Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

‘De hoer van het Westen’ werd Marjane Satrapi in haar geboorteland Iran gedoopt na de verfilming van haar graphic novel Persepolis. Gelukkig bleef haar gevoel voor humor onaangetast zoals haar nieuwe feelgoodsprookje Poulet aux Prunes bewijst. ‘Een goede grap is een krachtiger politiek wapen dan eender welke slogan.’

Vier jaar geleden maakte de Iraanse Marjane Satrapi haar glorieuze entree in de filmwereld met Persepolis, een adaptatie van haar vierdelige autobiografische graphic novel. In die gestileerde, met Vincent Paronnaud geregisseerde animatieprent blikte Satrapi terug op haar turbulente jeugd in Iran, dat ze na de Islamitische Revolutie ontvluchtte.

Het resultaat? Meer dan een miljoen entrees in haar Franse adoptieheimat, een Oscarnominatie voor beste animatiefilm plus wereldwijde distributie en jubelkreten. Behalve dan in Iran, waar het islamitische regime zich allesbehalve happy toonde met Satrapi’s vrijgevochten memoires.

Ook in opvolger Poulet aux Prunes kiest Satrapi voor een verhaal dat ze eerder in stripvorm publiceerde en voor coregisseur Paronnaud. Toch verschillen beide films als dag en nacht. Eerst en vooral is de kritische toon verdwenen, aangezien het om een sentimentele fabel gaat over een vioolvirtuoos (Mathieu Amalric) die sterft van liefdesverdriet. Daarnaast ruilt Satrapi haar strakke tekenstijl in voor traditionele liveaction.

‘Ik wilde iets anders’, legt ze uit. ‘Geen Persepolis 2. Dat zou te makkelijk zijn. Normaal wordt Poulet aux Prunes het tweede deel van een trilogie, maar ik wil dat elke film verschillend is.’

Was het lastig om met acteurs te werken?

SATRAPI: Niet met deze cast en zeker niet met Mathieu Amalric. Hij vond het boek geweldig en gelukkig maar: toen ik hem vroeg mee te spelen, had hij net besloten om met acteren te stoppen. ‘Nu doe ik al die stoere verklaringen in de pers’, zei hij me. ‘Mag ik ze meteen weer herroepen, want deze rol kan ik niet weigeren. Besef je wel dat ik me door jou belachelijk maak?’ (Lacht) Mathieu is een geweldig acteur en heeft hetzelfde gevoel voor humor als ik.

Heeft hij je verteld waarom hij de rol niet kon weigeren?

SATRAPI: Omdat het een cynismevrij sprookje is over een man die sterft uit liefde voor een viool en een vrouw. Zulke films worden niet meer gemaakt. Plus: we gaven hem een vette cheque. (Lacht)

Wat is het moeilijkste aan liveaction?

SATRAPI: Je kunt niet langer alles controleren. Je moet in team leren werken. Persepolis hebben Vincent en ik bij wijze van spreken als duo gemaakt. Voor Poulet aux Prunes was er een equipe van driehonderd man aan het werk. Ook fouten worden harder afgestraft. Bij een animatiefilm kun je nog altijd iets weggommen, in live-action heb je maar een bepaald aantal draaidagen. Elke take kost geld.

‘Poulet aux Prunes’ lijkt een hommage aan de komedies uit de jaren 50. Bewust?

SATRAPI: Absoluut. We wilden alles met zo weinig mogelijk CGI in de studio draaien. We mikten ook op de milde satire van toen, maar op een hedendaagse manier gebracht. We zijn fans van Douglas Sirk, Federico Fellini en Fritz Lang en hopelijk voel je dat. Alleen moet de film ook zonder die referenties werken.

Hoe gaan jij en Vincent te werk?

SATRAPI: Vincent staat achter de camera, terwijl ik me met de acteurs bezighou. We zijn als broer en zus. Af en toe zijn we het grondig oneens, maar tegen de tijd dat we uitgescholden zijn, kunnen we ons nog amper herinneren waarover de ruzie ging.

Je collega-striptekenaar Joann Sfar maakte recent ook de stap naar de film. Trend of toeval?

SATRAPI: Toeval, denk ik. Ik zie Joann nog zelden. We komen allemaal uit het Atelier des Vosges, een Franse stripbeweging die ontstond in de jaren 80. Niet dat we die bewust hebben opgericht, maar als jonge tekenaars konden we ons geen eigen studio permitteren en dus moesten we wel samenhokken. Tegelijkertijd werden er ook een aantal onafhankelijke stripuitgeverijen opgericht. Dat liet ons toe om elk onze eigen stijl te ontwikkelen.

Net als ‘Persepolis’ is ‘Poulet aux Prunes’ blijkbaar geïnspireerd door je eigen familie.

SATRAPI: (Knikt) De violist was mijn moeders oom. Hij is echt aan tristesse gestorven, maar ik ken hem alleen van een vergeelde foto. Daar heb ik een liefdesverhaal rond verzonnen waarvoor ik nog andere familieanekdotes heb gebruikt. Dat is het voordeel van in Iran geboren te zijn. Geen enkele Iraanse familie heeft een normale geschiedenis. Gewoon geboren worden, trouwen, kinderen krijgen en gelukkig sterven zit er voor ons niet in. Er wordt altijd wel iemand opgepakt of geëxecuteerd, of er is ergens een revolutie aan de gang. Alleen al in mijn eigen familie zitten nog tientallen films en strips.

Toch laat je de politiek deze keer achterwege?

SATRAPI: De voorbije jaren heb ik aan niets anders dan politiek gedaan. Ik heb in betogingen meegelopen en petities getekend voor de Groene Revolutie in Iran. Ik heb verschillende politici ontmoet, hun mooie praatjes aangehoord en weet je wat: ik ben hen beu. De meesten doen me walgen. Wie hongert naar macht, is ziek in zijn hoofd. Daarom heb ik tegen mezelf gezegd: ik wil me niet laten corrumperen. Ik ben liever naïef dan cynisch. Aan de andere kant is er niets politieker dan humor. Het gegeven dat een Iraanse man in 1955 stierf uit liefde voor een vrouw of een goede grap is duizend keer krachtiger dan gelijk welke slogan. Kijk naar de renaissance: de kunstwerken van toen zijn de krachtigste en mooiste ooit gemaakt. En waarom? Omdat de renaissancekunstenaars de schoonheid en de ziel centraal stelden, hoewel er overal oorlog gevoerd werd. Geweld en uitbuiting kun je enkel stoppen door te investeren in kunst en poëzie, in dingen die de realiteit overstijgen. Wil je Libië redden? Maak dan een liefdesgedicht in plaats van een documentaire over die onnozele Khaddafi.

Je geeft het actieve verzet tegen het Iraanse regime dus op?

SATRAPI: Neen. Maar heb jij vrouwen gezien tijdens de Arabische revolutie? Ik niet. Niet in Iran, niet in Libië. Een democratische revolutie kan enkel slagen als je de patriarchale cultuur doorbreekt. Dat zou onze prioriteit moeten zijn: de vrouwen ontvoogden door kennis en cultuur. Tenslotte maken vrouwen de helft van het intellectuele kapitaal van een land uit. Het islamitische regime zal vallen op de dag dat de vrouwen tegen hun mannen zeggen: ik wil mee de straat op, ik wil mee beslissen. Ik wil films maken en boeken schrijven, en dat kan enkel met persoonlijke revoluties. Niet met politieke revoluties, want die worden toch door cynische mannen gerecupereerd. Als je bloed opofferen tot een betere wereld zou bijdragen, zouden we onderhand in het paradijs leven, maar dat is niet het geval. De 19e-eeuwse anarchist Kropotkin wist het al: ‘Wil je minder gevangenissen? Bouw dan meer scholen.’

Heeft ‘Persepolis’ tot een betere wereld bijgedragen?

SATRAPI: Toch een beetje. Zelfs in Iran. Toen Persepolis een Oscarnominatie kreeg, moest het regime de film wel vertonen om geen gezichtsverlies te lijden. Alle seksuele scènes werden er uitgeknipt, al zou ik niet weten wat er seksueel is aan een tekenfilm. (Lacht) Een jaar lang hadden ze me de hoer van het Westen, een staatsvijand en een spionne van de Mossad genoemd, maar plots kon mijn film toch worden vertoond. Aan een select publiek van mannen welteverstaan. Ach, ik ben niet pessimistisch, maar ik zie de situatie in Iran niet snel verbeteren.

POULET AUX PRUNES

Vanaf 16/11 in de bioscoop.

DAVE MESTDACH

MARJANE SATRAPI ‘HEB JIJ VROUWEN GEZIEN TIJDENS DE ARABISCHE REVOLUTIE? IK NIET.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content