‘I GAY-ED IT UP’
Misbruik, zelfverminking, drugsverslavingen, depressies: Mike Hadreas, de broze Amerikaanse zanger en songschrijver achter PERFUME GENIUS gaat zijn demonen graag frontaal te lijf. Tenminste: op zijn platen. ‘Zonder muziek zou ik van mijn problemen wegvluchten.’
Hij moet er nog altijd aan wennen, aan zijn tweede leven. Na een heilloos verblijf in New York dat op complete reddeloosheid was vastgevaren, klopte Mike Hadreas niet zo lang geleden weer bij zijn moeder aan, in een doodse buitenwijk van Seattle. Flink wat illusies armer, een heroïne- en alcoholverslaving rijker. Afkicken en zichzelf weer op de rails krijgen, waren de prioriteiten. Drie jaar later staat hij een bataljon Belgische journalisten te woord, omdat hij voor de tweede keer, eigenhandig en zomaar uit het niets, een aangrijpend mooie langspeelplaat heeft gemaakt. Put Your Back N 2It heet die: een verzameling rauwe prevelliedjes over levensangst, droefheid, en de schaamte van het homo-zijn. Zo ongekunsteld kan een muzikaal talent dus tot bloei komen: man kotst ziel uit aan familiepiano. Vindt een platenlabel bereid het resultaat – Learning – de wijde wereld in de sturen. Stelt verbijsterd vast dat die wereld, een krop wegslikkend, hem aan de borst drukt. Perfume Genius. De bedenkers van Idool en X Factor vragen zich vast af waar hun systeem heeft gefaald.
MIKE HADREAS: Als ik tegenwoordig naar mijn beroep gevraagd word, durf ik eindelijk ‘muzikant’ te antwoorden. Dat is zó cool. Er was een tijd waarin ik ‘winkelbediende’ moest zeggen. Of, als men doorvroeg: ‘Verf mengen en meubels in de auto’s van boertige mensen helpen duwen.’ ( Lacht) Het ligt nog niet eens zó ver achter me. Mijn eerste plaat heeft mijn leven compleet overhoopgegooid. Ik was al blij geweest als mijn vrienden die heel persoonlijke songs van me mooi hadden gevonden, en misschien hier en daar een vreemde bewonderaar. Maar plots werd ik geïnterviewd en gefotografeerd en vooral: moest ik op een podium kruipen. Ik weet ondertussen dat dat er allemaal bij hoort, maar in wezen blijf ik een watje dat graag in zijn emoties roert. ( Lachje) Al heb ik me nu wel geschikt naar die verandering. Ik bedoel: thuis ben ik een chaoot, maar hier in Brussel ben ik al sinds negen uur deze morgen interviews aan het geven. En dat gaat me goed af, ook al ben ik heel verlegen.
Toen het tijd was om liedjes voor deze nieuwe plaat te gaan schrijven, ben je naar verluidt óók tegen je eigen temperament ingegaan.
HADREAS: Ik ben niet het type dat overloopt van zelfvertrouwen. Op het podium voel ik me nog verre van op mijn gemak. Toen ik de songs voor Put Your Back N 2 It schreef, wilde ik in de eerste plaats steun bieden aan mezelf. En als het even kon ook aan de luisteraars. Om dat te kunnen, moest ik mezelf een danige kick in the butt geven. Of toch op zijn minst die zelfmoordgedachten achterwege laten. ( Lacht ongemakkelijk) Neen, ik overdrijf. Een beetje toch. Toen ik mijn eerste plaat opnam, tóén zat ik niet goed in mijn vel. Daarom begroef ik mijn stem zo diep in de klankmix. Maar op deze plaat wilde ik aanwezig zijn, met mijn hoofd in de wind gaan staan en niet langer de indruk geven dat alles door een antwoordapparaat was ingezongen.
Heb je het nu over de technische fiche of over de inhoud van je songs?
HADREAS: Oh, beide. Learning draaide hoofdzakelijk rond opgehaalde herinneringen, het omwoelen van het verleden en daarbij een en ander proberen op te lappen. Maar ik was het beu om het vooral over mijn eigen persoontje te hebben. Hoewel het best een effectieve manier van schrijven is: je hoeft je niet in te spannen om andermans gevoelswereld te begrijpen. Je vertelt wat je hebt meegemaakt, klaar.
Maar toen begonnen de fanbrieven binnen te stromen: mensen die zich met jouw geleden leed vereenzelvigden, of zelf nog veel akeligere dingen hadden meegemaakt. Welke conclusie trok je daaruit?
HADREAS: Dat het ronduit onvolwassen was om zo lang te hebben geloofd dat ik uniek was, en mijn miserie erbij. Toen ik de drank en drugs eenmaal had opgegeven, viel me op hoeveel ik gemeen heb met al die mensen die me aanklampen. Dat heeft me geholpen uit mijn eigen hoofd te breken en deel te worden van de wereld, van de gemeenschap, van mijn eigen familie. Ik vertel niets nieuws als ik elke verslaafde door en door zelfzuchtig noem. Je bent niet meer in staat je eigen situatie objectief in te schatten, laat staan die van een ander, hoe na die je ook aan het hart ligt. Dat was mijn intentie met de songs op de nieuwe plaat: ze moesten universeler zijn. ( Zucht)
Ik heb geprobeerd de meeste brievenschrijvers van antwoord te dienen, maar ik ben heel slecht in het onderhouden van relaties. Het duurt soms dagen voor ik mezelf ertoe kan bewegen mijn broer terug te bellen. Omdat mijn muziek zo persoonlijk is, denken veel mensen dat ze mij grondig kennen. Er bekruipt me een zeker ongemak als ik dat merk, maar anderzijds heb ik het ook aan mezelf te wijten. Ik kan het bijvoorbeeld niet laten om na een optreden iedereen die ik tegenkom te omhelzen. ( Lacht) Vraag me niet waarom! Ik vermoed dat ik gewoon door het dolle heen ben dat er mensen bereid zijn een kaartje te kopen om naar mij te komen kijken en luisteren.
Wat weet je nog van je eerste concert?
HADREAS: Niet veel, behalve dat ik zo nerveus was dat het publiek het óók werd. ( Lacht) De microfoon joeg me zo veel angst aan dat ik er voortdurend van wegleunde. Ik weet niet meer hoeveel keer de klankman het podium is opgebeend om dat ding demonstratief weer onder mijn neus te duwen. Heel gênant. Maar ook bizar, want tegelijkertijd wist ik dat ik daar heel graag wilde zijn. Gelukkig apprecieerden de mensen mijn onhandigheid wel. Ik heb ondertussen zowat alles geprobeerd om die plankenkoorts te bedwingen: ijzingwekkende hoeveelheden thee drinken, bidden, mediteren. Niets helpt. Nu ik weet dat die zenuwachtigheid zich hoe dan ook manifesteert, kan ik er ergens vrede mee nemen . I just go out and do it now. Ook al moet ik nog altijd overkomen als een sullige puber. Ach, elke show is een overwinning op mezelf, zo moet ik het bekijken.
Word je er niet vanzelf toe aangezet om professioneler te worden als je partner als enige andere muzikant mee op tournee gaat? Ik bedoel: je mag de zaal niet laten merken dat je een uur eerder nog vlammende ruzie hebt gehad.
HADREAS: Wat in ons geval nog vaak voorkomt ook! ( Lacht) Alan ( Wyffles, toetsenist en Hadreas’ minnaar; nvdr.) is anders dan ik. Hij repeteert uitgebreid voor we vertrekken, is in alles wat hij doet heel verantwoordelijk en stipt. Hij verknoeit het nooit op een podium. Ik daarentegen… ( Lacht) Ik speel de songs elke keer weer anders. Als ik ze al niet afbreek omdat ik een noot niet haal. Hup, wéér ruzie. Maar ik zou niet weten hoe ik het anders moet aanpakken. Muzikanten die maandenlang van huis zijn en hun lief al die tijd achterlaten, hoe dóén ze dat? Alan en ik zijn simpelweg veel te jaloers om elkaar lang te kunnen missen. Ik ben de rebel van ons twee: soms wil ik wel eens ruimte voor mezelf. Wat doorgaans moeilijk te regelen valt, aangezien we nu eenmaal in dezelfde hotelkamer slapen. Dus ja, het is intens. Maar zo moet het zijn.
Voel je een verantwoordelijkheid tegenover je publiek?
HADREAS: Hmm, eigenlijk wel. Geen idee of dat de bedoeling is. Ik denk dan maar aan de platen waarnaar ik luisterde toen ik opgroeide: heel vaak was dat alles wat ik had. Je leeft in een onbeduidend stadje of een anonieme buitenwijk van Seattle – en ik heb in véél buitenwijken van Seattle gewoond. Je bent op zoek naar gelijkgestemde zielen, maar vindt ze niet. Behalve in de muziek. Elliott Smith, PJ Harvey. Soloartiesten meestal, naar bands luisterde ik minder.
Wist je toen al dat je zelf dat pad wilde opgaan?
HADREAS: Ik wilde het wel, maar was er niet van overtuigd dat ik het kón. Tot enkele jaren geleden. ( Denkt na) Een song is een heel complete ervaring. Ik had altijd getekend, maar een song beschikt over een stemming, een spanningsboog. Hij kan een heel… reinigend effect hebben. Ga er zelf maar aan staan, als je er zo’n hemels beeld van koestert. Maar ik heb het geprobeerd en, los van de vraag of ik mezelf wel een échte songschrijver mag noemen, ben ik daar blij om. ( Bedenkt zich) Niet te melodramatisch: ja, ik ben een songschrijver! ( Lacht)
Nooit eerder heb ik me zo veel moeite getroost om iets te pakken te krijgen. Toen ik met hangende pootjes van New York naar Seattle terugkeerde, was ik bereid door het stof te kruipen om te slagen. Ik, die was opgegroeid met de neiging van alle problemen weg te rennen. Niet al mijn ruwe ideeën zijn treffelijke songs geworden, en ik heb me over de gêne voor mijn zangstem heen moeten zetten. Maar: ik heb doorgezet. Een geheel nieuwe sensatie voor me. ( Lachje)
Wat dacht je eigenlijk in New York te kunnen vinden?
HADREAS: De vervulling van een ideaal: een artiestenleven leiden. De grootstad met zijn bars en artistieke gemeenschap oefende een ontzaglijke aantrekkingskracht op me uit. Maar het kwam erop neer dat ik drie jaar lang gefuifd heb, de hele drugsmenukaart heb geprobeerd, en hele dagen aan de toog hing in het gezelschap van een wodka-tonic. Ik ging ervan uit dat ik, als ik maar creatief bleef denken, vroeg of laat wel tegen een carrière zou aanlopen. Bullshit. Het heeft me drie jaar gekost om me te realiseren dat ik eerst moest ontnuchteren, de glamourzucht vergeten, en de saaiheid accepteren van thuis een pizza eten om valabele kunst te kunnen maken. Heel wat muzikanten zijn al trippend of zuipend tot wondermooie dingen in staat, maar ik ben er niet één van. Als twintiger weer bij mijn moeder gaan wonen: alleen zo heb ik mijn eerste plaat kunnen maken. ( Lacht) Nogal een bohemien die ik ben!
Wat zegt het over muziek dat je met ‘No Tear’ een song moet schrijven om jezelf eraan te herinneren dat alles uiteindelijk wel goed komt?
HADREAS: Ik was er rotsvast van overtuigd dat mijn leven naar de kloten zou zijn, dat het nooit iets zou worden met mij, als het me niet zou lukken een platencontract te verwerven. Maar je hebt nu eenmaal niet álles in de hand. Daar gaat die song dus over.
Heb je dan een alternatief voor als het uiteindelijk toch niets wordt met dit muzikantenbestaan?
HADREAS: Neen. Maar ik ben er niet zo zeker van of ik zo wel moet denken. Is het niet defaitistisch om voortdurend een noodplan mee te zeulen? Neen, ik ga hiermee door tot op het einde. Ik ben clean en nuchter nu, en dat heeft de verstandhouding met mijn familie enorm verbeterd. Dat wil ik zo houden. Al ben ik nog niet zo’n lange tijd gezond als ik ongezond ben geweest. Juiste beslissingen nemen, dat moet je leren, hoor. Jezelf de das omdoen is véél gemakkelijker. ( Lacht) Kijk: een zielige dode hond schilderen kan iedereen. Maar iets maken wat harten verwarmt en de hoop aanwakkert, zonder dat je naar het niveau van een melig schooltoneeltje afdaalt: dát is pas een huzarenstuk.
Je hebt van ‘Dirge’, een bijna honderd jaar oud gedicht van de Amerikaanse Edna St. Vincent Millay, een songtekst gemaakt. Waarom?
HADREAS: Omdat zij daarin rouwt, net zoals ik op de plaat wilde doen. Ik heb er een funeral song van gemaakt. Ja, ik heb hier en daar wel wat geknipt en vervangen, maar daar moeten we het misschien niet te uitgebreid over hebben: de lui die haar oeuvre beheren, verkeren in de waan dat ik haar werk intact zou laten. ( Lachje) Nu, veel heb ik niet veranderd, hooguit een woord of twee.
Maar wel twee opvallende: van ‘Boys and girls that held her dear’ maak je ‘Boys that held him dear’.
HADREAS:(Schatert) Yeah, I gay-ed it up just a touch.
Tot daar universeler willen schrijven.
HADREAS: Oei, daar heb je me. Tja, wellicht ben ik daarin een beetje egoïstisch geweest. Tja, jongemannen figureren nu eenmaal veel promi-nenter in mijn leefwereld dan meisjes. Ik heb enkele dierbare vrienden en kennissen verloren, vandaar.
Millay stond naar het schijnt bekend om haar schoonheid, haar biseksualiteit en haar libertaire levensstijl. Hoe zou jij, als Perfume Genius, graag herinnerd worden?
HADREAS: Daar trek ik me niet veel meer van aan. Ik vind het al reuzeleuk dat ik een artiest bén. Ik sta open voor alles en wil alles eens geprobeerd hebben. Daardoor krijgen mensen blijkbaar het idee dat ze mij hun geheimen kunnen opbiechten. Misschien voelen ze aan dat ik met mijn verleden de laatste persoon op de planeet ben die hen mag vertellen dat ze er een zootje van hebben gemaakt. ( Lacht)
In ‘All Waters’ stel je homofobie aan de kaak. Heb je dan echt het gevoel dat je altijd en overal op je hoede moet zijn om uit te komen voor wie je bent?
HADREAS: Ik ben beschaamd om beschaamd te zijn dat ik homo ben, ja. En dat maakt me pisnijdig. Maar wellicht zie ik de situatie zwarter in dan ze is, en dat ligt geheel aan mij. Vaak zijn mensen toleranter en intelligenter dan ik bereid ben aan te nemen. Ik moet nog een inhaalbeweging maken. Wat het óók is: ik zit er constant mee in dat ik niet ernstig zal worden genomen. Je speelt soms in clubs waar de uitbaters of de technici stoere machoventen zijn. En dan kom ik daar aan: klein, tenger en gekleed in een zwarte bontjas. ( Lacht) Mensen kunnen nu eenmaal heel denigrerend doen. Niet alleen tegen homo’s, ook tegen vrouwen. Ik heb op dezelfde avonden opgetreden als EMA, en ook zij kreeg het hard te verduren: ‘ Turn your guitar down, young lady.’ Ach ja, alles is relatief. De wereld draait om meer dan mij alleen. Sometimes they kick your ass, so what. Ik weet inmiddels dat het lang geen kwaad kan om sommige dingen los te laten. Op lange termijn maakt dat je alleen maar gelukkiger.
PUT YOUR BACK N 2 IT
Uit op 21/2 bij Matador.
DOOR KURT BLONDEEL
Mike Hadreas ‘ELKE SHOW IS EEN OVERWINNING OP MEZELF. AL KOM IK NOG ALTIJD OVER ALS EEN SULLIGE PUBER.’
Mike Hadreas ‘VEEL MUZIKANTEN ZIJN TRIPPEND OF ZUIPEND TOT WONDERMOOIE DINGEN IN STAAT. IK NIET.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier