‘IK GA DE REST VAN MIJN LEVEN NIET AAN COMMERCIËLE FILMS WIJDEN. ECHT NIET’

Drie jaar na Skyfall gaat Sam Mendes voor de dubbel met Spectre, waarin hij 007 opnieuw alle hoeken van de planeet én zijn eigen psyche laat zien. Een gesprek met de Britse Bondmenner. ‘Ik wil films maken, geen franchise.’

Een plastic zakje dat door de wind wordt meegevoerd, meedanst met gevallen herfstbladeren, bescherming zoekt bij een roodbakstenen muur en telkens opnieuw opveert. Met dat poëtische beeld opende theater- en filmregisseur Sam Mendes zijn debuut American Beauty (1999), maar het is in zekere zin ook de manier waarop hij James Bond drie jaar geleden neerzette in Skyfall: als een speelbal van een sputterende geheime dienst, een kwade genius en vooral zijn eigen demonen. Tot grote opluchting van Bondproducenten Barbara Broccoli en Michael G. Wilson, en niet het minst van Mendes zelf, drukte het publiek ook de breekbare 007 aan de borst. Met een wereldwijde opbrengst van 1,1 miljard dollar bleek Skyfall zelfs de lucratiefste episode uit de onverslijtbare spionnenfranchise tot nog toe.

Opvolger Spectre moet niet even goed, maar beter doen. Christoph Waltz moet Javier Bardem overtreffen als Bondnemesis van dienst, en met Léa Seydoux en Monica Bellucci moet zowel een Bondgirl als een heuse Bondwoman voor de nodige hormooninjecties zorgen. Mendes houdt niet van het label ‘Bondgirls’, maar hij heeft overduidelijk een zwak voor archetypes. Altijd al gehad trouwens. Nadat hij in American Beauty het Amerikaanse gezin deconstrueerde, volgde hij een berouwvolle gangster in Road to Perdition (2002), een getroebleerde soldaat in Jarhead (2005) en opnieuw een disfunctioneel Amerikaans gezin in Revolutionary Road (2008) en Away We Go (2009).

Met Bond, en de obligate actie, gevaarlijke vrouwen en exotiek die bij hem horen, lijkt Mendes niet verder te kunnen afdwalen van de existentiële dramatiek waarmee hij school maakte – in Jarhead leest soldaat Gyllenhaal zelfs Camus op het toilet – en waarvoor de Queen hem in 2000 tot Commander of the Order of the British Empire sloeg. De Queen bedankte hem voor zijn ‘services to drama’, maar kon, net zoals de meeste filmliefhebbers, toen niet vermoeden dat die Oscarwinnende, in Shakespeare geschoolde regisseur, tien jaar later in dienst van Her Majesty’s Secret Service zou treden. Nu dus voor een tweede keer met Spectre, waarin 007 zijn eigen kwelgeesten én zijn oude vijanden van het misdaadsyndicaat uit de titel in de ogen kijkt.

Heeft Bond nog steeds last van zijn leeftijd?

SAM MENDES:Spectre is minder somber dan Skyfall, maar Bond worstelt wel met dezelfde issues, zoals ouder worden. Hij stelt zich vragen bij wat er met een geheim agent gebeurt die géén leven heeft, géén familie, géén kind, géén partner. In Skyfall was hij op het einde erg alleen en stond hij geïsoleerd. Hij onderging de gebeurtenissen en had weinig controle over zijn lotsbestemming. Nu is hij veel meer de drijvende kracht. Hij is vastberadener en hij ontmoet ook iemand. Hij wordt verliefd.

Bestaat het risico niet dat mensen afhaken als Bond meer een man van vlees en bloed wordt, eerder dan de mythische 007, de ultieme jongensdroom?

MENDES: Absoluut. Na Skyfall was ik erop voorbereid dat de fans zouden zeggen: ‘Ja maar, wacht even. Dat willen we niet. We willen niet dat hij oud wordt, zich in levensgevaar bevindt en dat de mensen rondom hem sterven. Zo is Bond niet.’ Maar gelukkig deden ze dat niet. Ze sloten ook die meer kwetsbare Bond in de armen. Dus graaf ik ook in Spectre in zijn verleden, in zijn persoonlijke geschiedenis. Al blijft het risico dat het publiek de nieuwe Bond niet lust. Bond is nu eenmaal van iedereen. Dat maakt het spannend.

Waarom vind je het zo belangrijk om de man achter de mythe te onthullen?

MENDES: De films waarvan ik hou, draaien nu eenmaal om karakterontwikkeling, om een personage emotioneel afpellen en heropbouwen. Een verhaal wordt in de eerste plaats gestuurd door de personages. Ik kan niet anders dan investeren in het zichtbaar maken van hun achtergronden en drijfveren. Dat is de enige manier waarop ik een film kan maken.

Wat betekent dat voor de nieuwe Bondgirls? Krijgen de personages van Monica Bellucci en Léa Seydoux ook meer diepgang?

MENDES: Hun personages zijn essentieel voor de ontwikkeling van het verhaal. Ik wil films maken, geen franchise. Ik ben dus niet op zoek gegaan naar actrices die het best aansloten bij de geschiedenis van de franchise. Ik wilde enkel actrices die het geschiktst waren voor een rol in Spectre. Bovendien is ‘Bondgirl’ een label dat door pers en publiek is bedacht. Zij moeten maar analyseren hoe beide dames zich verhouden tot de vorige Bondgirls. Mij interesseert dat minder.

Je favoriete cameraman Roger Deakins, die Skyfall inblikte, bedankte deze keer voor de eer, waardoor Hoyte van Hoytema cinematograaf van dienst is.

MENDES: Roger moest kiezen tussen Spectre en Hail Caesar!, de nieuwe van de Coens. Hoyte van Hoytema heeft ook al zijn strepen verdiend. Met zijn werk voor Tinker Tailor Soldier Spy bewees hij dat hij het spionagethrillergenre iets kan bijbrengen, en wie Interstellar zag, weet hoe inventief en veelzijdig hij is. Hij kan intimiteit creëren, ook op blockbusterschaal. Hij begrijpt de klassieke tradities van de cinematografie. Spectre is op 35mm opgenomen en niet digitaal gedraaid zoals Skyfall. Dat geeft toch een ander gevoel. Ik zou graag nog eens met hem samenwerken.

Daniel Craig kruipt voor de vierde keer in de huid van Bond. Was het nu anders samenwerken dan bij Skyfall?

MENDES: Toen ik bij Skyfall op de set kwam, wisten veel crewleden veel beter waarmee ze bezig waren dan ik. Vooral Daniel, die ik al eerder had geregisseerd in Road to Perdition. Ze hadden een duidelijk idee over wat hen te doen stond. Ik veel minder. Dat was ik niet gewoon. Bij American Beauty of Road to Perdition was ik veel meer de kapitein die de koers uitzette. Als regisseur is het niet echt comfortabel werken als je nog zoekende bent. Nu was de situatie anders. Ik kon van meet af aan mee sturen en was daardoor meer ontspannen op de set. Net als bij Skyfall hadden Daniel en ik onze meningsverschillen. We zetten elkaar onder druk, maar zouden het allebei niet anders willen. Het potje kookte snel over, maar even snel vonden we een manier om stoom af te laten. Het resultaat was altijd positief.

Vóór Skyfall was je ervaring met actie eerder beperkt. Laat je je voor een autoachtervolging inspireren door klassieke achtervolgingsscènes?

MENDES: Zo werkt het niet. Ik kan geen actiescène bedenken los van het verhaal en een concrete locatie. Elke actiescène is een reactie op een locatie. In Rome vond ik een bijzonder inspirerende setting voor de achtervolgingsscène. Ik wandelde er door de straten en elke hoek leverde een nieuw idee op. Tijdens de race loopt het verhaal ook verder. Ik wilde geen rechttoe rechtaan actiescène die het narratieve lint zou onderbreken om even helemaal loos te gaan. Je ziet Bond in zijn auto door de straten scheuren, maar ondertussen voert hij ook een gesprek met Moneypenny. Ik zoek naar een balans tussen verhaal en spektakel.

De legendarische Franse regisseur Jean Renoir merkte ooit op dat een regisseur heel zijn leven dezelfde film probeert te maken. Geldt dat ook voor jou? De Bondfranchise lijkt op het eerste gezicht niet echt verwant met je vorige films.

MENDES: Elke film gaat terug op persoonlijke ervaringen en sleutelmomenten uit mijn eigen leven. Jean-Paul Sartre zei dat een mensenleven niets meer of minder is dan een trage tocht waarop je via de omwegen van de kunst de twee of drie krachtvelden of energiebronnen herontdekt die je hart doen opengaan. Je gaat steeds weer terug in de tijd om de momenten en beelden terug te vinden die je, toen je nog een kind was, als mens geboren deden worden. Ik beleefde zo’n moment toen ik als negenjarige voor het eerst een Bondfilm zag. Dat was Live and Let Die (1973), de eerste met Roger Moore. Die film wijdde me in in een volwassen leven van seks en geweld. Het leek verboden en opwindend. Daarnaar wilde ik terugkeren.

Ik bewonder regisseurs die telkens weer op andere contexten en verhalen reageren. Na het onverwachte succes van American Beauty had ik een hele reeks films in dezelfde stijl kunnen maken, maar ik besloot toch om voor het experiment te gaan. Met Road to Perdition draaide ik een klassieke periodefilm, met Jarhead een oorlogsfilm met handgehouden camera, gevolgd door een independent drama als Revolutionary Road. Ik ga bewust op zoek naar andersoortige verhalen en genres, maar ook naar andere manieren om een film te maken. Dat is iets wat de mensen die ik bewonder ook doen. Het is toch onvoorstelbaar straf dat Steven Soderbergh Sex, Lies, and Videotape, Traffic en Ocean’s Eleven heeft gemaakt? Of neem Ang Lee: The Ice Storm, Crouching Tiger, Hidden Dragon en Brokeback Mountain. Dát noem ik een carrière. Ik bewonder mensen die hun stijl aanpassen aan het materiaal, en niet omgekeerd.

Het is dus niet uitgesloten dat je straks een lowbudgetfilm over gewone mensen en hun alledaagse besognes maakt?

MENDES: Zeker niet! Je denkt toch niet dat ik de rest van mijn leven ga wijden aan gigantische commerciële films? Nee. Echt niet.

Je eigen leven is de leidraad voor je keuzes als filmmaker. Toch dragen je personages vaak hun verleden met zich mee.

MENDES: Dat klopt wel. Ze bevinden zich in situaties waardoor ze dat verleden in de ogen kunnen kijken en inzicht krijgen in zichzelf. Die persoonlijke queeste kan de kijker raken en dat is ook wat film moet doen: een beter inzicht bieden in wat het betekent om mens te zijn, in de condition humaine. Of het nu een dure en spectaculaire krachtmeting tussen tovenaars betreft zoals in Harry Potter of een complex psychologisch steekspel zoals in de films van Paul Thomas Anderson, je wilt mensen raken. Je hoopt een impact op hun leven te hebben.

Volgens de geruchten zou je na Spectre toch nog een derde Bond regisseren, ondanks je eerdere uitspraken daarover.

MENDES: Ik weet dat ik on the record gezegd heb dat ik het niet zou doen, dat ik er klaar mee ben. Aanvankelijk wilde ik het na Skyfall al voor bekeken houden. Ik was toen volop bezig met de theateradaptaties van Charlie and the Chocolate Factory en King Lear, en dat was bijna evenveel werk als Skyfall. Daarna kreeg ik er toch weer zin in, ook al omdat de producenten hun oorspronkelijke plan om twee Bondfilms tegelijk op te nemen, lieten varen. Sowieso kan ik je daarover geen uitsluitsel geven. Echt waar. Het is nog niet beslist. Geef me wat tijd.

Daniel Craig zei dat hij nog liever zijn polsen oversnijdt dan voor de vijfde keer Bond te spelen. Kun je je voorstellen dat je in de toekomst een zwarte of zelfs een vrouwelijke Bond zou regisseren?

MENDES: Ik kan me daar iets bij proberen voor te stellen, maar dat heeft weinig zin. De beslissing over wie Daniel opvolgt, ligt bij andere mensen. Daar heb ik niets over te zeggen. Ik ben maar een eenvoudige huurling.

SPECTRE

Vanaf 4/11 in de bioscoop.

DOOR ISOLDE VANHEE

‘ER IS NOG STEEDS EEN RISICO DAT HET PUBLIEK DE NIEUWE BOND NIET LUST. BOND IS NU EENMAAL VAN IEDEREEN. DAT MAAKT HET NET SPANNEND.’

Sam Mendes : ‘IK BESLIS NIET WIE DANIEL CRAIG ZAL OPVOLGEN. IK BEN MAAR EEN EENVOUDIGE HUURLING.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content