Op haar solodebuut liet ex-Skunk Anansie-frontvrouw Skin haar zachtere, zeg maar vrouwelijke kant horen. Het was slechts een tijdelijke inzinking: op de opvolger ‘Fake Chemical State’ schreeuwt ze opnieuw de hele buurt bijeen en trekt ze haar enorme mond wijder open dan ooit.
‘Fake Chemical State’ klinkt minder intiem, maar ook minder somber dan ‘Fleshwounds’. Voel je je beter in je vel?
Skin: Voor het eerst in mijn leven heb ik plezier beleefd aan het opnemen van een plaat. De vorige gingen altijd gepaard met zenuwinzinkingen, uitputting en frustratie. Fleshwounds was een zoektocht naar mezelf na Skunk Anansie, en ik heb er veel uit geleerd. Dat ik niet mag binnen zitten en alleen maar songs schrijven, bijvoorbeeld. Deze keer schreef ik ’s nachts nadat ik een optreden had bijgewoond of was gaan dj’en. Ik heb de muziekscene van Londen, Parijs, New York, Milaan en Rome verkend en dat werkte inspirerend. Vooral uit bands als Bloc Party, The Strokes, Clor, Clap Your Hands Say Yeah en White Teeth heb ik energie geput.
Je klinkt bij momenten wel héél agressief. Soms is je stem amper herkenbaar.
Skin:(grijnst) Dat is een compliment. Die agressie is mijn sterkste punt, ze voelt natuurlijk aan. Het is passie, het is energie die ik kwijt kan. Maar zo agressief als ik op het podium ben, zo kalm ben ik elders.
Wat we niet van je gewoon zijn: er zit ook liefde in de plaat.
Skin: Verloren liefde, dan: de songs gaan vooral over de smerige en gestoorde kant van de liefde. Akkoord: er staat één echt liefdeslied op, Falling for you, maar dat heb ik niet geschreven, want ik háát liefdesliedjes, ik zou er nooit een kunnen schrijven. Falling for You is een nummer van Len Arran. Ik had het eerst volledig herwerkt en er een echt haatlied van gemaakt. Maar toen ik de twee versies naast elkaar legde, moest ik toegeven dat het liefdesliedje beter was. Daarna wou ik het eigenlijk niet op de plaat zetten, maar het bleef door mijn hoofd spoken. Het nummer zelf heeft mij overhaald.
‘Ik ben liever alleen in mijn kamer dan met jou’, zing je in ‘Alone in my room’. Ik hoef niet te weten wie hier de dupe is, maar ik ben in elk geval blij dat ík niet in zijn schoenen sta.
Skin: Dat nummer gaat in de eerste plaats over mezelf. Ik ben een eenzaat. Ik woon op het platteland en heb mijn huis zodanig ontworpen dat ik niet buiten hoef te komen; ik heb een gymzaal, een zwembad, loungeruimte, bibliotheek, Playstation, een muziekstudio… Ik verdwijn gewoon graag. Iemand vroeg me onlangs of het nummer over masturbatie ging. Dat vond ik hilarisch, maar eigenlijk klopt het wel een beetje. Masturberen is vaak leuker dan neuken. Mensen vinden het soms moeilijk te geloven dat ik gelukkig ben alleen. Ik krijg wel eens een bezorgd telefoontje, en dan antwoord ik: ‘Maar nee, alles gaat goed. I’m having fun. I’m gonna kill someone! Ta-da-da-da-da-daaah!‘ (imiteert machinegeweer)
Dus als je zingt dat je iemand zult vermoorden, heb je het gewoon over de figuurtjes op je Playstation?
Skin:(lacht) Ik mag dan verslingerd zijn aan mijn Playstation, erover zingen doe ik nog niet. Ik weet dat sommige van mijn teksten wreed klinken, maar ze zijn niet allemaal autobiografisch. Ik ben eigenlijk een andere manier van muziek schrijven aan het ontwikkelen. Je kunt het een beetje vergelijken met taekwondo. Ik maak een aaneenschakeling van agressieve zinnen die ik in de lucht gooi en die je bij de keel grijpen. Het zijn zinnen die samenhangen in een soort raamwerk, maar ook op zichzelf kunnen staan.
Samen met Kele Okereke van Bloc Party word je in de gespecialiseerde pers vaak naar voren geschoven als een rolmodel voor de zwarte jeugd. Doet dat je wat?
Skin: Dat is wel het laatste wat ik wil zijn. Ik háát rolmodellen. Rolmodellen zijn mensen die voortdurend aan hun imago proberen te beantwoorden. Met andere woorden: ze zijn fake en schijnheilig en ze brengen meer schade toe dan wat anders. Ik zou al die rolmodellen wat graag eens op een rij zetten en er mijn machinegeweer op leegschieten.
Het valt me wel op dat er al bij al nog altijd weinig zwarte rockzangers zijn. Toeval, denk je?
Skin: Geen idee, al merk ik wel dat de perceptie veranderd is. Toen ik begon, kreeg ik in interviews alleen maar vragen over mijn kleur, ras en seksuele geaardheid, het ging nooit over mijn muziek. Maar ik heb de indruk dat Kele met Bloc Party niet in een hoek gedrumd wordt en vrijuit over zijn muziek geinterpelleerd wordt, zelden over zijn huidskleur. Maar goed ook: Bloc Party is tenslotte de beste band van vorig jaar.
Jij blijft niet gespaard van stereotyperingen. Zelfs je fans discussiëren nu op je website of je al dan niet een feministe bent.
Skin: Dat woord heeft zo’n negatieve bijklank gekregen dat vrouwen vaak niet meer durven toegeven dat ze feministe zijn. Het staat bijna gelijk aan zeggen dat je lesbisch bent. Maar als feminisme betekent dat je gelooft in gelijke rechten voor vrouwen, dan ben ik nauurlijk een feministe. De shit die vrouwen nog altijd moeten slikken van mannen! Jezus, als je de rap-video’s van de jongste tien jaar bekijkt: wat stellen vrouwen daarin voor??
Dat treft! Op je site word je net geprezen omdat jij sex-appeal uitstraalt zonder dat je daarvoor halfnaakt moet rondhuppelen in je videoclips. Een fraai compliment.
Skin: Helaas! Ik moet mijn fans teleurstellen: in een van mijn volgende clips, waarvan het idee en de regie helemaal mijn eigen verantwoordelijkheid zijn, ga ik volledig naakt. Sorry!
Het is je vergeven…
De fans wisten niet wat ze meemaakten toen Skin na de split van Skunk Anansie haar eigen weg ging. Plots stond er, hemeltjelief, haar op haar hoofd en – wel heb je nu ooit – zong ze in plaats van te schreeuwen. Dat was niet de Skin die de wereld wilde zien en horen, zo bleek uit de lauwe ontvangst die haar eerste soloalbum Fleshwounds te beurt viel. Ze heeft er blijkbaar zelf conclusies uit getrokken, want op opvolger Fake Chemical State gaat Skin opnieuw als een razende tekeer en dreigt ze dat ze zal bijten tot we dood zijn. Desondanks staken we manmoedig ons bandopnemertje in haar richting.
Als we haar om tien uur ’s morgens ontmoeten, is Skin (née Deborah Anne Dyer) al één bal energie. Ze zwijgt geen seconde, kan niet stilzitten en speelt nerveus met de koordjes van haar kaptrui. ‘ All gone!‘, gilt ze bij wijze van antwoord op onze vraag of ze nog haar heeft, en ze onthult trots een blinkende schedel. ‘Ik zag er niet uit mét haar, ik weet het. Maar ik had er genoeg van overal herkend te worden. Ik had rust nodig. Nu ben ik wat blij dat ik weer kaal ben. Haar hebben is vreselijk lastig: je moet veel vroeger opstaan om het min of meer in model te krijgen, en dan heb je de helft van de keren nog een bad hair day.’
FAKE CHEMICAL STATE
uit op 20/3 bij v2
Wendy Huyghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier