‘IK BEN EEN GRIJZE MUIS’

© © CORBIS

In Salmon Fishing in the Yemen speelt Ewan McGregor een wetenschapper die een onmogelijke droom probeert te verwezenlijken. In het echte leven houdt de Schotse steracteur het liever simpel. Gesprek over Schotse highlands, bekakte tantes, zijn hekel aan George Lucas en het vervolg op Trainspotting.

Claridge’s behoort tot Londens exclusiefste hotels. Er checkt zo veel royalty in dat het wel eens ‘het bijhuis van Buckingham Palace’ genoemd wordt. De bekende Britse tv-chef Gordon Ramsay baat er een sterrenrestaurant uit, en een van de liften is voorzien van een gigantische zitbank. Dat Ewan McGregor net hier rendez-vous geeft voor zijn nieuwste film, heeft iets ironisch. Lasse Hallströms Salmon Fishing in the Yemen laat zich bekijken als een allegorie over het alsmaar toenemende materialisme en rationalisme van het Westen. De ster uit onder meer Trainspotting, Big Fish en de Star Wars-prequels vertolkt Fred, een stijve overheidswetenschapper die langzaamaan ontdooit wanneer hij samen met de bevallige Harriet en een charismatische sjeik Schotse zalm naar de Yemenrivier verhuist.

‘Natuurlijk besef ik dat deze plek symbool staat voor het onrecht dat de prent aanklaagt’, steekt McGregor van wal. ‘Maar denk je nu echt dat ik over genoeg ‘star power’ beschik om het hele promocircus om te gooien?’ Blijkbaar niet, maar aan passie voor het project geen gebrek: ‘Toen ik het scenario las, hapte ik meteen toe. Zo ga ik meestal te werk. Ondertussen vertrouw ik mijn instinct blindelings. Geld en roem zijn leuke extra’s, maar het gevoel dat een project me bezorgt, komt op de eerste plaats.’

Wat sprak je het meest aan: het verhaal van Freds heropleving of de kritiek op onze westerse gewoontes?

EWAN MCGREGOR: Ik ben geen diepgravend man. Sterker nog: ik beschouw mezelf als een fiere grijze muis. Vandaar dat ik zo blij ben met mijn job. Tijdens de werkuren kan ik de gekste personages uitbeelden, voor- en nadien doe ik niets liever dan rustig in de zetel zitten. Voor spitsvondige sociale commentaar ben je dus aan het verkeerde adres.

Kortom, je viel voor Fred.

MCGREGOR: (Knikt uitbundig) Een karakterboog als de zijne kom je zelden tegen. Aanvankelijk lijkt Fred wel autistisch, zó krampachtig komt hij uit de hoek. Het idee waarmee consulente Harriet op de proppen komt – op verzoek van een sjeik zalm introduceren in Yemen – doet hij als je reinste waanzin af. Buiten de lijntjes kleuren is niet aan hem besteed, maar Harriets warmhartigheid en het spirituele advies van de sjeik brengen daar verandering in.

Freds opvallendste eigenschap is zijn uiterst bekakte accent.

MCGREGOR: Daarvoor heb ik me gebaseerd op de tongval van een verre tante, een verschrikkelijk wijf uit een chique buitenwijk van Edingburgh. Als we bij haar op visite gingen, ergerde ik me altijd dood aan haar manier van praten. Gelukkig leveren die bezoekjes nu nog iets op.

Je noemde jezelf daarnet een fiere grijze muis. Herken je veel van jezelf in Fred?

MCGREGOR: (Verslikt zich net niet in zijn drankje) Zo ver zou ik nu ook weer niet gaan. Iemand die zo verkrampt door het leven gaat, zou nooit een goede acteur kunnen zijn. Toch moet er iets van hem in mij zitten, anders had ik nooit het gevoel gehad dat deze rol iets voor mij was. (Zucht) Dit deel van het interviewproces haat ik. Plots word ik gedwongen om na te denken over dingen die ik tot nu geheel gevoelsmatig heb benaderd.

EVEN LIJKT HET GESPREK TE ONTSPOREN. McGregor beantwoordt enkele vragen over de achterliggende gedachte van Salmon Fishing in the Yemen met korte ja’s en nee’s en een enkele ‘Daarvoor moet je bij de scenarist zijn’. Helemaal spannend wordt het als het gesprek richting Freds liefdesleven verschuift. De man is ongelooflijk ongelukkig getrouwd met zijn universiteitslief. Is het contrast met McGregor – die sinds 1995 gehuwd is met productiedesigner Eve Mavrakis – niet gigantisch? ‘Daar wil ik het absoluut niet over hebben. Ik vraag jou toch ook niet naar je privéleven?’

De rust keert weer als de acteur naar zijn band met zijn geboorteland wordt gevraagd. Enkele scènes van Salmon Fishing in the Yemen spelen zich immers in de Highlands af. ‘Man, wat hou ik van Schotland’, glundert McGregor. ‘De natuur is er nog altijd ongerept. Dat verrast me keer op keer. Moest mijn agenda het toelaten, ik zou er veel meer tijd spenderen.’

Over drukke agenda’s gesproken: eerder dit jaar was je al te zien in epidemiedrama ‘Perfect Sense’ en actiefestijn ‘Haywire’. Verlang je nooit naar vakantie?

MCGREGOR: Dat kan ik me niet permitteren. Weet je wat het kost om vier dochters school te laten lopen? (Schatert) Serieus: het is helemaal niet mijn ambitie om Hollywoods hardst werkende man te zijn. Vanuit jouw standpunt lijkt het alsof ik al die films na elkaar heb gedraaid, maar dat is niet zo. De opnames van Perfect Sense dateren van 2009, die van Haywire van 2010. Voor die laatste prent heb ik trouwens maar enkele dagen op de set moeten staan.

Kun je als je in zo veel films meespeelt keer op keer kwaliteit garanderen?

MCGREGOR: Dat kun je als acteur nooit. Alles hangt af van de keuzes die de regisseur en de producenten maken. Ik ben de eerste om toe te geven dat ik flink wat stinkers op mijn naam heb staan. Welke? Dat ga ik niet aan je neus hangen. De laatste tijd heb ik geluk gehad. Op Perfect Sense, mijn tweede samenwerking met Young Adam-cineast David Mackenzie, ben ik ontzettend trots. En Haywire vond ik fenomenaal. Hoofdactrice Gina Carano speelt de pannen van het dak – niet slecht voor iemand die nog nooit heeft geacteerd. Bovendien zijn de actiescènes hondsbrutaal en doet regisseur Steven Soderbergh het er allemaal zo cool uitzien.

MCGREGOR: Ik weet één ding: Lasse is een van de geschiftste cineasten met wie ik ooit heb samengewerkt – geen loze uitspraak voor iemand die met gereputeerde weirdo’s als Baz Luhrmann, Tim Burton én Roman Polanski op de set heeft gestaan. (Lacht) Lasse heeft een heel vreemde stijl. Hij gedraagt zich een beetje als een clown. Hij neemt mensen beet, doet alsof hij over kabels valt, noem maar op. Daarenboven is hij een fantastisch regisseur. Hij geeft je complete vrijheid voor de camera. Hij pusht je om jezelf helemaal te smijten. Sommige cineasten zijn verschrikkelijke regelneven: ze choreograferen je bewegingen tot op de millimeter en leggen de opnames stil als je een beetje van de geschreven dialoog durft af te wijken. Ik heb een absolute hekel aan die manier van werken.

Naar verluidt vond je samenwerken met ‘Star Wars’-brein George Lucas ook geen pretje.

MCGREGOR: (Zucht) George en ik zullen nooit de beste vrienden worden. Hij beschouwt acteurs als een noodzakelijk kwaad en dat laat hij ook merken. De Star Wars-films zijn in de eerste plaats technologische ondernemingen. Ik voelde me vaak compleet verloren tussen al die blue- en greenscreens. Van echte sets was amper sprake en de meeste van mijn tegenspelers werden pas tijdens de postproductie toegevoegd. Geloof me: het is aartsmoeilijk om serieus te blijven als je een loodzware dialoog tegen een tennisbal moet afsteken – laat staan overtuigend over te komen.

Dat wist je toch al voor je toezegde?

MCGREGOR: Begrijp me niet verkeerd: ik vond het een hele eer om Obi-Wan Kenobi te spelen. Ik ben een Star Wars-fan van het eerste uur en Sir Alec Guinness (die de oudere incarnatie van de Jedi-meester vertolkte; nvdr.) blijft een lichtend voorbeeld. Alleen had ik gehoopt dat de werkervaring iets aangenamer zou zijn.

Enkele maanden terug kwam de 3D-versie van ‘The Phantom Menace’ uit. Ben je gaan kijken?

MCGREGOR: Hell no! Ik krijg schele hoofdpijn van die digitale diepte-effecten. Hopelijk waait die trend snel over. Helaas zal Tinseltown dan wel iets nieuws bekokstoven om hun blockbusters te verkopen.

Het valt op dat je sinds ‘Black Hawk Down’ en ‘The Island’ zelf nog maar zelden in popcornfilms opduikt.

MCGREGOR: Op een bepaald moment had ik er echt genoeg van. Soms lijkt het wel alsof Hollywood alleen nog maar films voor tieners maakt. Vandaar dat ik me op projecten met dat beetje meer toeleg, films die mijn leeftijdgenoten en misschien zelfs onze ouders aanspreken. Onlangs heb ik nog wel een uitzondering gemaakt. Volgend jaar kun je me aan het werk zien in Jack the Giant Killer, een film die ik heb gedaan omdat ik koste wat het kost met Bryan Singer wilde samenwerken.

In 1999 regisseerde je een segment van de mozaïekprent ‘Tube Tales’. Smaakte die ervaring niet naar meer?

MCGREGOR: Oh jawel, alleen heb ik het juiste project nog niet gevonden. Ik heb stapels scenario’s gelezen, maar tot nu bleef het ‘Dit is het!’-gevoel uit. Dat lijkt me toch een absolute vereiste. Eindelijk nog eens achter de camera plaatsnemen, ik kan niet wachten. Al is het maar omdat ik dan niet steeds van kostuum moet veranderen. (Lacht)

Tot slot een vraagje over ‘Trainspotting’: komt dat veelbesproken vervolg er nu wel of niet?

MCGREGOR: Daarvoor moet je niet bij mij zijn. Ik weet dat er over dat project heel wat geruchten de ronde doen, maar zelf heb ik nog geen scenario gezien. Eén ding staat vast: als men mij een script voorschotelt dat geen afbreuk doet aan de reputatie van het origineel, teken ik meteen.

SALMON FISHING IN THE YEMEN

Vanaf 9/5 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

EWAN MCgregor ‘IK BEN EEN ‘STAR WARS’-FAN, MAAR GEORGE LUCAS EN IK ZULLEN NOOIT VRIENDEN WORDEN. HIJ ZIET ACTEURS ALS EEN NOODZAKELIJK KWAAD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content