Er was eens een waternimf, een verwaande regisseur en een grote, boze filmstudio. Of hoe suspensemaestro M. Night Shyamalan zijn reputatie op het spel zette voor een rammelend sprookje. ‘Laat de critici maar keffen. Ik ben een artiest die pas zal worden begrepen over 20 jaar. Zoals Hitchcock.’

Een onuitstaanbaar geval van zelfverheerlijking’ (The New York Times). ‘Een modderpoel van halfbakken ideetjes en personages’ (Rolling Stone). ‘Een idiote, zelfingenomen, amateuristische en zwakzinnige prul’ (The New York Observer). Zeggen dat de Amerikaanse critici niet mals waren voor de nieuwste van M. Night Shyamalan is een understatement van het kaliber van ‘Mel Gibson durft na een glas of twee wel eens een delicate stelling poneren over zijn Joodse medemens’.

Maar ook het publiek in de VS legde de kritieken deze keer niet naast zich neer om vrolijk massaal ten multiplexe te trekken: Lady in the Water, een productie die 75 miljoen dollar heeft gekost, bracht slechts 41 miljoen in het laatje, om na amper vier weken van kritisch hoongelach en mond-tot-mond-antireclame uit de zalen afgevoerd te worden. Een commerciële uppercut, heet zoiets, zeker voor een regisseur die als krediet- én geloofwaardig te boek staat dankzij eerdere suspensethrillers – The Sixth Sense, Unbreakable, Signs en The Village – die wereldwijd meer dan 1,6 miljard dollar opbrachten.

I see braindead people

‘Het is duidelijk dat ze mij gewoon wilden pakken’, steekt een strijdlustige Shyamalan van wal wanneer we hem ontmoeten. ‘De meeste critici hadden hun mening al klaar voor ze de zaal binnen gingen. En da’s niet de eerste keer. Bij mijn eerste films (het nooit in België uitgebrachte rootsdrama ‘Praying with Anger’ uit 1992 en de familiekomedie ‘Wide Awake’ uit 1995, nvdr. ) ging het er ook al zo persoonlijk, gemeen en ongenuanceerd toe. Maar ik heb die storm toen overleefd, en ook dit keer zal ik er sterker uitkomen. Let op mijn woorden: over twintig jaar – wanneer de critici zich misschien eindelijk met mij hebben verzoend – zal men Lady in the Water misschien zelfs een moedige, grappige en intellectueel uitdagende film vinden. Vergelijk het met Hitchcock. Toen die Vertigo of Psycho uitbracht, vonden de critici het ook belachelijk en verwaand, omdat hij het had aangedurfd films te maken die buiten de lijntjes kleurden en onder hun entertainende deklaag over fundamentele, filosofische vragen gingen. Bij mij is het net zo. Ik ben een stoorzender binnen het systeem, a smart rebel from within, en die zijn ze altijd liever kwijt dan rijk.’

Aanmatigende, onwaarschijnlijk pretentieuze praat, vindt u? Terecht. Al heeft Shyamalan – amper 36 lentes jong – wel een punt wanneer hij zichzelf ‘Hollywoods beste gok’ noemt. Hij kan niet alleen een aardig potje filmen, in een lekker ouderwetse stijl die zijn suspense nog puurt uit de scènezetting in plaats van uit schreeuwerige montage-effecten; ook commercieel wist hij het tot nu toe waar te maken. Zo bracht zijn doorbraakfilm The Sixth Sense – die ons de legendarische quote ‘I see dead people’ en een lijkbleek geschminkte, chronisch mompelende Bruce Willis schonk – in 1999 meer dan 670 miljoen dollar op, terwijl Signs uit 2002 daar nog eens 408 miljoen bovenop deed. En zelfs zijn zogeheten ‘flops’ Unbreakable (2000) en The Village (2004) haalden elk zo’n 250 miljoen binnen. Astronomische bedragen waarmee Shyamalan graag mag uitpakken: ‘Mijn laatste vier films waren stuk voor stuk enorm winstgevend’, aldus de Amerikaan van Indische komaf. ‘Ik geloof dat enkel Pixar een betere reeks neerzette. Dus waarom zou je als filmstudio plots moeilijk doen over mijn scenario en beginnen zeuren over de eventuele risico’s? Niemand kon een beter rapport voorleggen en dus had ik overschot van gelijk om voet bij stuk te houden en de deur achter mij dicht te gooien. Het is een gebrek aan respect, vertrouwen en commercieel inzicht.’

Disney in het water

Shyamalan heeft het natuurlijk over zijn met veel heisa gepaard gaande vertrek bij Disney, dat de vier genoemde succesnummers had geproduceerd die aan het uiteindelijk door Warner gefinancierde Lady in the Water voorafgingen. Als we The Man who Heard Voices mogen geloven – een recent gepubliceerde, van bewondering bol staande biografie (zie kaderstuk) – had Disney wel de nodige centen veil voor Shyamalans jongste worp; alleen vond de zelfbewuste ‘auteur’ dat zijn script ‘niet met voldoende liefde was onthaald’ door het Huis van de Muis. Zo bestond Disney-topvrouw Nina Jacobson (die onlangs werd ontslagen, weliswaar om redenen die niks met het Shyamalan-debacle te maken hebben) het om het verjaardagsfeestje van haar zoontje te laten primeren op het lezen van Shyamalans, vanuit zijn thuishaven Pennsylvania per direct overgevlogen en door zijn privé-assistent overhandigde script.

‘Bullshit’, bijt Shyamalan van zich af. ‘Ik was helemaal niet pissig omdat ze het script niet meteen gelezen had. Da’s weer typisch zo’n fabeltje van journalisten. Ik vond wel dat haar kritiek onterecht was en dat ik meer vertrouwen verdiende. Ik voelde dat Disney vooral op veilig wilde spelen en me artistiek aan banden wilde leggen, terwijl ik net in een heel rebelse, avontuurlijke periode van mijn leven zit. Lady in the Water is daar een afspiegeling van: een bewust genreloze film die je voortdurend op het verkeerde been zet, een film zonder de plottwist waar ik zo bekend om sta, een artistiek product dat prikkelt, plaagt en provoceert, een sprookje dat zowel kinderen als volwassenen aanspreekt. Eigenlijk weet ik zelf amper hoe ik de film moet omschrijven, laat staan dat een producent of een criticus dat zou kunnen.’

We ondernemen toch een dappere poging. Lady in the Water is gebaseerd op een griezelverhaaltje dat Shyamalan enkele jaren geleden schreef en voorlas aan zijn dochters (inmiddels zes en negen jaar oud) en gaat over een sprookjesfiguur die op de een of andere manier in de mensenwereld verzeilt. Het gaat om een waternimf (Bryce Dallas Howard) die ‘Story’ blijkt te heten en door de schlemielige conciërge van een appartementsgebouw (Paul Giamatti) uit een zwembad wordt gevist. De rest van dit als suspensethriller verpakte sprookje toont hoe de bewoners van het gebouw Story helpen om terug te keren naar haar sprookjeswereld, ondanks de boosaardige creaturen die in het struikgewas rond het zwembad sluipen én het feit dat niemand weet hoe het sprookje waaruit ze is ontsnapt precies afloopt.

Messias Shyamalan

Hoewel Shyamalans script heel wat beloftevolle ideetjes bevat, blijken Disneys bedenkingen achteraf volkomen gegrond. Zo vond men het geen goed idee van Shyamalan, die normaal volstaat met een cameo, om zichzelf dit keer te casten in een belangrijke bijrol. En zeker niet in die van Vick, een van de flatbewoners die zich volgens een of andere profetie met zijn filosofische schrijfsels zal ontpoppen tot – we zwetsen niet – de Messias van de vrije wereld. Huiveren doe je dit keer dan ook niet alleen bij de knappe suspensescènes waarin allerlei enge fabeldieren opduiken, maar ook bij die waarin Shyamalan zichzelf in close-up en vanuit kikvorsperspectief filmt terwijl er net geen aureool verschijnt of een ‘halleluja’ weerklinkt.

Daar doet Shyamalan nog een openlijke provocatie bovenop door van de meest arrogante, mensenschuwe en cynische flatbewoner een filmcriticus te maken. ‘Een nutteloze oorlogsverklaring’, waarschuwde Jacobson die de wraakzuchtige recensies al voor zich zag. ‘Een geintje’, grinnikt Shyamalan met jongensachtige charme, hoewel hij zelfs in Bambergers slijmbiografie wordt afgeschilderd als een defensief baasje dat geobsedeerd is door zijn critici en niet van plan lijkt om met het filmjournaille snel de vredespijp te roken. ‘Waarom zou ik?’ sist Shyamalan. ‘Als ik iets origineels doe, noemen ze me verwaand. Als ik een thriller maak met een twist op het einde, vinden ze dat ik mezelf herhaal. En nee, ik kan het niet laten: laat me 99 goeie kritieken lezen en ik zit voortdurend te tobben over die ene slechte recensie.’

Bovennatuurlijk zelfvertrouwen

Over dat laatste hoeft Shyamalan, wiens zelfvertrouwen écht aan het bovennatuurlijke grenst, zich dit keer alvast geen zorgen te maken. Zelfs wie alle kranten en magazines uitvlooit, zal er dit keer niet in slagen 99 goeie kritieken te vinden. Al moeten ze over de plas in hun shock-and-awe-kritiek nu ook weer niet overdrijven. Tenslotte begint Lady in The Water best aardig, leggen zowel Paul Giamatti als Bryce Dallas Howard ontroerend veel engagement in hun rol – alsof ze in trance werden gewiegd door Shyamalans langzaam uitdijende, cryptoreligieuze flauwekul – terwijl het instinctieve camerawerk van Christopher Doyle (de vaste rechterhand van Wong Kar-wai) enkele sfeervolle shots oplevert. Toegegeven: uiteindelijk houdt het verhaal weinig steek en pakt de combinatie van naïef sprookje en spielbergiaanse gothic-thriller voor geen meter, maar we kennen recente piratenfilms die een stuk debieler, vulgairder en toch héél succesvol zijn.

‘Het is tegen wil en dank een sleutelfilm uit mijn carrière’, stelt Shyamalan filosofisch. ‘Ik ben van filmstudio moeten veranderen en de Amerikaanse critici en kassaresultaten hebben er nu al voor gezorgd dat ik me de volgende keer zal moeten herdefiniëren. Maar ik ben niet bang voor de toekomst, blijf achter mijn film staan en bovendien ben ik ervan overuigd dat hij in Europa veel beter zal worden onthaald.’ Volgens Shyamalan staan ze op het oude continent immers nog open voor ‘gedurfde, spiritueel beladen dingen’ en lijken ze hier tenminste te begrijpen dat zijn werkstuk niet alleen als een spannend sprookje moet worden opgevat, maar ook als een politieke metafoor. ‘Story is het zinnebeeld van een vredevolle wereld die door allerlei gevaren wordt bedreigd’, legt Shyamalan uit, met hetzelfde aanstekelijke enthousiasme waarmee hij enkele jaren geleden ongetwijfeld ook naast het bed van zijn dochtertjes zat voor te lezen. ‘De bewoners van het flatgebouw kun je zien als de verschillende rassen, godsdiensten en naties. Aanvankelijk staan ze sceptisch tegenover elkaar en begrijpen ze niet waar het verhaal naartoe leidt, maar zodra ze samen beginnen te werken, lost het mysterie beetje bij beetje zichzelf op en wordt het kwade steeds verder verdreven. Zo zie ik ook de wereld sinds 9/11. Hij steekt vol ellende en miserie, maar aangezien het één groot dorp geworden is, zullen de kloven uiteindelijk wel overbrugd worden. Misschien is het wel die pacifistische, hoopvolle boodschap die de Amerikanen zo pissig maakt, voor zover ze die al hebben begrepen natuurlijk.’

Moraal van het Lady in the Water-verhaal? Wie over voldoende fantasie beschikt en voor zichzelf een parallel universum kan creëren – hoe absurd, utopisch of vol eigenwaan ook – leeft ongetwijfeld nog lang en gelukkig.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content