Na de opera en theaterprojecten, de livehommage aan Judy Garland en de in rouw gedompelde pianoplaat viert notoir dandy en muziektelg Rufus Wainwright op Out Of The Game zijn terugkeer naar het poptoneel. ‘Mark Ronson en ik vormen de ultieme homo/hetero-alliantie.’

De avond voor onze tête-à-tête was de flamboyante Canadees te gast bij relnicht Graham Norton, het enfant terrible van de Britse talkshows. Kolfje naar de hand van een dandy die ooit het satirische lijflied Gay Messiah schreef, er niet voor terugschrikt op te treden in vrouwenkleren en zijn nieuwe album met producer/jetsetter Mark Ronson opnam. Dachten we.

Maar Wainwright zat te wriemelen op de sofa, in alle excentrieke opzichten geklopt door hiphopdiva Nicki Minaj, en grimassend vragen ontwijkend over zijn nakende huwelijk (met arts administrator Jörn Weisbrodt), zijn één jaar oude dochter Viva (met Lorca Cohen, dochter ván) en zijn nieuwe videoclip (met Helena Bonham Carter) – ‘Ik weet wel dat ik een fascinerend figuur ben, maar mogen de liedjes alsjeblief óók wat aandacht krijgen?’, zucht Wainwright gefrustreerd. Om een herhaling van dergelijk scenario te vermijden, krijgen we een oppas mee, géén vragen over dochter of partner(s) is de boodschap.

RUFUS WAINWRIGHT: Ik ben door Graham Norton vriendelijk ontvangen, maar dat wereldje is exact waarnaar ik uithaal in de titeltrack van Out Of The Game. Het is tegenwoordig moeilijk te vatten waarom sommige artiesten beroemd zijn. Wat is populair? Wat verwacht het publiek, wat is cutting edge? Ik heb er geen benul van, maar ik weet wel dat het zelden iets met de muziek te maken heeft.

Ik was er niet uit of ‘Out Of The Game’ ironisch bedoeld is, maar daar is mijn antwoord.

WAINWRIGHT: De tekst heeft een dubbele betekenis. Enerzijds speel ik als overlever van vele avonturen al mijn troeven nog eens uit. Een laatste keer, en dan hou ik me weer met ernstige zaken bezig. (Lacht). Anderzijds is het tongue in cheek bedoeld: dit is jullie laatste kans om mee aan boord te stappen. Een poging tot omgekeerde psychologie – It’s me playing hard to get.

Doe je dat niet al een jaar of twintig?

WAINWRIGHT:(Lacht) Good point. Ik weet gewoon niet hoe het spelletje in elkaar zit. Ik ken maar één tactiek: songs schrijven. Dus vecht ik opnieuw voor de waarde van de song, en daarom is het de meest toegankelijke plaat die ik ooit gemaakt heb. En het werkt, want de mediarespons is nooit groter geweest.

Niet zo verwonderlijk, met iemand als Mark Ronson aan de knoppen.

WAINWRIGHT: Precies! Hij is niet alleen een ongelooflijk mooie man met het beste kapsel ooit, maar ook een expert in popmuziek van alle tijden. Voor mij is pop onbekend terrein, net daarom zorgt de combinatie van ons twee voor gensters.

Het klikte erg goed tussen jullie, niet?

WAINWRIGHT: We vormen de ultieme homo/hetero-alliantie. Er was een zekere wederzijdse aantrekking, weliswaar op een extreem platonische manier. Ik heb een vriend en Mark is getrouwd; seks zat er dus niet meteen in, maar toch… Met twee hetero’s in de studio was het eindresultaat niet hetzelfde geweest, laat ik het zo stellen. (Lacht)

Was het Marks idee om voluit voor een gestroomlijnd seventiesgeluid te gaan?

WAINWRIGHT:(Knikt) Hij heeft minstens een jaar met mijn songs geleefd, en is dan met het hele concept op de proppen gekomen. Zoals werken met The Dap-Kings; het lijkt misschien voor de hand liggend, maar voor Mark was het geen evidente keuze om dat retro-ding opnieuw te doen.

Ronson vertelde me eens dat hij er van gruwelt om voor ‘one-trick pony’ te worden versleten.

WAINWRIGHT: Ik zie de commentaren al voor me: ‘Mark Ronson werkt met The Dap-Kings… verrassing!’ (Lacht) Mark hoeft zich geen zorgen te maken: hij heeft alles om een blijvende stempel op de muziekgeschiedenis te drukken. De sound verschilt helemaal met pakweg die van Amy Winehouse. Het is retro gemixt met mijn eigen eigenaardigheden en er zitten veel verwijzingen in naar de westcoastsound van mensen als Carole King, en de folkscene in Los Angeles. Grappig, want we hebben de plaat in New York en Londen opgenomen. Het zal wel aan mijn haar liggen.

Pardon?

WAINWRIGHT: Mijn haar. Wanneer het lang is, zoals nu, komen mijn hippietrekjes aan de oppervlakte. Je ziet, aan het eind van de dag ben ik ook maar een oppervlakkige trut. (Lacht)

Je wilde een dansbaar album maken, had je aangekondigd.

WAINWRIGHT: Klopt. Dit is mijn idee van een plaat die je op een feestje kunt draaien, zonder dat de mensen gaan lopen. In tegenstelling tot de meeste van mijn andere albums. (Lacht) We hebben alle songs getest op ‘gezelligheid’, in bars en bij mensen thuis. Een idee van Mark – voor de verandering, want normaal ben ik degene die vrienden en familie in verlegenheid brengt door ze nieuwe platen op te dringen. Altijd weer een gênant moment.

De Wainwrights zetten wel vaker familieleden in hun blootje. Zo schreef je zus Martha het keiharde ‘Bloody Motherfucking Asshole’, opgedragen aan je vader, met de prachtige, maar pijnlijke openingszin: ‘Poetry is no place for a heart that’s a whore.’

WAINWRIGHT: We hebben door al die openhartigheid ons deel aan netelige situaties gekend, maar we leren eruit. Bloody Motherfucking Asshole is hard, maar ook magnifiek . Martha en mijn pa moesten enkele bruggen heropbouwen, en dat hebben ze uiteindelijk ook gedaan. Zolang het goede songs oplevert, zijn die muzikale steekspelletjes de moeite waard.

Behalve vrienden en familie voer je ook regelmatig plaatsen en steden op in je songs. Of beide, zoals in ‘Montauk’, gericht aan je dochter en de naam van je huidige woonplaats.

WAINWRIGHT:(Onze oppas wisselt kuchend van steunbeen) De voorbije twee jaar was mijn leven een emotionele jojo: het overlijden van mijn moeder was uiteraard een dieptepunt, en daar lijnrecht tegenover stond de geboorte van Viva. Na twee donkere, geladen platen was het dus tijd voor wat licht en hoop – I wanted to get out of the death thing for five seconds. Ik heb mijn dochter als aanspreekpunt gebruikt om de songs wat tederheid in te blazen.

En waar kwam de inspiratie voor ‘Jericho’ vandaan?

WAINWRIGHT: Ik kwam op het idee toen ik met Marianne Faithfull aan het babbelen was over Anton Tsjechov… Oh dear, dat klinkt wel erg bekakt! (Schatert)Anyway, in Tsjechovs theaterstukken praten de acteurs vaak naast elkaar heen. Iedereen voert zijn eigen monoloog, alsof er muren tussen hen staan. Komisch en tragisch tegelijk, maar ook erg actueel. De link met Jericho is snel gelegd: in de Bijbel staat dat haar stadswallen onverwoestbaar waren, maar ze werden omvergetrompetterd. Dat is wat ik ook hoop te doen: muren slopen met mijn muziek.

Popmuzikanten investeren steeds meer tijd en energie in zijprojecten als restaurants, parfums en kledinglijnen. Wat is jouw droomfranchise?

WAINWRIGHT: Ik wil een operaschouwburg bouwen midden in de jungle, Fitzcarraldo achterna! Op de eerste verdieping is er plaats voor een restaurant dat Walhalla zal heten, en in de kelder een nachtclub met de naam Mahogany. Geef toe: Grand Opera House Wainwright; klinkt toch magnifiek?

OUT OF THE GAME

Nu uit bij Universal.

DOOR JONAS BOEL

RUFUS WAINWRIGHT’DE FAMILIE WAINWRIGHT HEEFT DOOR HAAR OPENHEID NETELIGE SITUATIES GEKEND. ACH, ZOLANG HET MAAR GOEDE SONGS OPLEVERT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content