‘IK BEN MAAR EEN FIJN, KLEIN DINGSKE’

© FOTO'S WOUTER VAN VAERENBERGH

Geen enkele Belgische artiest heeft de afgelopen maanden zo gedomineerd als Trixie Whitley, en deze zomer doet ze er nog een schepje bovenop op verschillende festivals. Verslag van het wondervoorjaar van de zangeres, haar ergernissen, de spanning en de ontlading. ‘Het is eruit, we kunnen verder!’

‘Praat gij graag heel de tijd over uzelf?’ Trixie Whitley heeft een hele middag interviews achter de rug, en keert de rollen om. Ook de eerste vraag was er al een van haar: ‘Hoe is ’t met u?’ We kennen elkaar, van vroeger. Toen ondergetekende werkzaam was in het Gentse theatercircuit, en Trixie daar ook als een opgeschoten, wat hyperactieve jonge puber rondhuppelde. Ze heeft zelfs nog een tijdje op de scène gestaan van een jongerenproductie waar ik achter de schermen actief was. Het is dan ook even wennen aan deze nieuwe rolverdeling. Liever zou zij mij uithoren, want een hele dag in jezelf graven naar spontane antwoorden op nieuwe, maar steeds vertrouwder klinkende vragen gaat niet in je koude kleren zitten.

We zitten in het STAM, het Gentse stadsmuseum. Het is midden januari, het dikke sneeuwtapijt aan de andere kant van het raam vormt een fel contrast met Trixies knalrood gestifte lippen. ‘Het gaat altijd over dezelfde dingen’, zucht ze. ‘Het is echt frappant hoe weinig mensen het over de muziek zelf willen of kunnen hebben. Ik zou liefst van al willen babbelen over de plaat – ze is er, eindelijk! – maar de interviews worden snel zo persoonlijk; het gaat heel snel over mijn geschiedenis, over mijn pa en al die zever.’ Ze lijkt te schrikken van haar eigen woorden, bedoelt het niet zo hard als het klinkt. De dag voordien was ze nog te gast in een Nederlandse radioshow, onder meer om er een sessie te spelen. ‘Jouw vader heeft hier nog op dezelfde stoel gezeten’, wist de presentator haar te zeggen. En hoe het eigenlijk nog met hem was, wilde hij voorts weten. Een pijnlijke uitschuiver – Chris Whitley overleed in 2005 – waar Trixie zich vandaag niet in wil opwinden, maar ze heeft het wel even gehad met vragen over het verleden, nu ze aan het begin van een veelbelovende toekomst staat. ‘Ik begrijp het wel, hoor’, klinkt het milderend. ‘Met de tijd zal het wel ophouden, die ‘vadertoestanden’, wanneer ik meer platen uit ga hebben.’

Maar eerst is er Fourth Corner, dat langverwachte debuut. Een plaat die zal verschijnen zonder grote platenfirma en zonder grote namen, maar waar ze honderd procent achter kan staan. Na ons gesprek vliegt ze terug naar New York, daar wordt Fourth Corner eerst gepresenteerd, samen met de mensen met wie ze de plaat heeft gemaakt. Dan volgt een solotournee door de VS, en daarna keert ze terug naar België, waar de Handelsbeurs en de Ancienne Belgique wachten. We besluiten dan opnieuw af te spreken en klinken met een glas rode wijn op wat de toekomst brengen zal.

EIND FEBRUARI, FOURTH CORNER LIGT een dikke week in de platenwinkels en werd door pers en publiek haast unaniem lovend onthaald. ‘Een bevestiging van puur, hartroerend talent’, schreef Knack Focus. In haar geboortestad Gent heeft Trixie al lang niks meer te bevestigen. Toen ze hier bijna exact een jaar geleden in dezelfde Handelsbeurs aantrad, zat de keet afgeladen vol. Toch staan de zenuwen strak gespannen, zo is al snel te merken wanneer ik tijdens de soundcheck samen met fotograaf Wouter Van Vaerenbergh voorzichtig de zaal binnenglip. Trixie, haar driekoppige band en de geluidsman zijn de enige aanwezigen. De band is grotendeels dezelfde als een jaar geleden: drummer Frederik Van den Berghe en bassist/nonkel Alan Gevaert, nu aangevuld met gitarist Jeff Taylor, een goede vriend, overgeheveld uit New York. Vanavond spelen ze een try-out voor beperkt publiek, morgen volgt het echte werk. Een soundcheck is altijd een precair gebeuren, en ook al houden we ons zo onzichtbaar mogelijk op in de schaduwen, we voelen ons een indringer. Niet alleen de klank dient gefinetuned, ook aan de uitvoering van de songs zelf wordt duchtig geschaafd. Een intro hier, een outro daar, de lengte van een drumbreak, samenzang; het wordt door Trixie met zachte maar besliste hand in zo goed mogelijke banen geleid. Telkens wanneer een nieuw puzzelstukje op zijn plaats valt, besluit ze met een ‘merci’. Hier wordt met fluwelen handschoentjes aan gewerkt, zo lijkt het. Wanneer een nukkige gitaarversterker zich onverzettelijk opstelt, gieren de zenuwen door de lege zaal en verdwijnt Trixie even naar achteren. Dat ze er zo kwetsbaar uitziet, merkt fotograaf Wouter stil maar terecht op.

Ook in de coulissen wordt op de tippen van de tenen gelopen. Op het balkon achteraan treffen we een zwijgzame mama Hélène Gevaert, duchtig lurkend aan een sigaret. Wanneer we manager Hendrik De Rycker aan de mouw trekken, reageert die afwezig. Afspraak was dat we overal toegang toe zouden krijgen, onze oren en ogen de kost geven als een fly on the wall. ‘We zien wel hoe het loopt’, luidt het nu. Codetaal voor: dat zit er niet dik in. Even later bevestigt de platenfirma: vanavond liefst geen babbel en geen pottenkijkers in de backstage. Stress!

De try-out heeft zijn naam niet gestolen. Ondanks de aanwezigheid van een dikke tweehonderd genodigden, zichtbaar meer dan ze had verwacht, voelt Trixie zich niet te beroerd om tijdens of na de nummers aanwijzingen door te geven aan haar medemuzikanten. Ze is nerveus, maar goedlachs. Of is het één een gevolg van het ander? Je voelt dat de groep zich niet voor de volle honderd procent kan of wil geven, dat er hier en daar nog aan losse schroeven gewrongen moet worden. Na de show verschijnt burgemeester Daniël Termont ten tonele om Trixie een gouden plaat te overhandigen. Er zijn de voorbije week al meer dan 10.000 exemplaren van Fourth Corner gesleten. Vree wijs, natuurlijk, al lijkt Trixie niet goed te weten wie die guitige Gentenaar naast haar precies is.

VOLGENDE AVOND. VER VAN TEVOREN uitverkocht. Deze keer zit er veel meer schwung en power in het optreden, alsof Trixie zich gesterkt voelt door haar zelfverklaarde thuispubliek. Ja, ze dragen haar op handen hier, en die stuntelige bindteksten in het plaatselijke neodialect gaan er natuurlijk ook vlot in. Na afloop een sms’je van de platenfirma. Dat we deze keer welkom zijn backstage, als we willen. Maar we hebben onze jas al aan, en iets zegt me dat Trixie en gevolg deze gelegenheid het liefst in intieme kring vieren. Journalisten zijn beruchte party poopers in een context als deze. Nieuwe afspraak: in de Ancienne Belgique krijgen we voor, na en tijdens gegarandeerd access all areas, én we mogen een paar dagen nadien mee naar Parijs, naar de showcase in David Lynch’ befaamde privéclub Silencio. Deal!

Een paar weken later treffen we een vermoeide maar opvallend ontspannen bende in de kleedkamers van de AB. Ze hebben net een tour van twee weken door Europa achter de rug. Trixies boezemvriend, en producer van Fourth Corner, Thomas Bartlett is speciaal voor de gelegenheid afgezakt uit Australië. Zijn aanwezigheid lijkt Trixie op haar gemak te stellen, en wanneer de show start, merken we ook waarom. Muzikaal zitten deze twee jongmensen op een en dezelfde lijn, Bartletts pianospel geeft een extra, speelse dimensie aan de songs. Trixie gaat diep, maar stoot op een stil want respectvol publiek. Het kantelmoment komt tijdens Pieces, wanneer het Hammondorgel plots lijkt te imploderen. Luid gekraak, alles dreigt te kapseizen, maar Trixie schakelt snel over op piano en de boel wordt gered. Het publiek gaat nu als één man achter haar staan, iedereen steekt nog een tandje bij. Het grootste kippenvelmoment komt op het laatst, tijdens een soloversie van Strongblood aan de piano. Stampvoetend, briesend haast, smijt Trixie zich op de toetsen, af en toe vlugge blikken wisselend met haar moeder en vriend Bram, die aan de zijkant van het podium toekijken. Gitarist Jeff zit van voor naar achter wiegend in elkaar gedoken op de grond. Ik durf bijna niet te ademen, zo intens is het. Nog voor het donderende applaus weggestorven is, vliegt Trixie haar vrienden en familie in de coulissen om de hals. Een enorme, emotionele ontlading.

‘DAT IS BIJNA ALTIJD ZO’, ZEGT ZE. WE zitten in de Vooruit, allebei aan de thee. De trip naar Parijs is wegens hevige sneeuwval afgelast. Strongblood heeft ze geschreven aan het ziekbed van haar vader, vlak voor zijn dood. ‘Er hangt veel bagage aan dat nummer, die ik niet kan ontwijken wanneer ik het speel. Deze keer was het gevoel vooral: het is eruit, we kunnen verder!’

Er ligt een stapeltje pers tussen ons, kranten en magazines die het de voorbije weken en maanden bijna allemaal hadden over de oude ziel van Trixie Whitley. Ik vertel dat ik dat best vind meevallen, nu ik haar van zo dichtbij heb meegemaakt. Daar moet ze om lachen. ‘Ik ben blij dat je het zegt. Ik kan best gewoon jong en leutig zijn. Daarom heb ik ook iemand als mijn buddy Jeff meegenomen, om te lachen en onnozel te doen. De melancholie kan ik kwijt in de muziek, maar daarnaast heb ik echt luchtigheid nodig.’ Als tegengewicht? ‘Ik maak natuurlijk geen partymuziek, hé. Daarom moet ik me bewust omringen met mensen met wie ik me naast het podium kan amuseren.’

En mensen die haar goed afschermen, zoals in de Handelsbeurs, werp ik op. ‘Ik was drie dagen ervoor pas in België gearriveerd, nadat ik drie weken op mijn eentje de States had doorkruist. De switch was erg groot. Ik had niet alleen weinig tijd om mijn band strak te krijgen, hier heb ik ook meer last van druk, omdat ik hier geen beginnende artiest meer ben. Hier heb ik het gevoel dat er met een vergrootglas naar me gekeken wordt. In het buitenland gaat het er meer ontspannen toe. Je merkt het ook bij mijn publiek, dat is in de States of in Engeland veel jonger. In België bestaat een groot deel van mijn publiek uit de oude garde, mensen die me kennen via Daniel Lanois, of die mijn vader nog meegemaakt hebben en eens willen zien of het allemaal wel wat voorstelt, die dochter van hem.’

Ze heeft geen ongelijk. Een van die oude-gardisten riep tijdens de eerste bisronde in de AB zelfs om Living with the Law, het titelnummer van Chris Whitleys bekendste album. ‘Wat een geluk dat ik dat niet gehoord heb!’ reageert Trixie. ‘Snappen zulke mensen niet dat ik geen goesting heb om elke avond opnieuw met de dood van mijn vader geconfronteerd te worden? Er zal ooit een moment komen dat ik mijn pa zijn muziek wil introduceren aan een nieuwe generatie fans, maar ik moet eerst op mijn strepen staan.’ Ze komt nog even terug op die oude ziel van haar. ‘Mensen vergeten soms dat ik nog maar 25 ben, en dat ik fucking veel alleen heb gedaan om hier te raken. Oké, op het podium kan ik een bepaalde kracht uitstralen, maar daarbuiten ben ik ook maar een fijn, klein dingske.‘ Haar moeder noemt ze ‘een rots’, en heel de tijd omringd worden door male energy, daar komt ze soms zot van. En ja, ze zegt heel veel ‘merci’ en ‘sorry’, al is ze wat dat laatste betreft wel verbeterd de laatste tijd. ‘Het is omdat ik weet dat het me echt niet in de schoot geworpen is, en ik ben blij dat de mensen rondom me het geduld kunnen opbrengen voor mijn onzekerheid.’

We worden onderbroken door een student die een handtekening komt vragen. Voor een vriend van een vriendin, grote fan.

Wat vindt ze er eigenlijk van om door de Gentenaren als een van hen beschouwd te worden? Het is een dubbel gevoel. ‘Gent heeft me veel kansen gegeven. Ik heb hier ontdekt, via theater en dans, dat mijn toekomst in de kunsten lag. Tegelijk heb ik me lang gevoeld alsof ik vastzat. Ik voelde me niet op mijn plaats, belemmerd, vooral muzikaal. Op gebied van theater en dans staat België op een heel hoog niveau, hoger dan de VS, maar muzikaal kreeg ik mijn honger niet gestild hier. Er knaagde iets in mij.’ Ze heeft het moeilijk om erover te praten, wil zeker niemand tegen de borst stuiten. Zeker de lieve burgemeester niet. ‘Ja, dat was effe heel awkward‘, lacht ze.

En dan worden de rollen weer omgedraaid. Hoe het nu met me gaat? En welke muziek ik eigenlijk goed vind? We keuvelen over Talk Talk en John Martyn, ‘ook geen makkelijke kost’. Ze heeft een massage-afspraak, moet er nu snel vandoor. Ik krijg een vuurrood gestifte zoen op de wang. ‘Allez, tot de volgende plaat, hé!’ Tot de volgende, Trixie.

TRIXIE WHITLEY

16/6 op Pinkpop, Landgraaf 28/6 op Couleur Café, Brussel 30/6 op Genk on Stage 14/7 op Les Ardentes, Luik 20/7 op Gent Jazz 1/8 op M-idzomer, Leuven

DOOR JONAS BOEL – FOTO’S WOUTER VAN VAERENBERGH

Trixie Whitley ‘MENSEN VERGETEN SOMS DAT IK NOG MAAR 25 BEN, EN DAT IK FUCKING VEEL ALLEEN HEB GEDAAN OM HIER TE RAKEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content