mij te kijken, homeopathie kan niet werken, maar het werkt wel bij mij.
Alternatieve geneeskunde, het is een van je favoriete mikpunten.
De Witte: Die alterneuterij. Als Artsen Zonder Grenzen in Afrika zijn tenten opslaat, dan komen de mensen van duizenden kilometers ver af om deugdelijke medische zorgen te krijgen. Wat doen wij? Wij zeggen: neen, ik neem geen antibiotica, ik ga naar de homeopaat en ’s morgens neem ik altijd twee eetlepels bruine wortel. Shut the fuck up! Hoe is dat nu toch mogelijk? Twee jaar geleden was ik bijna dood. Toen heb ik gezien hoe goed ons systeem hier werkt. Ik kreeg in Firenze een longontsteking en ik heb daar vijf dagen met 44° koorts gelegen. Grote paniek, Maarten, Geert en mijn buurman hebben mij en mijn gezin zelfs gerepatrieerd. Ik werd naar het UZ in Gent gebracht en daar werd me nu toch een batterij medische hightech in gang gestoken! Ik heb nog vijf dagen in het ziekenhuis gelegen en dan was ik er bovenop. Toen dacht ik: tegen iedereen die nu nog over onze ziekteverzekering of onze verzorgingsstaat iets te piepen heeft, zeg ik: zwijg met uw neuten en uw zagen.
Nog een van je vijanden is het Vlaams Belang. Raak je niet ontmoedigd als die partij in je eigenste Gent zoveel stemmen haalt?
De Witte: Neen, ik word gewoon nog bozer. Toen het elektronische bankverkeer onlangs uitviel, zat ik in Oostende. Er brak ternauwernood een opstand uit! Caissières werden echt voor het vuil van de straat uitgescholden. Ik dacht: je moet eens zien, men consumeert zich echt bewusteloos, maar als het kopen even moet ophouden, is het boel. ’s Anderendaags zag ik dan NV Vlaanderen, over de onmetelijke rijkdom van onze regio, en dan denk ik: zwijg allemaal met jullie proteststemmen, zwijg! Je weet niet hoe goed je het hier hebt.
Als ik je zo bezig hoor: eigenlijk vind je het ook een geweldig schouwspel.
De Witte: Ik ben geboren en opgegroeid in een café, hé. Als kind was dat mijn sport, de mensen bekijken.
Je hebt ook een paar jaar in een rendez-voushotel gewoond: dat lijkt mij een ideale plaats om je cynisme aan te scherpen.
De Witte: Voilà, ik kan het niet beter uitleggen. Je leert heel veel over de menselijke aard op zo’n plaats. We zijn allemaal onbetrouwbare cocksuckers als het erop aankomt. Dat besef is dan weer heel cynisch, maar je komt er wel ver mee. Aan de andere kant geef ik iedereen veel krediet. Ik ben een heel loyaal mens. Ik ben dan ook al dertig jaar bij dezelfde vrouw. Dertig jaar, Bob (lacht), zoals de cowboys zeggen. Ik heb ook 23 jaar bij Humo gewerkt. Ik ben er opgestapt omdat het blad mij vanuit een soort politieke correctheid geen steun wou geven toen ik met televisie begon. Maar ik vond: ik sta hier al vijftien jaar op jullie vraag iedereen tot aan de tepels in de zeik te zetten, als ik van jullie al geen steun krijg, dan ondergraaf je mijn positie. Toen ze mij met Spike in de wind zetten, heb ik dat nog over me heen laten gaan. Toen met Kijk eens op de Doos hetzelfde gebeurde, dacht ik: als je dit zomaar laat gebeuren, dan ben je ofwel een kalf ofwel een vod.
Stelde jij toen je jong was ook al lastige vragen?
De Witte: Ja, daarom ben ik ook in mijn laatste jaar in het Sint-Lievenscollege aan de deur gezet. Wij moesten migrantenwerking doen op de speelplaats en ik weigerde dat. Er zat geen enkele migrant in mijn klas, die mochten niet eens binnen, en ik zou het blazoen van de school helpen oppoetsen? Wel, het was aan geen dovemansoor gezegd (lacht). Ik was zestien. Ik ben altijd zo geweest. Ik trek mijn klep open en ik zit in de miserie. Dat is ook de Gentse volksaard. Een Gentenaar is no nonsense. In het café van mijn pa zat het vol met dat soort mensen.
En wat vinden je kinderen ervan, als vader weer in de zetel zit te foeteren?
De Witte: Ik ben heel trots op mijn kinderen wat dat betreft. They don’t take no crap.
K3 en Samson komen niet binnen?
De Witte: O jawel, maar ze zeggen: ‘Ik weet het papa, maar het is een leuk liedje.’ Ik ga ze dat niet misgunnen. Ik ben zelfs al met hen naar Center Parcs geweest! Meer nog, ze hebben toen ze klein waren een tijdje op een katholieke school gezeten, ook al zijn ze niet gedoopt. Dat was heel vreemd, want toen de klasgenootjes van mijn zoon hun eerste communie deden, was hij de enige die niet meedeed. Maar dat was geen probleem voor hem: ‘Ja papa, die mensen geloven dat, hé’, zei hij.
Welke levenshouding wil je ze dan meegeven?
De Witte: Amuseer je. En je kunt je met alles amuseren. Mijn zoon moest onlangs voor de eerste keer een spreekbeurt geven en als onderwerp had hij het jachtluipaard gekozen. Dat ging allemaal heel goed tot ik zei: toon het nu eens aan mij. Toen klapte hij volledig dicht omdat hij besefte dat hij voor een publiek zou moeten spreken. Ik heb er mij dan een uur mee beziggehouden, grappen met hem gemaakt, en je zag dat hij er plezier in begon te krijgen. Dat wil ik hen leren: als je iets niet graag doet, doe het dan op een manier die je wel graag doet of waar je goed in bent. Simpel en dat schijnt mij aardig te lukken, tot nu toe.
Ben je ooit bij de scouts geweest? Die liefde voor whodunits, hoe je met je kinderen omgaat: jij had een sterk nachtspel op poten kunnen zetten.
De Witte: Ik denk dat veel scouts dan waren thuisgekomen: ‘Mama, papa, ik heb vandaag geleerd: er is geen God, er is geen universele genade waar we op moeten rekenen, maar we moeten er het beste van maken.’ (lacht) Een hele generatie cynici! Ik ben wel bij het leger geweest, daar deden we ook van die spelletjes en dat was geestig. Met De Perfecte Moord heb ik mij ook geweldig geamuseerd om die puzzel in elkaar te steken. De spelende mens, dat is altijd plezant. En de lachende mens ook. Een mens die lacht, die is weerloos. Op dat moment is hij niet verzuurd, kan hij niet kwaad zijn. Plus: hij heeft nagedacht. Hij heeft een link gelegd die hij vroeger niet zag, en hij vindt het grappig. Humor is volgens mij nog altijd het beste wapen tegen al het gezeik.
Stefaan Werbrouck
‘Ik trek mijn klep open en ik zit in de miserie. Het is altijd zo geweest.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier