Van alle hedendaagse troubadours die met een gitaar omgegord het muzieklandschap afdweilen, hebben we de grootste boon voor The Tallest Man on Earth, al was het maar omdat Kristian Matssons alias meteen al van zelfrelativering en humor getuigt. Met Dark Bird Is Home is hij aan plaat nummer vier toe.

Een uiterst minzame, joviale kerel, die Matsson. Wanneer we aan de ingang van het hotel in Amsterdam, waar de 32-jarige Zweed de pers te woord staat, voor het interview nog even van de zon en een sigaret genieten en The Beach Boys ter sprake komen, vertelt hij over een bizarre ontmoeting met een van hen, Al Jardine, in Big Sur, California: ‘Rare vent. Praat enkel over zichzelf. Raar kapsel.’ Wanneer hij de povere quotering voor het album van The Staves, geproducet door zijn maatje Justin Vernon, in Knack Focus opmerkt, gniffelt hij in zijn vuistje – ’tja, echt niet goed, hé?’ – en hij out zich als een fan van Kendrick Lamar: ‘Wat een geweldig album, met zoveel diepgang! Ik durf het bijna niet op te zetten wanneer ik bezoek heb, zo uitdagend zijn sommige tracks.’

Van zodra de recorder begint te lopen, stokt echter de spontaniteit. The Tallest Man on Earth is niet happig op interviews. Zoals zoveel andere troubadours houdt hij de werkelijkheid achter de songs liever toegedekt, de man bij voorkeur gescheiden van de zanger. Met een album als Dark Bird Is Home, zijn vierde en muzikaal meest gevarieerde, meest persoonlijke, wordt dat moeilijk. Tekstregels als ‘I met this girl from my old town, but sadly she could see / I’m still a bunch of memories, and shit that I believe’ (uit Darkness of the Dream) liegen er niet om. Laten we er dus geen doekjes om winden.

Deze plaat wordt overheerst door duisternis, schaduwen en twijfels. Wat is er gebeurd?

KRISTIAN MATSSON: Ik ging één jaar pauze inlassen. Even niet toeren, even relaxen en rustig aan een nieuwe plaat beginnen te schrijven. En toen ontploften er in mijn privéleven een paar bommetjes. (twijfelt) Eerst gingen mijn vrouw en ik door een pijnlijke scheiding en wat later, net toen ik aan de opnames begon, is mijn grootvader overleden. Hij was iemand in wie ik mezelf heel erg herkende. Dat was vorig jaar, en ik ben op een obsessieve manier het album beginnen te gebruiken om alles te verwerken.

Catharsis heeft de plaat in een stroomversnelling gebracht?

MATSSON: Oh ja, ik heb alles geïnvesteerd wat… euhm, omdat we… ik bedoel… (diepe zucht) Ik had een hele hoop songs geschreven en toen is BJ Burton, de engineer van dit album, naar mijn studio in Zweden gekomen. Samen hebben we twee weken aan een stuk als zotten liedjes opgenomen, nachtelijke marathons lang, omdat we overdag haast niks gedaan kregen door de verzengende hitte. Ik geloof dat het nooit eerder zo warm was geweest in Zweden. (lacht) Maar het was een aangenaam proces, vol kracht en energie.

Bij ‘dark bird’ denk ik aan een kraai. Kraaien zijn altijd slecht nieuws.

MATSSON: Die vogel ben ik niet, hoor. Het is een persoonlijke referentie die ik liever niet uitleg, een manier om mezelf eraan te herinneren dat er ondanks alle negatieve gebeurtenissen in mijn leven ook nog zoiets als hoop bestaat. Door wat er vorig jaar gebeurd is, ben ik heel snel een pak volwassener geworden. Terwijl ik treurde om mijn grootvader en het mislukken van mijn huwelijk zijn in landen als Syrië en Nigeria échte verschrikkingen aan de gang, weet je wel? Een scheiding verwerken en afscheid nemen van een dierbaar familielid, dat zijn nu eenmaal dingen die bij het leven horen. Van tegenslag en verdriet ga je niet dood én ik woon in een gigantisch geprivilegieerd deel van de wereld! (valt stil) En nu ben ik mijn draad kwijt, sorry. (zucht nog eens heel diep)

Je doet dit écht niet graag, hé?

MATSSON: Ik wil er gerust voor zorgen dat mensen weten dat ik een nieuw album uit heb, maar toch heb ik het absolute minimum aan interviews gevraagd. Ik heb geen zin om het album telkens opnieuw uit te leggen, om telkens weer dieper in te gaan op alle persoonlijke stuff. Ik ben anders best een gelukkige en sociale jongen, hoor. Plus, het publiek vindt ook zonder al te veel promo de weg naar mijn optredens en mijn platen. Dát is het belangrijkste, niet wat ik in de boekjes te zeggen heb.

Mannen met gitaren, ze hullen zich graag in stilzwijgen en mysterie. Dylan deed het in zijn jonge jaren al, en iemand als Damien Rice geeft net als jij zelden tekst en uitleg bij zijn songs.

MATSSON: Wat valt er uit te leggen? Voor een groep is het makkelijk. Dan kun je een eind weg lullen over hoe het is om in een band te zitten en wat je meemaakt op tournee. Als soloartiest heb je maar één invalshoek, zie je? Weet ook dat niet alle teksten over mezelf gaan. Soms ga ik te leen bij vrienden die gelijkaardige dingen hebben meegemaakt. Maar ook het leven van je vrienden gooi je niet zomaar te grabbel.

Heb je al songs uit dit nieuwe album live gespeeld?

MATSSON: Neen, en dat wordt interessant. Want die eerste twee intense weken in Zweden waren fun, maar toen ik later in de VS de teksten ging inzingen, kreeg ik een emotionele klop. Alleen aan de microfoon worden woorden werkelijkheid, ik zag mijn teksten plots in beelden voor me opdoemen. Ik zal de komende tournee blij zijn dat ik niet alleen onderweg ben.

Aha, toch meerdere invalshoeken!

MATSSON: Ik beken, ik ben een groep. (lacht) Op de basgitaar na heb ik alle instrumenten zelf ingespeeld, maar toen we de plaat gingen mixen in de VS liepen daar mensen rond die er het een en ander aan konden toevoegen. Saxofoon en strijkers, onder andere, maar ook een van de beste trompettisten, CJ Camerieri, die bij Bon Iver en Paul Simon gespeeld heeft. Mike Noyce (ook bekend van Bon Iver, nvdr. ) is viool komen spelen en heeft samen met mij de harmonieën voor zijn rekening genomen. It was a lot of fun.

Blijkbaar heb je van iets donkers iets plezierigs kunnen maken?

MATSSON: Blijkbaar wel. Therapie kun je het niet noemen, want het ‘helpt’ niet, op lange termijn lost het niks op. Maar het maken van deze plaat was wel een goede manier om te ontsnappen aan de duisternis, om energie te kanaliseren.

Je staat bekend om de begeesterde manier waarop je in je eentje een publiek in de ban houdt. Niet bang om die troef uit handen te geven?

MATSSON: Helemaal niet, want sommige songs zal ik nog steeds solo spelen. Ik kan nu schipperen tussen heel stil en héél luid. Ik weet hoe ik in mijn eentje een podium moet vullen, en ik hou daar ook zielsveel van. Maar om eerlijk te zijn, het werd lastig. Toen ik in 2013 een punt zette achter mijn tournee was ik compleet leeggespeeld. Je moet weten, de podia werden steeds groter en met alle focus alleen op jou weegt dat zwaar. Ik speelde op festivals voor 15.000 mensen, in zalen van 2000 à 3000 man. Dat is veel volk voor één klein mannetje. It’s just a little dude on stage, you know? Wanneer de connectie met het publiek perfect zit, is het een van de zaligste ervaringen ter wereld, maar dan nog zit ik achteraf in mijn eentje in de kleedkamer. Dit klinkt pathetisch, maar wanneer alle mensen naar huis gaan en lepeltje liggen met hun partner, blijf ik alleen achter en zit ik me backstage af te vragen: ‘Is dit nu succes?’ (lacht)

Succes smaakt minder zoet wanneer je alleen bent?

MATSSON: Het is zoals een berg beklimmen met op de top een prachtig uitzicht. Wanneer je dat met niemand anders kunt delen, heb je het vrij snel gezien, toch?

De plaat eindigt met de titeltrack en een afscheid. ‘But now I need to go’ zijn de laatste woorden. Hoe lang zat je daar al op te broeden?

MATSSON: Geen jaren aan een stuk, hoor, als je dat bedoelt. Dark Bird Is Home is ongeveer halverwege het hele proces ontstaan. Uiteraard wist ik meteen dat het de laatste song op de plaat moest worden, het is dan ook de belangrijkste, meest directe song die ik ooit heb opgenomen. Voor wie precies, dat lijkt me inmiddels vrij duidelijk.

Dat mensen overal ter wereld aan je lippen hangen, heeft dat ook iets te maken met je heldere, ongekunstelde teksten?

MATSSON: Je mag gerust zeggen dat mijn teksten naïef en simpel zijn, want ik doe het bewust zo. Mijn Engelse woordenschat is niet zó uitgebreid, ik ben nu eenmaal Zweeds, en daar heb ik vrede mee, want ik heb geen zin om te zwoegen op duur klinkende synoniemen. Ik gebruik geen thesaurus, neen. Het zou nochtans geen kwaad kunnen, want hoeveel keer kun je ‘rivier’ gebruiken als metafoor? Ik heb minstens vijftien songs waar rivieren door stromen. (lacht) Anderzijds, ik woon bij een rivier, dus… Daarbij, de toon van je stem zegt soms meer dan de woorden die je zingt. En als woorden tekortschieten, zijn er altijd klanken. Die van de gitaar of een bepaald type synthesizer en samples – die staan er ook op de nieuwe plaat – of gewoon fluiten. (geeft een kraakheldere fluitdemonstratie) Dat is wat ik al mijn hele leven doe: geluiden maken, met mijn stem of eender wat.

Met Bobbejaan Schoepen en Toots Thielemans had België ooit twee van ’s werelds meest vermaarde fluiters in huis.

MATSSON:I love to whistle! Misschien wordt dat wel mijn volgende plaat: zingen en fluiten. Echt, vanaf nu kan het alle kanten uit.

DARK BIRD IS HOME

Uit op 12/5 via Jagjaguwar.

DOOR JONAS BOEL

KRISTIAN MATSSON ‘DIT KLINKT PATHETISCH, MAAR WANNEER ALLE MENSEN NAAR HUIS GAAN EN LEPELTJE LIGGEN MET HUN PARTNER, BLIJF IK ALLEEN ACHTER EN ZIT IK ME BACKSTAGE AF TE VRAGEN: IS DIT NU SUCCES?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content