Beth Ditto heeft allerminst het anorectische maatje dat in dit tijdsgewricht goed pakt op magazinecovers, posters en platenhoezen. Bovendien scheert ze haar oksels niet, is ze averechts geaard en vertikt ze het daar discreet over te zijn. Maar dat weerhield er haar dancerockgroep Gossip allemaal niet van wereldwijd, eh, potten te breken. ‘Nee, ik gebruik mijn figuur niet om aandacht te trekken.’

Hoewel hun doorbraakplaat Standing In The Way Of Control nu pas bij ons verschijnt, heeft Gossip er al een weergaloze zegetocht langs Amerikaanse en Britse podia op zitten. En dan zwijgen we nog over de vele Engelstalige dag- en weekbladen die het afgelopen jaar bij la Ditto aanschoven voor een sappige quote over haar voluptueuze voorkomen, haar feministische teksten en haar transseksuele vriendin. ‘Fat, famous & feminist’, kopte het Amerikaanse holebimagazine Diva boven haar interview met Ditto. Het Britse muziekblad NME plaatste haar begin dit jaar zelfs helemaal bovenaan haar jaarlijkse Cool List. ‘Een primeur!’, kraait Ditto. ‘Het was de eerste keer dat een vrouw die lijst aanvoerde.’ En dan, een tikje nijdig: ‘Maar het was ook de eerste keer dat de winnaar niét op de cover stond. Dat geeft toch te denken.’

Die cover heb je vorige maand alsnog gehaald. In je evakostuum nota bene.

Beth Ditto:(maakt zich kwaad) Dat had ik beter niet gedaan, want ze hebben me ronduit belachelijk gemaakt. De waarheid heeft zijn rechten: het idee om naakt te poseren en een interview te doen over mijn geaardheid en zwaarlijvigheid kwam van NME zélf. Ze wilden het heel nadrukkelijk dáárover hebben en dat vond ik oké, want ik schaam me niet voor mijn lichaam, noch voor mijn seksuele voorkeur. Maar ze hebben me in hun artikel afgeschilderd als een ranzige opportunist die haar onconventionele geaardheid en haar maatje meer bewust uitbuit om aandacht te trekken. Dat is niet netjes. Ik vond het ronduit cynisch.

Kan je er inkomen dat ik het in de eerste plaats een amusante cover vond?

Ditto: Ja, tuurlijk. You don’t see that everyday, huh? Ik besef wel dat ik een statement heb gemaakt door naakt te poseren, maar zelf vind ik het heel normaal dat er eens een dikke vrouw op de cover van NME staat. Er lopen al genoeg skinny bitches in het straatbeeld. Ik krimp écht niet in elkaar als ik die foto zie, ik voel me goed in mijn vel. Oké, ik ben een lesbo met een dik gat, so what?

Begrijp jij dat de Magic Numbers weigerden op te treden in Top of the Pops omdat ze werden aangekondigd als een ‘big fat melting pot of talent’?

Ditto: Zijn ze echt weggelopen? (giert het uit) Ik had het veel moediger gevonden als ze hadden gezegd: ‘Wij zijn muzikanten, wat maakt het uit of we er sexy uitzien of niet? We gaan er een lap op geven!’.

Of: zo’n grapje sportief opnemen en verder doen alsof je neus bloedt.

Ditto: Mja, dat was ook een goede reactie geweest. Toch snap ik niet waarom je uiterlijk een rol moet spelen als je ergens een liedje gaat zingen. Ik bedoel: ik wil gewoon dat je naar mij luistert, ik vraag je niet om met me te neuken.

Het titelnummer van jullie nieuwe plaat, ‘Standing In the Way Of Control’, lijkt een protestsong. Maar tegen wie of wat is me niet meteen duidelijk.

Ditto: Heel algemeen was de aanleiding voor die song de herverkiezing van George Bush. Die man heeft tijdens zijn eerste legislatuur het meest conservatieve, destructieve en ronduit oorlogszuchtige beleid gevoerd dat Amerika ooit gekend heeft. Hoe die lulhannes ook nog herverkozen is geraakt, moet iemand me dringend eens uitleggen. Het lijkt er intussen wel op dat de Amerikaanse bevolking spijt heeft dat het Bush nog eens vier jaar heeft gegund. Gelukkig zou ik zeggen, maar helaas veel te laat. Dat de Republikeinen zwaar zijn afgestraft tijdens de laatste congresverkiezingen, stemt me alvast weer hoopvol.

Maar heel concreet is Standing In The Way Of Control een reactie op het veto van Bush tegen het homohuwelijk. Het is een oproep aan alle holebi’s om zijn homofobie niet te tolereren.

Het lijkt me niet evident om, zelfs als overtuigde lesbo, het woordvoerderschap van de Amerikaanse holebigemeenschap op je te nemen.

Ditto: Goh, ik beschouw mezelf niet zozeer als een woordvoerder, maar… (twijfelt) Kijk, dat ik van meet af aan zo openlijk uit de kast ben gekomen, betekende veel voor mijn onmiddellijke omgeving. Heel wat van mijn vrienden en vriendinnen zijn blij dat er iemand voor hen opkomt en het taboe doorbreekt. Eigenlijk doe ik het voor hen. Alleen is mijn engagement, als je het al zo mag noemen, door de groeiende populariteit van deze groep overbelicht geraakt.

Je zou het ook kunnen omdraaien. Misschien heeft Gossip een deel van zijn populariteit net te danken aan zijn onconventionele en dus nogal mediagenieke frontvrouw.

Ditto: Ik ben me daar ook van bewust, maar zo gaat het nu eenmaal. Een rockgroep kan nooit gewoon ‘een rockgroep’ zijn: óf je bent een gay band, óf je bent een fat band, óf je bent een Christian band. Enzovoort. Het zal altijd een menselijk trekje blijven om alles en iedereen een label te willen opkleven.

Ik zag onlangs de documentaire van Louis Theroux over de Westboro Baptist Church, een christencommune uit Kansas die onder het motto ‘God hates fags’ actie voert tegen homoseksualiteit. Lopen er in Arkansas ook zulke fundamentalisten rond?

Ditto: O, maar dat soort mensen vind je overal in Amerika. En ik zweer je: ze hebben mijn jeugd verknald. Ik was er namelijk al redelijk vroeg uit dat ik lesbisch was. Ik vond mijn mama leuker dan mijn papa, verkoos mijn tantes boven mijn nonkels en had op de speelplaats alleen maar oog voor de meisjes (lachje). En dan word je als lesbische puber geconfronteerd met een publieke opinie die homoseksualiteit verafschuwt en voorstelt als een ziekte of, nog erger, een zonde. Ik heb echt jarenlang geloofd dat mij het hellevuur te wachten stond. Maar tegenwoordig maak ik mezelf wijs dat ik na mijn dood gewoon naar een aparte afdeling in de hemel ga: Dykes’ Heaven. Ik kan niet wachten!

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content