Vorig jaar keerde George Michael de muziekindustrie de rug toe, dit jaar is hij terug met een biografische documentaire. ‘Als ik elke dag een rozenkrans lees, is mijn ziel met wat geluk gered tegen mijn tachtigste.’

‘A DIFFERENT STORY’

voorlopig nog geen distributeur

Eerlijk is eerlijk: ik ben nooit fan geweest van George Michael. Madness, The Police en later The Sisters of Mercy en Public Image Limited, dat was mijn ding, niet het afgelikte soort Wake Me Up Before You Go-Go-pop waar Wham! en zijn voorman voor stonden. George Michael was in mijn ogen het symbool van de prefabcultuur van de jaren ’80, toen ‘alternatieve muziek’ met minachting werd bekeken en alles moest beantwoorden aan strikt vastgelegde regeltjes. Ik ben de carrière van George Michael dan ook nooit blijven volgen. Enkel wanneer hij de voorpagina’s haalde als zanger op het hommage-concert van Queen, als hij weer met een gewaagde videoclip op de proppen kwam en vooral bij zijn coming out na de hele toilet-affaire, drong hij mijn leefwereld nog eens binnen. Om maar te zeggen: de biografische documentaire A Different Story die hij op het festival van Berlijn kwam voorstellen, was niet meteen aan mij besteed. En toch was ze een openbaring. A Different Story begint bij de jonge Yorgos Kyriatou Panayioutou (George Michaels echte naam) en volgt chronologisch hoe hij met Wham! naar de top doorstootte en daar solo nog een tijdje bleef hangen. Voor George Michael, die het project van nabij volgde en op elk moment de eindbeslissing mocht nemen, is de film een manier om zijn slabakkende carrière weer op de rails te krijgen, maar tegelijk is het ook een eerlijk zelfportret en komen er geregeld mensen aan bod – Boy George en Noel Gallagher, bijvoorbeeld – die weinig vriendelijke woorden voor hem over hebben.

Hoe overleeft een superster die dag in dag uit met krankzinnige toestanden wordt geconfronteerd? Hoe blijft hij met de voeten op de grond en zorgt hij ervoor dat hij niet in een onuitstaanbare klootzak verandert? En vooral: heeft zo iemand nog wel een idee van wat zich om hem heen afspeelt? Het zijn maar een paar vragen waarop A Different Story een antwoord probeert te geven. De andere stelden we hem zelf.

Je lijkt al je hele leven lang een haat-liefdeverhouding te hebben met succes. Hoe zou je je gevoelens op dit moment omschrijven?

Michael: Nu is de gemiddelde leeftijd van popartiesten ongeveer veertien, maar toen ik begon, braken popsterren gewoonlijk door toen ze halverwege de twintig waren – denk maar aan Sting en Elton John. Ik was nog geen twintig toen ik ontdekt werd, wat me vijf jaar voorsprong gaf op mijn collega’s. Waarschijnlijk denkt iedereen dat ik intussen zesenveertig ben en allerlei ingrepen heb ondergaan om er jonger uit te zien. Maar in werkelijkheid ben ik de veertig nog maar net voorbij. Mijn probleem was dat ik als tiener disfunctioneel genoeg was om te hunkeren naar al die aandacht, maar dat ik met volwassen worden begreep dat ik het eigenlijk helemaal niet wou. Daar heb ik mijn hele leven al mee geworsteld. In de periode van Faith werd ik bijna gek. Ik was toen ook nauwelijks vierentwintig; veel te jong om dat allemaal te kunnen verteren.

Je ziet die hunkering naar aandacht ook bijna van je gezicht afstralen als je de Wham!-clips bekijkt.

Michael: Dat weet ik. Ik geef de indruk dat ik mezelf onweerstaanbaar vind, wat trouwens de reden was waarom veel mensen me niet konden uitstaan. Ik kan ze het niet kwalijk nemen. Ik krijg zelf zin om me op mijn smoel te kloppen als ik die clips zie. Maar de waarheid is dat ik het helemaal niet plezierig vond om mijn foto te laten nemen of op tv te komen. Ik huiver trouwens bij de gedachte om de documentaire op een groot scherm te bekijken en mijn kop drie verdiepingen hoog te zien. Ik denk dat ik gillend de cinema uit loop. (lachje)

De dood van je eerste grote liefde, het overlijden van je moeder: er zit nogal wat plots verdriet in de documentaire. Ben je bang dat het noodlot binnenkort weer zal toeslaan?

Michael: Ik heb jarenlang antidepressiva genomen om met die angst om te gaan. Diep vanbinnen was ik doodsbang dat ik een van die gedoemde mensen was die om de haverklap zo’n tragische gebeurtenis te verwerken zouden krijgen. In die periode zijn me trouwens nog drie enorme rampen overkomen, maar die heb ik niet in de documentaire gestopt omdat ik sommige mensen zou kwetsen en omdat het too much zou worden. Deze film mocht geen slechte soap worden. Ik denk dat de balans tussen Lucky Bastard en Unfortunate Guy nu ongeveer juist zit. Ik wou vooral niet de indruk geven dat ik mezelf beklaag.

Hebben die tragische momenten bijgedragen tot je creativiteit?

Michael: Soms wel. Mijn krachtigste muziek heb ik geschreven vóór al die tegenslagen, maar als je bereid bent om die ervaringen ook in je werk te stoppen, kan je er enkel beter van worden. Tragiek is iets wat andere mensen herkennen en dat hen aanspreekt.

Je draagt een kruisje en een rozenkrans om je nek. Ben je zo gelovig?

Michael: Ik ben een beetje een stoute jongen omdat ik die dingen draag. Ik ben geen katholiek of christen. Maar als ik elke dag die rozenkrans lees, zal mijn ziel misschien gered zijn tegen mijn tachtigste. (grijnst) Kijk, ik vind iedere religieuze doctrine onaanvaardbaar. Als een godsdienst probeert om mensen te controleren, haak ik af. Maar geloof op zich is wel heel belangrijk voor mij. Mijn spiritualiteit bestaat erin dat ik onvoorwaardelijk geloof dat mensen, in tegenstelling tot dieren, een aangeboren begrip hebben van Goed en Slecht. We ontkennen het constant, maar diep vanbinnen weten we of iets goed is. Ik geloof ook dat er licht en donker is, en met mijn muziek heb ik altijd geprobeerd om op het licht te mikken. Ik hoop dat ik met mijn teksten mensen kan helpen in moeilijke omstandigheden. Toen ik jonger was, dacht ik dat ik atheïst was, daarna is dat agnost geworden, en nu denk ik dat het niet onze taak is om de antwoorden te kennen. Maar ik geloof dat er een goeie reden is waarom je in je leven vrijgevig moet zijn in plaats van angstig.

Vind je van jezelf dat je veel gevoel voor humor hebt? In de film beweert Boy George van niet.

Michael: Ik denk dat ik mijn carrière nooit had overleefd zonder een gevoel voor humor. Je moet weten dat Boy George me al 20 jaar op de korrel neemt. Vooral omdat ik niet voor mijn homoseksualiteit wou uitkomen. Daar had hij het meest problemen mee. Toen ik eindelijk uit de kast kwam, moest hij wel van tactiek veranderen. Volgens hem waren we vroeger heel dikke vrienden en liet ik hem vallen toen ik beroemd werd. Ik weet niet waar hij dat vandaan heeft, maar het is complete bollocks. Ik ben blij dat die quote in de film zit, want het maakt duidelijk dat hij me eigenlijk totaal niet kent. Als hij ooit met me op stap was geweest, zou hij weten dat ik wel degelijk gevoel voor humor heb.

Toen je eindelijk uitkwam voor je homoseksualiteit kon het niemand buiten de States iets schelen. Was je daardoor verrast?

Michael: Niet door het gebrek aan reactie, wel door wat er in de States gebeurde. Als BBC-radiopresentator Paul Gambaccini opmerkt dat ik soms nogal naïef kan zijn, is dat absoluut een van de scherpzinnigste uitspraken in de hele film. Ik heb heel veel tijd doorgebracht in de States en ik heb ook gemerkt dat het land steeds meer naar rechts begon te neigen, voor zover dat überhaupt nog mogelijk was. (lachje) Maar toch was ik oprecht geschokt toen iedereen me duidelijk maakte dat ik als homo nooit meer een plaats zou krijgen in de mainstream popmuziek. Ik surf soms langs fansites en forums om te zien wat de fans denken, en ik las een keer hoe mensen die zeiden dat ze van mijn muziek hielden gecounterd werden met de opmerking ‘Waarom? Hij is homo!’ Dat soort commentaren kwam exclusief van Amerikanen. Nu besef ik dat ik wat Amerika betreft voorgoed geklasseerd ben in de ‘Gay’-categorie. Mij kan het niks schelen, want op het moment dat ik me outte, was mijn carrière in de States toch zo goed als voorbij. En toch kwam het als een schok dat zoveel mensen zo bekrompen reageerden. Het was veel erger dan ik had gedacht.

‘Idool’ heeft de popmuziek naar de maan geholpen, zeg je in de documentaire. Wat bedoel je daarmee? Denk je dat mensen die aan zo’n programma deelnemen onmogelijk getalenteerd kunnen zijn?

Michael: Nee, natuurlijk niet. Ik denk alleen dat een echt grote ster nooit het soort contract zal aanvaarden dat die Idool-jochies moeten ondertekenen. Mensen die in de muziekwereld willen doorbreken om hun eigen ding te doen, kiezen vandaag een andere weg, wat trouwens een van de redenen is waarom ik denk dat mijn rol in de popwereld uitgespeeld is. Als ik nu 17 of 18 was, zou geen haar op mijn hoofd eraan denken om me in te schrijven voor Idool. Ik zou er alles aan doen om door te breken als pop/rock-artiest, want daar ligt vandaag het respect.

Je hebt het allemaal van dichtbij meegemaakt. Wanneer is het volgens jou beginnen kantelen?

Michael: Het zal vreemd klinken, maar het is allemaal de schuld van de cd. In mijn ogen is dat nog steeds de grootste ramp die de popwereld heeft getroffen. Omdat er een medium op de markt kwam dat beter klonk dan vinyl was het voor de muziekmaatschappijen heel makkelijk om het grote publiek ervan te overtuigen om al zijn favoriete platen nog eens te kopen op cd. De platenmaatschappijen verdienden plots een enorme smak geld bij. Tot overmaat van ramp werd de muziekindustrie tegen het midden van de jaren ’80 overspoeld met idioten die geen enkele muzikale achtergrond hadden, maar door de plotse omzetstijgingen wel de pretentie hadden te denken dat ze slim waren. Hun briljante idee was om de popwereld terug te brengen naar het tijdperk van voor Bob Dylan en de Beatles. Gedaan met artiesten die hun eigen muziek schrijven. Nee, de zangers en performers werden netjes gescheiden van de songschrijvers en ze zouden zelf beslissen wie met wie mocht samenwerken.

Als je goeie songschrijvers hebt, is dat toch geen probleem?

Michael: Nee, maar daar wringt het schoentje net. Die schrijvers hadden helemaal niet het vakmanschap en het talent van de mensen uit de jaren ’40 en ’50. Wat de zakenlui van de muziekindustrie deden, was de successen van de vroege jaren ’80 imiteren en er een paar van hun eigen ideetjes aan toevoegen. En dat is volgens mij wat popmuziek naar de maan heeft geholpen. Daarna ging het van kwaad naar erger, van slechte imitaties naar Idool. Hoe graag ze ook het tegendeel beweren, programma’s zoals Idool hebben totaal niet de ambitie om getalenteerde artiesten te ontdekken. Die kandidaten kunnen misschien wel goed zingen, maar aan het eind van de rit heeft de platenmaatschappij de touwtjes in handen. Daarom stelt popmuziek niks meer voor. Het heeft ook geen zoden aan de dijk gezet dat de maatschappijen halverwege de jaren ’80 allemaal opgekocht werden door andere bedrijven zonder inzicht in de muziekwereld. Die mensen zijn muziek gaan behandelen zoals hun andere producten. En nu vragen ze zich af waarom niemand nog hun platen koopt.

Valt die evolutie nog om te keren?

Michael: Ik vrees van niet. Het zijn de zakenlui in maatpak die de popmuziek om zeep hebben geholpen, en daar valt niks meer aan te doen. De enige twee vormen van jeugdcultuur die nog stevig op eigen benen staan en waar je nog echte artiesten vindt, zijn rockmuziek en hiphop. Waarom? Die zakenlui hadden geen flauw idee wat ze aan moesten met hiphopmuziek. Ze waren bang dat die rappers hun armen zouden breken als ze niet tevreden waren. (lachje) Echt waar! Dus hebben de maatschappijen die artiesten met rust gelaten. Rock en hiphop zijn de enige twee muzieksoorten die nog echt van de straat komen. En o verrassing, dat zijn ook net de twee genres die nog goed verkopen. Popmuziek, mijn genre, is dood. Daarom ook dat ik het zo moeilijk vind om door te gaan.

In de jaren ’90, toen je in de States zat, raakte de wereld in de ban van het hele Britpop-fenomeen. Wou je daar geen deel van uitmaken?

Michael: Nee, maar ik had wel bewondering voor die bands. Definitely Maybe, de eerste van Oasis, vond ik de beste plaat van het decennium, een absoluut magisch album, het perfecte evenwicht tussen de Beatles en de Sex Pistols. Daarna dachten de broertjes Gallagher dat ze de Beatles waren en schreven ze enkel nog crap. Wie had je toen nog? Radiohead was ook fantastisch, tot Thom Yorke in zijn eigen kont verdween. Coldplay heeft die fakkel met veel zwier overgenomen. Dat zijn niet toevallig allemaal rockgroepen, en die zijn niet mee in de dieperik gedoken met straight pop en r&b. Vandaag heb je in de Engelse muziekwereld weer een andere evolutie. Jaren aan een stuk, sinds de Spice Girls, hebben de maatschappijen enkel op een publiek van jonge meisjes gemikt. Nu ze dat deel van de muziek compleet vernield hebben, merken ze plots dat er ook jongens bestaan. Het laatste anderhalf jaar zijn ze dus als gekken rockbands beginnen vastleggen. Niet omdat ze opeens het licht hebben gezien, maar omdat ze nieuwe inkomsten nodig hebben. Sommige van die bands zijn ook heel goed. Wat ik wel altijd hatelijk heb gevonden aan Britpop – en mensen als Robbie Williams zetten die traditie nu verder – is dat ze enkel lijken te mikken op een blank Brits publiek. It’s White Britain’s last stand, een poging om muziek te maken zoals hij klonk voor al die darkies hier landden. Dat ligt zwaar op mijn maag. Ik vind dat muziek zich tot alle delen van de maatschappij moet richten. Britpop was me een beetje te ouderwets nationalistisch, terwijl een van de grootste troeven van de Britse cultuur net is dat ze gretig en zonder voorbehoud andere culturen kan absorberen.

Wat is jouw standpunt in de hele discussie rond downloaden?

Michael: Ik ben zelf onlangs een iTunes-junkie geworden. Het is één van de briljantste concepten van de laatste jaren. (Grinnikend:) Eigenlijk zouden ze me moeten betalen voor wat ik nu ga zeggen, maar hun idee is dat ze illegaal downloaden omslachtig en traag en vervelend doen lijken. Ze maken het je heel gemakkelijk om geld uit te geven, je kan downloaden met een vingerknip en het staat meteen op je harde schijf. Iedereen dacht dat niemand zou willen betalen voor hun mp3’s, maar het is tamelijk onweerstaanbaar als het 99 eurocent per song is en je weet dat het in 20 seconden op je computer zal prijken. Ik hoop dat het grote publiek binnenkort zal begrijpen dat illegaal downloaden hetzelfde is als stelen. Vroeger zei ik dan dat ze beter van mij of Madonna of Britney Spears konden stelen dan van een beginnende band zonder geld, maar eigenlijk ben ik daar ook van teruggekeerd. Je mag niet vergeten dat ik voor mijn album heb samengewerkt met een hoop jonge mensen die ook hun gezin moeten onderhouden. Zij hebben dat geld nodig. Wie illegaal downloadt, steelt evenzeer van hen als van mij. Op zich is het geweldig dat muziek zo makkelijk bereikbaar is, dat je een song die je al jaren niet gehoord hebt binnen de minuut voor je kan liggen. Dat is fenomenaal. Waar ik wel een serieus probleem mee heb, is dat je vijf jaar aan een album kunt werken, en dat mensen het vlug even kunnen doornemen om twee songs te kopen. Dat is niet juist. De kans is groot dat steeds minder mensen bereid zullen zijn om ‘groeiplaten’ te maken. Muziek zal binnen 30 seconden moeten overtuigen of niemand zal erin geïnteresseerd zijn.

Je staat naar eigen zeggen op de drempel van een nieuw hoofdstuk. Hoe ziet dat eruit?

Michael: Het is moeilijk om erover te praten omdat ik constant plannen maak die nooit het levenslicht zien. Telkens als ik denk dat ik een bepaalde richting uit wil, gebeurt wel iets wat me van mening doet veranderen. Ik heb een paar goeie ideeën van wat ik wil doen, maar ze zijn nog te vaag om aan de wereld te openbaren. Ik weet alleen dat ik een manier moet vinden om muziek te maken zonder al de stress die er doorgaans bij komt kijken. Ik ben altijd naar de studio getrokken met het idee dat ik iets wou maken wat op één of ander vlak een vooruitgang was voor mij, en dat wordt niet makkelijker naarmate je catalogus groter wordt. Maar de voornaamste uitdaging is om een manier te vinden waarop ik weer van mijn vak kan genieten. Ik kan het niet meer opbrengen om iets te maken dat absoluut op de radio moet komen en wat in de smaak moet vallen van de platenmaatschappij. Dat kan ik niet meer. Het ondermijnt mijn plezier te veel.

Maar concreter dan dat kan je nog niet worden.

Michael: Ik ga strippen. Maar de muziek zal geweldig zijn, beloofd. (lacht) l

Door Ruben Nollet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content