ICO is niet zomaar de volgende Brusselse rapper. Hij is een nieuw geluid in de belpop

© Romain Garcin
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Hij zat op school met Stromae, deelt een management met Roméo Elvis en heeft nummers met Caballero en JeanJass. Ico is het nieuwe gezicht van de Brusselse rap.

‘Ik heb hard moeten nadenken aan wie je me doet denken, maar ik denk dat ik het gevonden heb.’

‘Aan wie?’ vraagt Ico.

‘Eden Hazard.’

‘De voetballer?’

‘Het zit ‘m in de glimlach, denk ik. Je hebt dezelfde geamuseerde uitdrukking.’

‘Dat is de eerste keer dat iemand dat zegt. Ik ken niet zoveel van voetbal, maar Hazard is een van onze beste Rode Duivels, toch? Zeggen ze ook niet dat hij grappig is? Dan denk ik dat het oké is voor mij.’

‘De Eden Hazard van de Brusselse rap.’

‘Waarom ook niet?’

We zitten in de kantoren van Back in the Dayz, het powerhouse van de Brusselse rap en het management achter onder meer Roméo Elvis, Caballero en JeanJass, niet ver van De Brouckère. Voor me, in een hoodie van Muso Kuso, een Brussels merk dat gedragen wordt door rappers als Post Malone en Young Thug, zit Ico (26). Zijn echte naam is Salim Elakkari, maar die gebruikt hij zelf niet. Hij heeft zich bij het binnenkomen ook als Ico voorgesteld – uit te spreken als ‘aiko’.

Het is niet alleen de glimlach. Het is ook de mentaliteit. Ico beweegt zich met dezelfde lichtvoetige, geamuseerde, laidback attitude als waarmee Eden Hazard op het plein staat. Anderhalf jaar geleden verscheen de Brusselse rapper op het toneel met ‘Les Capsules’: tien maanden lang loste hij elke vier weken een nummer en een videoclip. Ver van alle media-aandacht bouwde hij met zijn vrienden aan zijn eigen universum, waarin hij zich als producer en rapper op de kaart zette. Een universum waarin Brussel er als California uitziet, alles in pasteltinten gekleurd is en iedereen Balenciaga, The North Face en Arte draagt. Een universum ook waarin technologie, internet en humor hand in hand gaan.

Toen ik Stromae zag ontploffen, leek het alsof dat ook voor mij kon. Hij heeft voor mij de eerste deur geopend.

De eerste doorbraak kwam er met Siri, een nummer waarin hij met Apples voice assistent duelleert. Vraag: ‘Dis-moi, Siri, c’est qui l’plus beau des rappeurs?’ Antwoord: ‘C’est Ico.’ Capsule per Capsule werd duidelijker waar Ico als artiest voor staat. Hij is geen street rapper. ‘Le rap c’est pas le ghetto’, klinkt het in Pause Kellogs. Hij is ook niet de man van de Grote Boodschap. ‘Aucun message dans mes textes / Ico c’est pas Kery James’, rapt hij in Kery James, een nummer genoemd naar de meest politieke onder de Franse rappers. Hij scheldt niet. Hij houdt zich ver van machismo. Hij rookt geen weed. Wat hij dan wél is? In Petit papillon vraagt hij een meisje naar haar Instagram-naam zodat ze eens kunnen afspreken om een menu fish te eten in de McDo. Zij wil liever niet en lacht hem uit in zijn gezicht. Dat is Ico: een kid cool die met relativerende blik naar de wereld rondom zich kijkt en er genoegen in schept om conventies van het genre overhoop te halen.

ICO is niet zomaar de volgende Brusselse rapper. Hij is een nieuw geluid in de belpop
© Romain Garcin

Capsule per Capsule groeide hij ook uit tot een van de aanstormende streamers van de Belgische rap. In alle stilte zit hij ondertussen al aan meer dan tien miljoen plays op Spotify, een veelvoud van wat pakweg Zwangere Guy er verzameld heeft. Net voor de zomer liet hij op zijn Instagram weten dat hij bij 100.000 volgers ‘L’album’ zou droppen. Wat hij ook deed: een paar dagen later verscheen L’album. De single L’album, welteverstaan. Dat heet: je eigen fans trollen. Het zou zijn tiende en laatste Capsule worden. Ico was klaar voor het echte werk.

Ik weet niet hoe een Glock eruitziet, ik heb nooit cocaïne gedeald, dus heb ik het daar ook niet over.

Wat dat is, begint nu duidelijk te worden. Vorige week verscheen het echte album dan, Petit con, waarop hij nummers brengt over solden bij H&M, niet oppakken als je ex belt en de metaforische kracht van de Fiat Panda . YouTube Music ging met hem in zee als een van de elf talenten waar ze wereldwijd mee samenwerken. Paris Match noemde hem ‘le petit-fils spirituel de René Magritte’. Zijn allereerste show ooit zal hij in La Cigale spelen, een van de meest legendarische zalen in Parijs met een capaciteit van bijna 1500 mensen. En dat is nog maar het begin. Na Stromae, Roméo Elvis, Angèle en Damso zendt Brussel opnieuw een gezant richting Parijs. En de kans lijkt groot dat hij dat rijtje ook effectief zal aanvullen.

ICO is niet zomaar de volgende Brusselse rapper. Hij is een nieuw geluid in de belpop
© Romain Garcin

Of hij ook de taalgrens kan oversteken, is een heel andere vraag.

Maar voor alle veiligheid oefent u toch best al uw Franse slang.

‘Gewoon Brussel’

Toen we een dik jaar geleden bij je management polsten, kregen we te horen dat je ‘geen interviews deed tot 2020’. Het is toch nog 2019 geworden.

Ico: Hebben ze dat zo gezegd? Het ging me niet om het jaar. Ik wilde wachten tot mijn eerste plaat er was. Sowieso probeer ik interviews zo veel mogelijk te vermijden. Geen idee waarom. Zeker de klassieke rapinterviews skip ik liever.

Wat zijn klassieke rapinterviews?

Ico: Interviews in de hood van de rapper waarin je vragen krijgt als ‘Waar kom je vandaan?’ en ‘Representeer je je roots?’ Dat is niet mijn mood. Dat is niet hoe ik mijn muziek benader.

De vraag ‘Waar kom je vandaan?’ gaat wel nog gesteld worden, vrees ik.

Ico: (lacht) Ik kom van Brussel.

Waar in Brussel?

Ico: Gewoon Brussel.

Wil je niet zeggen waar je precies vandaan komt?

Ico: Waar precies in Brussel doet er niet toe. Brussel is Brussel. In Frankrijk heeft dat wel betekenis. Elk departement heeft zijn eigen sound. Neuf un (91, het departementsnummer van Essonne, nvdr.) is de vibe van artiesten als Niska. Neuf trois (93, Seine-Saint-Denis, nvdr.) is een heel ander geluid, met rappers als NTM. Daar betekent de vraag ‘Waar kom je precies vandaan?’ iets. Brussel is zo klein dat je op vijf minuten van Jette in Molenbeek staat.

Ik probeer vaak om zo dom mogelijke zinnen te schrijven. Ik dacht dat ik de enige was die dat grappig vond, maar blijkbaar is dat iets universeels.

Hoe ben je in de muziekwereld terechtgekomen?

Ico: Op mijn negende heeft mijn moeder me naar de pianoles gestuurd. Muziektheorie en klassieke piano: dat was de eerste stap. Dat heb ik een jaar of tien gedaan.

Schubert en zo?

Ico: Ja, maar dat was niet echt mijn ding. Ik was er ook niet goed in. Ik hield meer van filmmuziek – de muziek van Yann Tiersen in Amélie Poulain, bijvoorbeeld. Ik heb altijd meer met hedendaagse muziek dan met oude muziek gehad.

Rond mijn vijftiende ben ik zelf melodieën beginnen te schrijven en nummers te componeren. Niet veel later heb ik een midikabel aan mijn piano gehangen, drumbeats toegevoegd en ik was vertrokken. Zo ben ik in de muziekwereld begonnen. Ik was een beatmaker die zijn muziek op SoundCloud zette voor wie ze wilde gebruiken. Mijn eerste manager (Dimitri Borrey, de manager van Stromae, nvdr.) heeft me zo ontdekt.

Een van de weinige dingen die ik over jou terugvond, was een credit als producer op de debuutplaat van Eurovisie-kandidaat Loïc Nottet.

Ico: Ik heb één nummer op zijn plaat geproducet. Wolves. Loïc had dezelfde manager, vandaar de link. Ik heb een tijdje echt als beatmaker gewerkt. Pop of trap: ik deed alles. Namen? Liever niet. Dat is mijn vorige leven.

Wolves is het laatste nummer dat ik voor iemand anders geproducet heb. Als beatmaker hang je af van de artiesten voor wie je werkt. Willen zij een nummer niet uitbrengen, dan heb jij daar niets over te zeggen. Ik wilde niet dat mijn carrière afhing van andere artiesten. Ik wilde zelf een artiest zijn. Na Wolves ben ik op mijn eigen beats beginnen te rappen en zingen. Dat is het echte begin van Ico.

Je hebt nooit willen uitleggen wat je naam betekent. Nu wel?

Ico: Nee. Dat is nog altijd een geheim. Er zit wel een uitleg achter, maar voorlopig kan ik niet zeggen wat die is. Binnenkort…

Met een beetje googelen vind je ook je echte naam, maar zelf gebruik je die niet.

Ico: Ik hou mijn privéleven en mijn muziek gewoon graag gescheiden. Meer moet je daar niet achter zoeken.

Er staat op LinkedIn wel een IT-consultant met jouw naam.

Ico: Ah, je hebt mijn geheime leven ontdekt. (lacht) Nee, twee jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de Solvay Brussels School. Ik heb een master in business economics & finance. Na mijn studies ben ik even als consultant gaan werken – kostuum, das, bedrijfswagen, het hele plaatje – maar dat was niet echt iets voor mij. Na acht maanden ben ik gestopt en heb ik mijn eerste contract in de muziekwereld getekend.

Klassieke piano, beatmaking, businessschool: geen alledaags parcours, moet ik zeggen.

Ico: Zeker om uiteindelijk in de rapwereld terecht te komen, ja. Grappig wel, want ik heb er zelf zo niet over nagedacht. Ik doe gewoon wat ik doe. Jij hebt er waarschijnlijk een beter zicht op dan ik.

Vanop een afstand doet het ook aan een andere artiest denken: Stromae.

Ico: Stromae is heel belangrijk geweest voor mij. Niet zozeer door zijn muziek, maar wel door zijn pad. Hij zat op dezelfde middelbare school als ik. Hij is van dezelfde generatie. Hij is opgegroeid in dezelfde stad. Hij is ook met muziek begonnen in zijn slaapkamer. Toen ik hem zag ontploffen, leek het alsof dat ook voor mij kon. Stromae heeft voor mij de eerste deur geopend, gewoon door te tonen dat het mogelijk is.

Gucci en Superdry

Je werd bekend met Les Capsules, tien nummers en evenveel clips, waarvan er elke maand een nieuwe online kwam. Was was het idee daarachter?

Ico: Buzz creëren en een fanbase uitbouwen. De wet van vraag en aanbod, hè. Als je niet bekend bent, moet je elke maand een product aanbieden en een afspraak met je fans opbouwen. Het heeft ook gewerkt: toen ik met die Capsules begon, had ik geen publiek. De vijfde, Siri, was mijn grote doorbraak, met 6 miljoen plays. Na de tiende Capsule hadden ze allemaal minstens een miljoen views op YouTube.

Het valt wel op dat je businessschool gestudeerd hebt.

Ico: (lacht) ‘Buzz creëren’ is misschien niet het romantische antwoord, maar het is wel het meest realistische. In de muziekwereld van vandaag kun je niet meer alleen met je muziek bezig zijn. Je moet ook inzicht in strategie en een businessplan hebben. Zonder dat – of zonder een hele goede manager – kom je er gewoon niet.

Het artistieke plan is voor mij ook gewoon vanzelfsprekend. Ik heb tien jaar muziek en piano gestudeerd: dan weet je wel wat je wilt maken.

In de Capsules leek je een eigen spin aan de Brusselse rap te geven. Stromae entte zijn muziek op het Franse chanson, jij probeert de Brusselse rap in de richting van futuristische pop te duwen, van de cleane pasteltinten in je clips tot je raps over Siri en Instagram.

Ico: Futuristisch is misschien niet het juiste woord. Ik heb veel naar hedendaagse Amerikaanse rap geluisterd, van SoundCloud-rappers als XXXTentacion en 6ix9ine tot gasten als Ryan Leslie. Zeker op SoundCloud kon je onbekende rappers groot zien worden en ontploffen. Wat jij futuristisch noemt, is volgens mij vooral Amerikaans en internet.

Dat is ook de sterkte van de Brusselse rap. Franse rappers luisteren vooral naar Franse rappers. Belgische rappers zijn evenveel geïnspireerd door de States. Je hoort dat ook. Laat mij een Belgische en een Franse track horen en alleen al aan de beat kan ik zeggen uit welk land hij komt. Met mijn muziek en videoclips probeer ik dat nog wat meer in de verf te zetten, Brusselse rap zo fresh mogelijk te presenteren, onze eigen kleur te benadrukken.

Toen Drake, een Canadees, zijn ster zag rijzen, deed hij dat met een soort gemythologiseerde versie van Toronto – ‘The Six’, zoals hij het noemt. Je lijkt op weg iets soortgelijks te doen met Brussel.

Ico: Ik rap het in een van mijn vroegere nummers: Brussel is le nouveau Six. Met Drake deed de Toronto-vibe zijn intrede in de Amerikaanse muziekindustrie. De Brussel-vibe heeft nu dezelfde betekenis in de Franse muziekwereld. Dat is niet eens iets wat ik probeer te doen: Brussel ís het friste geluid in de Franse rap. Ik zet het gewoon wat meer in de verf.

Waar heb je de videoclip van Petit papillon gefilmd?

Ico: Jette.

Ik wist niet dat Brussel er zo kon uitzien. Het heeft meer de allure van…

Ico: Californië? Dat was ook de bedoeling. Die clip is een goed voorbeeld van wat ik daarnet zei. Ik had Billy Arty (Bilal Lamarti, Ico’s vaste videoclipregisseur, nvdr.) gevraagd om een plek te zoeken die eruitzag als een Amerikaanse suburb. Uiteindelijk is hij met een woonbuurt in Jette afgekomen en hebben we de straat geblokkeerd voor de opnames.

Puur uit nieuwsgierigheid: hoe blokkeer je een straat?

Ico: Je belt wat vrienden en laat hen met hun auto’s dwars op de weg gaan staan. (lacht) Zo moeilijk was dat niet. Het was een residentiële buurt zonder veel passage. Voor alle duidelijkheid: we hadden de buurtbewoners gevraagd of het oké was.

In Frankrijk zou Petit Papillon misschien hetzelfde nummer zijn, maar ze zouden de clip draaien in een HLM (‘habitation à loyer modéré’, de Franse benaming voor een sociale woonblok, nvdr.). Je weet wel, een of andere klassieke urban achtergrond. Dat wilde ik net niet. Ik wilde een Brussel dat er niet street uitziet.

‘Le rap, ce n’est pas le ghetto’, zeg je in Pause Kellogs, een van je eerste tracks. Was dat een statement?

Ico: Ik kom niet van de bendo (Franse slang voor ‘banlieue’, afgeleid van het Amerikaanse ‘bando’, wat dan weer kort is voor een ‘abandoned house’ waar drugs gedeald wordt, nvdr.). Ik weet niet hoe een Glock eruitziet, ik heb nooit cocaïne gedeald, dus heb ik het daar ook niet over. Dat is niet eens een groot statement. In de trap gaat het nog altijd veel over drugs en geweld, maar rap gaat al langer veel ruimer dan dat. Het is vooral een persoonlijke boodschap. Ik maak wel rap, maar ik heb niet de levensstijl die ermee geassocieerd wordt.

ICO is niet zomaar de volgende Brusselse rapper. Hij is een nieuw geluid in de belpop
© Romain Garcin

Het is wel interessant hoe je die clichés van de rap onderuithaalt en naar je hand zet. Terwijl elke SoundCloudrapper nummers brengt over Percocet, codeïne en andere pijnstillers, kom jij met Dafalgan op de proppen. Terwijl de trapgeneratie hele nummers maakt over luxemerken als Gucci en Versace, namedrop jij Fiat Panda’s, Opel Corsa’s en de Decathlon.

Ico: Ik hou van Gucci. Maar het is geen merk dat ik met mijn muziek identificeer, nee.

Nog een cliché dat je onderuithaalt: disstracks. Je bent zowat de koning van de absurde beledigingen. ‘On a retrouvé ta mixtape chez Leaderprice / Au rayon promotion’, klinkt het in Aladin. ‘Tu mets encore du Superdry’, rap je in Siri 3.

Ico: Er zijn écht mensen die nog Superdry dragen. (lacht) Voor mij zijn dat niet eens disstracks. Ik hou niet van scheldwoorden of vulgaire taal. Het gaat me ook niet om het beledigen zelf. Ik wil gewoon een glimlach op het gezicht van de luisteraar toveren, en dat lukt beter met zinnen als ‘Ta chérie m’a fait des petits gateaux’ dan met een of andere goedkope diss.

Ik probeer vaak om zo dom mogelijke zinnen te schrijven. Ik dacht dat ik de enige was die dat grappig vond, maar blijkbaar zijn domme zinnen iets universeels. Siri heeft ondertussen zes miljoen views op YouTube. Wel, de zin die van dat nummer het meest is blijven hangen, is ‘Ta mère la trizo, elle fait des pâtes au dentifrice’ (vertaald is dat iets als ‘Je moeder heeft het downsyndroom en ze maakt pasta met tandpasta’, maar het is subtieler in het Frans, nvdr.). Slaat op niks, maar mensen lachen er nog altijd mee.

De bekendste Belgische artiesten zijn onbekend in Vlaanderen. Zelfs Damso, dat is hét icoon van de Belgische muziek.

Je rookt niet en je drinkt niet.

Ico: Klopt. Drank en weed zeggen me niets. Nooit gedaan.

Je weet toch dat je bij hetzelfde management zit als Roméo Elvis, de man die een synoniemenwoordenboek over djonko kan uitbrengen.

Ico: (lacht) Caballero en JeanJass, twee andere Brusselse rappers, zijn nog erger. In Frankrijk hebben die twee op Viceland een programma, High & fines herbes, dat alleen maar over weed gaat. Roken met weed. Koken met weed. Spelen met weed. Ze hebben mij eens uitgenodigd om in de show te zitten. Ik was er de eerste en enige niet-roker ooit. Dat was fun.

Vlaamse rappers met Noord-Afrikaanse roots zeggen wel eens dat het lastig is om als rapper een identiteit te vinden. Eén fout – of één verkeerde interpretatie – en je komt in een mediastorm terecht.

Ico: Wat is je vraag?

Is dat ook iets waar jij bang voor bent? In de videoclip van Petit papillon achtervolg je een meisje op straat en probeer je haar nummer vast te krijgen. Dat zou verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden.

Ico: Je hebt de clip gezien: Petit papillon steekt net de draak met catcalling. Ik ben niet de patser die een meisje lastigvalt en haar nummer krijgt. Ik ben een jongen die zichzelf een grote rapper waant en vervolgens keihard uitgelachen wordt door een meisje. Het zou ook anders zijn als Iousra, de zangeres in het nummer, niet meedeed. Ze kan antwoorden, dat maakt een verschil. Maar ik snap wat je wilt zeggen. Ik heb me die vraag ook gesteld bij die clip, maar ik heb geen enkele negatieve reactie gehad. Blijkbaar snappen de kijkers het nummer wel zoals ik het bedoeld heb.

Het klopt wel dat je op alles moet letten. Zeker als je geen zin hebt in dat soort controverses: ik probeer te allen tijde problemen te vermijden. En tot hier toe lukt dat. Die zin over ‘Ta mère la trizo’ is ook een voorbeeld. Het is een absurde belediging die geen steek houdt, maar ik was wel bezorgd dat iemand erover zou vallen. Ondertussen hebben zes miljoen mensen die video gezien zonder dat er één slechte reactie op is gekomen. Mensen begrijpen het.

Ik denk dat ik op dat vlak met iets meer wegkom. Veel rappers zijn serieuzer in hun imago en in wat ze willen zeggen. Dan gaan mensen het ook sneller serieus nemen. Ik ben de funny kid die met alles lacht, met mezelf nog het meest. Niemand neemt mij serieus: dat is mijn kracht.

Un petit con.

Ico: Dat is een goede samenvatting, ja. Én de naam van mijn debuutplaat. (lacht)

Times Square

Met Stromae, Angèle, Roméo Elvis, Damso en Lost Frequencies zijn de grootste Belgische sterren in termen van streams, views en internationale allure nagenoeg allemaal Franstalige Brusselaars. Ook de grootste gamers en youtubers komen uit Franstalig Brussel. Het centrum van de Belgische popcultuur is volledig naar de hoofdstad verschoven.

Ico: Ik denk dat daar een simpele uitleg voor bestaat: het internet. Landen of regio’s doen er niet zoveel meer toe. Het gaat om taalgebieden. En Franstaligen hebben daarin een groot voordeel ten opzichte van Nederlandstaligen. Brussel is groot geworden met dank aan Frankrijk. De Vlaamse muziekindustrie vindt die aansluiting met Nederland veel minder. Ik denk niet dat er vandaag slechtere muziek gemaakt wordt in Vlaanderen. Het is puur een kwestie van taal en van marktpopulatie.

Wat wel raar is: die opdeling in een Franstalige en een Nederlandstalige markt heeft het land cultureel nog meer verdeeld. De bekendste Belgische artiesten zijn onbekend in Vlaanderen, Roméo Elvis en Angèle uitgezonderd. Hamza of Caballero betekenen echt iets in Frankrijk, maar bij jullie stellen ze niet veel voor. Zelfs Damso is in Vlaanderen niet bekend. Damso, dat is hét icoon van de Belgische muziek.

In Vlaanderen is hij ‘de rapper die te seksistisch was om het WK-lied te mogen maken’.

Ico: Dat is crazy.

De grootste Belgische artiest op YouTube kennen we al helemaal niet: TiiwTiiw, een 27-jarige Brussels-Marokkaanse raizanger die de studio van Stromae heeft overgekocht en ondertussen een miljard views heeft. Dat is vier keer zoveel als Angèle.

Ico: TiiwTiiw is een speciaal geval. Mensen kennen hem hier niet omdat ze hem ook niet móéten kennen: België is zijn markt niet meer. Dat miljard plays komt hoofdzakelijk uit de Arabische wereld. Dat is een slimme move van hem. België is te klein om rond te komen met streams en views. Met hoeveel zijn we hier? 11 miljoen? Dat is niet genoeg als markt.

Hoe zit die verdeling bij jou?

Ico: Zeventig of tachtig procent van mijn streams komen uit Frankrijk. De top vijf van landen waar ik beluisterd word, is Frankrijk, België, Zwitserland en dan Marokko en Algerije. Ik ben een Belgische artiest, maar mijn publiek is grotendeels Frans.

Ik hoorde dat je een deal hebt met YouTube Music.

Ico: Dat klopt. YouTube heeft een programma waarin ze elf artiesten wereldwijd ondersteunen. Ik ben de enige Europeaan, voorzover ik weet. Mijn kop heeft al op een billboard op Times Square gestaan dankzij YouTube.

Wat is het plan nu?

Ico: Nu begint de volgende stap. Vorige week is mijn plaat uitgekomen. In februari speel ik in La Cigale in Parijs, mijn eerste liveshow ooit. Een dag later sta ik in de AB in Brussel. Er begint een nieuwe wereld voor mij. Ik ben als artiest in mijn slaapkamer begonnen. Nu moet ik het ook op het podium doen. Ik weet wat te doen de komende maanden.

Petit con

Nu uit bij Squamour. Ico speelt op 7/2 in de AB, Brussel. Alle info: abconcerts.be.

ICO is niet zomaar de volgende Brusselse rapper. Hij is een nieuw geluid in de belpop
© Romain Garcin

Ico

Echte naam Salim Elakkari

Leeftijd 26

Beroep Producer en rapper

Woonplaats Brussel

Instagram @icosqua (131.000 volgers)

Meest gestreamde videoclips Siri (6,7 miljoen views op YouTube), Petit Papillon (3,7 miljoen views), #DisPasWallah (3,2 miljoen views)

Nu in de aandacht met Petit con, zijn debuutalbum. Begin volgend jaar treedt hij ook live voor het eerst naar buiten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content