Eén aflevering van De slimste mens had Sarah ‘Kenji Minogue’ Vandeursen vorig jaar nodig om Woestijnvis van haar potentieel te overtuigen. Ondertussen heeft ze het tot persoonlijke voetveeg van Philippe Geubels geschopt in Geubels en de idioten.Sarah Vandeursen praat over haar calvarietocht. ‘De ene dag een auto-ongeluk met een blinde, de volgende een kruisiging.’

‘Kom gewoon hierheen. Zo rond de koffie?’ Hoed u voor vrouwen die warme dranken als tijdsaanduiding bezigen, zei ons grootmoeder altijd.

‘En let vooral niet op het bordje ‘Slagerij’ aan de deur.’ Ook over vrouwen die voorwenden in charcuterie te doen, had grootmoe een boek kunnen schrijven.

Sarah Vandeursen, de salonfähige versie van elektrokitschkween Conny Komen, heeft net een nieuw onderkomen gevonden aan de Gentse Dampoort. De woonkamer staat al op orde, met een flipperkast in de hoek, een rotan Emmanuelle-stoel, een impressionante My Little Pony-collectie – ‘Van mijn dochter. Nee, echt’ – en op de grond ‘nendwoazen theezak, waarvan ik nog altijd niet snap dat ik hem elke verhuizing weer meezeul. Ik gebruik hem niet, maar het kalmeert me vreemd genoeg als ik die in mijn ooghoek zie staan.’ Vandeursen loopt naar de platenspeler en laat Rain Dogs van Tom Waits wat gedempter kraken.

Kenji Minogue staat momenteel even op een lager pitje, vertelt ze. Ze treden bij wijlen nog op, maar de combinatie met haar tv-werk bleek nogal moordend. ‘Daar zat ik dan, verstijfd in de backstage, krampachtig elke morzel overgebleven energie aan het opsparen voor het podium. Ik moet nog een evenwicht zien te vinden, want ik ben echt niet van plan Kenji op te geven.’

Voor Geubels en de idioten waagt ze zich dezer dagen aan empirisch onderzoek van de pijnlijkste soort. Onder auspiciën van voornoemde kale namaakmacho, en met de hulp van een slaperige labradoodle, Pedro Elias.

De idioten zou initieel een vervolg op Scheire en de schepping worden, legt ze uit. Vrij naar Boston Tea Party, een Zweeds format met twee presentatoren-proefkonijnen, geruggensteund door een expertenpanel. ‘Maar de redactie had het gehad met panelshows en die constante verheerlijking van wetenschap.’

De titel was er vrij snel, maar op de juiste insteek bleef het even kauwen. ‘Tot Philippe erbij kwam. Toen werd alles meteen duidelijk.’ Geubels zou de vragen stellen, Vandeursen en Elias zouden ondergaan. ‘Alleen, dat was amper drie maanden geleden. Wat dus betekent dat we de hele zomer door hebben gedraaid. Heftig. De ene dag veroorzaak je een auto-ongeluk door een blinde te laten rijden, de volgende dag word je gekruisigd.’

Dat ze recent gestopt is met roken, en blijft volhouden, mag dan ook een klein wonder heten. De laatste tijd is ze niet alleen gekruisigd, maar ook geëlektrocuteerd, geflambeerd, gedrogeerd en tot toespijs herleid.

SARAH VANDEURSEN: Als ik nu met roken kan stoppen, ben ik er definitief af. Ik zou niet weten wanneer ik ooit nog meer stress in mijn leven zal hebben. Soms schrik ik wakker van pure opwinding. Pas ’s nachts komt alles op me af, overdag besef ik niet echt wat we allemaal ondergaan. Bovendien zijn Pedro en ik ondertussen zo van de adrenaline gesatureerd dat ik niet eens meer opkijk wanneer ik door een hond achtervolgd word, hij me bijt en niet lijkt te luisteren naar zijn baasje. ‘Ahja kiek,’t is ton azo é.’

Tegelijk ben ik gruwelijk verslaafd geworden aan prikkels. Ik zat enkele weken geleden permanent in overlevingsmodus, in die mate zelfs dat ik kwaad werd wanneer er prikkels op me af kwamen die níét belangrijk waren. Iemand die zich constant in levensgevaar voelt, moet je vooral niet lastigvallen met vragen als: ‘Croissants of boterkoeken?’ Keirel, bol ne kè af mè je koffiekoeken! Maar dat is ondertussen verholpen. Af en toe wat slapen heeft geholpen.

Bijkomend voordeel: je hebt geen tijd om stil te staan bij de verpletterende druk om snel een van de nieuwe VIER-gezichten te worden.

VANDEURSEN: Ik voel echt geen druk. Echt niet. Als iemand het mij lastig gemaakt heeft, dan ben ik het zelf. Creatief directeur Sam De Graeve stelde me bijvoorbeeld aan Wouter Vandenhaute voor als ‘Sarah, de toekomst van Woestijnvis’. Waarop hij ons alleen liet, en ik mezelf bloedserieus absolute nonsens hoorde uitkramen als: ‘Ja, ik heb het licht gezien.’ Ik ben relatief zeker dat Wouter na ons gesprek meteen gecheckt heeft hoe sluitend mijn contract was. (lacht)

De Graeve meende dat vermoedelijk wel. ‘Zelden iemand zo juist binnengehaald als Sarah’, heeft hij eerder gezegd.

VANDEURSEN: Een prachtig compliment, maar ik heb werkelijk geen idee waar hij het over heeft. Ik heb vooral het gevoel dat ik veel boeiender word voorgesteld dan ik eigenlijk ben. Ik voel me goed bij Woestijnvis, maar ik wil daar vooral niet te veel kak aan hangen.

Hij had het waarschijnlijk over je authenticiteit op het scherm. Het is pas wanneer je voorbereide nummertjes moet afhaspelen dat het gaat wringen.

VANDEURSEN: Ik wil zo echt mogelijk zijn. Het getimede, voorbereide studiowerk is ook nog altijd een strijd. Ik gruw van enscenering, en ik weet niet of ik dat helemaal in de vingers wil krijgen.

Wist je dat ik tot driemaal toe naar een taalcoach ben geweest? Het was je misschien nog niet opgevallen, maar ik tors een nogal geprononceerd West-Vlaams accent. Christel Lacroix, die eerder al Erik Van Looy zijn prachtige Hollandse klanken schonk, zei: ‘Al uw klinkers zijn verkeerd… En al uw medeklinkers ook.’ Hoe ik me al 31 jaar verstaanbaar maak, het is me dus een raadsel. Maar dictie lag me echt niet. Bovendien, op het moment dat je je leven voorbij ziet flitsen omdat je met een blinde chauffeur over een racecircuit scheurt, denk je niet: ‘Kin naar beneden, Sarah! En let op die glottisslagen.’

Geen schrik dat je die ‘echtheid’ gaat analyseren? Tot je het in de vingers hebt, en het ook gewoon een gimmick wordt.

VANDEURSEN: Absoluut. Iets krampachtig willen begrijpen, maakt zoveel kapot. Voorlopig snap ik gelukkig nog altijd niet waarin ik beland ben, en dat maakt het voor mij des te schoner.

Ook opvallend: er is mannenhumor, vrouwenhumor, en dan heb je Sarah Vandeursen. Akkoord?

VANDEURSEN: Ik zie mezelf dan ook niet als een vrouw. Ook niet als een man overigens, eerder als een volstrekt uniseks wezen. In dat opzicht kun je dus wel gelijk hebben. Ik hoef ook niet te scoren, of me krampachtig tussen Pedro en Philippe te wringen: ik zaai liever verwarring. Philippe vind ik trouwens geestiger in het echt dan als stand-upper, wanneer hij plots zaken zegt zoals: ‘Ik denk elke dag aan de dood, Sarah.’ Het zit hem in de blik en de sonore toon. Het publiek kent enkel zijn brede kant, ik hou van hem op zijn, euh, niet-brede kant.

Heb je het gevoel dat je nu sterker in je schoenen staat dan vóór De idioten, of heeft Philippes bizarre bucket list je voorgoed om zeep geholpen?

VANDEURSEN: Nu ben ik nog fucked-up, maar eenmaal afgekickt kom ik er ongetwijfeld sterker en functioneler uit. Ik lach nu bijvoorbeeld al met mezelf omdat ik spinnen ooit eng vond.

(denkt na) Wist je trouwens dat Philippe en Pedro weleens Temesta slikken, tegen angstaanvallen? Preventief reageren op mogelijke paniek, dat vind ik dan weer vreemd. Ik zou daar net angstiger van worden, want hoe weet je zo nog wat echt is en wat niet?

Was dat niet handig geweest tijdens het bungeespringen, met die hoogtevrees van jou?

VANDEURSEN: O, maar Philippe heeft me al rohypnol gegeven, dat was meer dan genoeg. Zeer teleurstellend wel. Pas toen ik de dag erop thuiskwam, ben ik mentaal helemaal gecrasht. Blijkbaar is ‘irrationele neerslachtigheid’ een van de mogelijke bijwerkingen en ben ik daar bovengemiddeld vatbaar voor. Dus lag ik plots te janken tussen mijn verhuisdozen… En een uur later was ik alweer bloedworst aan het eten van mijn eigen bloed, nog natrippend op de rohypnol.

Welke angsten dienden nog overwonnen te worden, behalve de hoogtevrees?

VANDEURSEN: Ik had niet echt grote angsten te overwinnen. Het is te zeggen: ik laat zelden toe dat die me beïnvloeden. In mijn twintigerjaren werd ik bijvoorbeeld geremd door sociale angst, schrik voor het oordeel van mensen. Maar met Kenji Minogue heb ik mezelf gedwongen me daar overheen te zetten. Ondertussen ben ik eruit: ik ken die ‘anderen’ niet, en zal ook nooit weten wat ze echt van me denken, dus why bother? Al besef ik ook wel dat Kenji een zeer extreme tegenreactie is.

In de woorden van een youtuber, te lezen onder de clip van Nom Nom: ‘Het is als Die Antwoord met downsyndroom.’

VANDEURSEN: Eindelijk iemand die het snapt! Ach, we vragen er natuurlijk ook om. En als ik beelden van onze shows bekijk, denk ik soms ook ‘Die Antwoord met down.’

Troost je, een ander merkte op: ‘I have the weirdest boner right now.’ Maar dat terzijde. Let je meer op wat Conny Komen op het podium doet, nu Sarah Vandeursen ook bekend is?

VANDEURSEN: Integendeel. Ik smijt me nog ongegeneerder, omdat ik in De idioten kan tonen dat ik ook een ‘normaal’ kantje heb. Conny, dat ben ik niet. Wanneer ik van het podium stap, denk ik hooguit: ‘Flink, Sarah, wat heb je weer lekker ver van jezelf gestaan vandaag.’

Is Sarah niet diegene die weleens op feestjes bij anderen thuis een bad neemt?

VANDEURSEN: Oké, ik geniet er zelf ook wel van om de grenzen op te zoeken. En daar heb ik nog nooit spijt van gehad. Zelfs al levert dat soms gênante situaties op, aangezien ik dan ook de badkamerdeur niet op slot doe. Nu ja, gênant. Ik vind daar niks ergs aan. Voor alle duidelijkheid: ik heb dat de laatste jaren hooguit een paar keer gedaan.

Jezelf ondertussen al op een specifiek talent kunnen betrappen? Of blijf je nog steeds volhouden dat je werkelijk niks kunt.

VANDEURSEN: Ik ben heel goed in als non-talent door het leven fietsen. Wat is een talent ook?

Een Bijbelse munteenheid.

VANDEURSEN: O, maar in dat geval… Ik neem aan dat ik ooit wel wat ontdek waarin ik weergaloos uitblink. En zo niet, ook goed. Met een beetje ça va zijn in meerdere dingen kom je er ook wel. (denkt na) Weet je waar ik écht goed in ben? In wereldvreemd wezen. Dat, en lamineren.

Voor ik met Kenji Minogue begon, zat ik te verpieteren op een kantoor als educatief medewerker, terwijl men me ervan probeerde te overtuigen dat dat een ‘creatieve’ job was. Ontslag nemen lag als alleenstaande moeder moeilijk, maar toen ik het uiteindelijk aandurfde, parkeerden ze me nog drie maanden in het magazijn. Om te lamineren. Zeer vernederend, maar ik had er blijkbaar wel aanleg voor. Om maar te zeggen, ik heb een carrière als lamineuse op wereldniveau gerateerd.

En dat wereldvreemd wezen?

VANDEURSEN: Ik kan oprecht overvallen worden door de idee dat andere mensen ook een leven hebben. Dat die naast mij bestaan. Ik snap dat je een minimum aan respect en sociale omgangsvormen nodig hebt, maar de wereld ziet er gewoon veel beter uit wanneer je weinig rekening houdt met je medemens. (droog) Het is echt fijn leven zo, zonder compleet overbodige meningen en dito mensen. Het is zelfs de enige manier om mezelf gelukkig te houden. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat ik mezelf kan leren om nog minder rekening te houden met anderen. Er gaat niks boven onthechtheid.

En kom, zolang ik niemand kwaad doe? Mocht ik nu mensen neer gaan kogelen…

Daar had ik je dan toch wel even op aangesproken.

VANDEURSEN: Voilà. Maar voorlopig lijkt me dat dus niet echt problematisch gedrag.

Je houdt de wereld ook bewust buiten. Geen kabeltelevisie, geen kranten…

VANDEURSEN: Ik weet ook niet of ik opnieuw aan een kabelabonnement toe ben. Toen ik zwanger was, keek ik naar de grootste rotzooi, en ik heb geen zin om daar opnieuw verslaafd aan te raken. Rotzooi intrigeert nogal, hé.

Ik hoef niet te goed op de hoogte te zijn van de wereld: daar word ik alleen maar droevig van. Het is dus geen gebrek aan empathie, vooral zelfbescherming. Misschien zelfs wat laf. Al noem ik het liever ‘overgevoeligheid’.

Waar is de wereldverbeterende Sarah heen? De master in sociaal-cultureel werk die in 2005 nog geëngageerd ‘instaptheater’ maakte voor senioren?

VANDEURSEN: Correctie: voor medioren. Vijftigers en zestigers diende je tien jaar geleden zo te noemen. Wat zou er eigenlijk met die term gebeurd zijn?

Geëuthanaseerd, samen met sportelen.

VANDEURSEN: De Sarah uit 2005 was jong en sociaal geëngageerd. De Sarah uit 2015 is dat allesbehalve. Maar to-taal niet, hé. Ik hoed me ervoor om niet cynisch te worden, want dat lijkt me vreselijk, maar nog liever cynisch dan een zalmroze feelgoodwereldverbeteraar.

GEUBELS EN DE IDIOTEN

Elke donderdag, 21.05 uur, op VIER.

DOOR KRISTOF DALLE – FOTO’S JEF BOES

Sarah Vandeursen ‘IK SNAP DAT JE EEN MINIMUM AAN RESPECT EN SOCIALE OMGANGSVORMEN NODIG HEBT, MAAR DE WERELD ZIET ER GEWOON VEEL BETER UIT WANNEER JE WEINIG REKENING HOUDT MET JE MEDEMENS.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content