In ‘Het Geslacht De Pauw’ reïncarneert Bart De Pauw als een bekende Vlaming die in permanente overschatting van zichzelf leeft. Met een ziekelijk verlangen naar aandacht en een overdosis eigenliefde is hij de enige die niet door heeft dat bekendheid tijdelijk is. Zelf heeft De Pauw het over het doorprikken van de docusoap, maar wij vroegen ons vooral af in hoeverre fictie de realiteit in dit alles overlapt
Eenvoudig was het niet om Bart De Pauw te strikken voor een interview. Nu hij zijn dagen doorbrengt in een bizarre mengeling van fictie en realiteit, met echte en valse vrouwen, verzonnen broers en vrienden, dreigt de creatie het als een Mr. Hyde van de schepper over te nemen. Het interview werd eerst voorzichtig afgewimpeld en pas na tussenkomst van hogere krachten toegestaan, maar een dag voor we ons in het universum van De Pauw zouden onderdompelen, werd overmacht ons deel. De Pauw zat in het ziekenhuis te wachten op de uitslag van een darmonderzoek. Er werd gevreesd voor een darmperforatie. De uitzenddatum van de reeks en zeker dit interview hingen even aan een zijden draadje. Twee dagen en ettelijke pillen later bleek de darmperforatie een darminfectie, waardoor we toch nog onze babbel konden doen. De Pauw zit er nog wat bleekjes bij. De blik glazig, de handen voorzichtig de pijnlijke buik masserend, sloft hij met het enthousiasme van een 100-jarige om koffie. In een flits menen we een doelman van weleer te herkennen. ‘Nee’, het is geen persiflage op De Pfaffs of De Planckaerts, steekt De Pauw van wal nog voor we iets vragen. ‘Die heeft Chris Van den Durpel al gemaakt.’ We luisteren naar zijn betoog en wijzen hem erop dat we eigenlijk een andere vraag wilden stellen. ‘Sorry’, mompelt hij. ‘Ik heb te veel koortsdromen gehad over interviews. Ik heb alle mogelijke vragen al in mijn hoofd overlopen.’
Ooit zei je dat je wou dat je ‘In de Gloria’ gemaakt had. Is dit jouw ‘In de Gloria’?
Bart De Pauw: Als ik iets zie, een film of een serie waarvan ik denk ‘wow, dit is fantastisch’, wou ik dat ik het gemaakt had. Ik noem dat een positieve jaloezie. Tegelijk is mijn trots wel zo groot om niet te herkauwen wat al eens bedacht is. Ik heb niet dezelfde soort fantasie als In de Gloria, ik heb een andere stijl van humor. Ik denk dat je meer zult herkennen uit Buiten de Zone, zonder het echt absurde. Wij vertrekken waar een docusoap over Jean-Marie Pfaff stopt, waar de tv echt gaat peuteren en wringen naar emoties. Ik ben nu een tijdje van het scherm geweest; ik heb dringend een nieuw programma nodig en wij vinden onszelf interessant genoeg om iets rond onszelf te doen. Dat is het uitgangspunt.’
In ‘Schalkse Ruiters’ namen jullie de reportages van Jambers op de korrel. Nu is de docusoap over bv’s aan de beurt?
De Pauw: Het ligt in dezelfde lijn. De ‘waar-of-niet-waar’-reportages van Schalkse Ruiters waren een antwoord op de toen populaire portretten van buitenissige en excentrieke mensen. Ze waren zo ongeloofwaardig, maar ze werden wel met ontzettend veel geloofwaardigheid verkocht. Ik heb ooit de destijds verboden reportage gezien over pornoliefhebbers. Je ziet een shot van een televisie waarop een pornofilm speelt, in de zetel zit een vrouw te breien – ze kijkt niet eens naar het scherm -, en naast haar zit haar man in kamerjas met een hand die op- en neergaat in zijn broek. Ik kan me niet voorstellen dat mensen dat spontaan doen. Televisiemakers vragen mensen te doen wat ze normaal doen om het te kunnen filmen alsof het niet in scène is gezet. Wie controleert het? Niemand. Of je het nu probeert te tonen zoals het is, of je forceert de werkelijkheid een beetje: het maakt niet uit.
Ondertussen maken we ons daarover toch al lang niet meer druk? De realiteit bestaat niet zolang ze niet in een docusoap is gegoten.
De Pauw: Iedere weergave van de werkelijkheid vertekent de werkelijkheid. Of het nu een verslag van een concert is, een recensie of een interview. Niemand maalt er nog om, dat klopt. Het is de tand des tijds. Je merkt het ook in nieuwsberichten; er sluipt meer en meer entertainment in. Een likje van dit, een snuifje van dat en dan wat glijmiddel om een rampbericht erdoor te krijgen. Hoeveel kwakkels worden er in kranten geschreven die niet worden rechtgezet? Er is tegenwoordig zo’n overaanbod aan informatie, dat het onmogelijk is om alles nog te controleren. Bovendien vergeten we alles erg snel. Ook mensen worden aan de lopende band aangezogen en uitgespuwd. Er is altijd weer een nieuw snoepje van de dag, dat het oude met- een doet vergeten. De media draaien op miss Belgiës, afvallers van Expeditie Robinson of schone meisjes van Temptation Island die een plaatje hebben opgenomen. Je kunt je eraan ergeren, je kunt er cynisch van worden, ik denk dat je er maar beter mee kunt lachen. Dat is wat we in Het Geslacht De Pauw doen.
Het zegt ook iets over een BV: blijkbaar kan hij niet zonder aandacht.
De Pauw: Niemand kan zonder aandacht. Er zijn vrouwen die intekenen om op de televisie de gunsten af te dwingen van een Olivier De Rijke of een Bachelor. Anderen laten zich uithongeren en wegstemmen op een onbewoond eiland, en nog anderen laten zich publiekelijk voor aap zetten in de preselectie van Idool 2003. Later zie je al die mensen weer ergens opduiken met een singletje of iets anders.
Bij De Mol probeerden we op voorhand na te gaan hoe erg de kandidaten hengelden naar bekendheid. Mensen die er te gretig op uit waren, vielen uit de boot. Om ze tegen zichzelf te beschermen. Ik denk dat het Brigitte Bardot was die zei: ‘Je zou zot zijn om niet eens vijftien minuten beroemd te willen zijn, maar je zou even zot zijn om het te willen blijven.’ We zeiden altijd: pik het mee zolang het duurt, het is heel plezant om drie maanden BV te zijn en daarna te kunnen terugplooien op je gewone leven.
Mensen die zich krampachtig vastklampen aan hun bekendheid, zijn geweldig inspirerend voor grappenmakers als ik. Omdat beroemd worden makkelijker is dan beroemd blijven. Voor het eerste moet je op een bepaald moment gewoon goed in de markt liggen, voor het tweede heb je ook wat inhoud en talent nodig.
Is humor de beste kritiek?
De Pauw: Ik weet niet of ik met deze reeks veel zal bijdragen tot het debat, simpelweg omdat er nauwelijks een debat gevoerd wordt. In het begin van De Mol waren we op zoek naar de juiste manier om mensen naar huis te sturen. Even hebben we eraan gedacht om ze zelf te elimineren, maar dat idee is meteen afgewimpeld omdat we het te kwetsend vonden naar de deelnemers toe. Een paar jaar later zie je de kandidaten van Expeditie Robinson tijdens de Eilandraad storende elementen of belangrijke concurrenten wegstemmen. De kritiek erop is even snel gedoofd als opgelaaid. Gemopper van een paar elitairen, zegden de makers. Dat klopt niet. Er is verglijding. Ook ik heb genoten van de laatste reeks van Robinson. Je verlegt altijd je grenzen.
Ik vind dat je een kandidaat die niet kan zingen, tegen zichzelf moet beschermen en hem niet als gewillig slachtvee ten tonele mag voeren omdat mensen dat nu eenmaal graag zien. Als programmamaker neem ik voor mezelf de verantwoordelijkheid op. Als iemand me zegt dat De Mol een vuil programma was, denk ik: ‘je mag dat vinden, maar ik sta voor mezelf recht in mijn schoenen’. Ik herinner me dat in de eerste reeks de drie sympathiekste kandidaten als eerste vertrokken. ‘Kunnen we hier niets aan doen? Kunnen we het niet een beetje manipuleren?’, vroegen we ons af. Waarna we ons meteen schuldig voelden omdat we dat zelfs nog maar hadden dúrven denken en insinueren.
Na ‘Schalkse Ruiters’ en ‘De Mol’ werd je aan ieders boezem gedrukt als wonderkind. Toen kwamen ‘De Quizmaster’ en ‘De Blijde Boodschap’ en werd er plots getwijfeld aan je talent. Is dit je wedergeboorte?
De Pauw: Over De Quizmaster ben ik nog steeds niet ontevreden, maar De Blijde Boodschap had ik niet moeten doen. Ik wou iets lichter, meer eenvoudiger, iets waar minder werk in kroop. Ik dacht dat ik perfect de aanbrenger kon zijn van reclamefilmpjes. Maar blijkbaar verwachten mensen dat niet van mij. Bovendien vertilde ik me aan die stand-up comedy. Het is mijn ding niet.
Ik vraag me soms af in hoeverre ik het scherm zou missen. Na Schalkse Ruiters had ik het gehad, toen moest ik er even uit. Het was waanzin, ik kon niet meer buitenkomen of de mensen verwachtten dat ik spontaan mirakelen begon te doen. Het was fijn om achter de schermen te verdwijnen met De Mol. We werken altijd allemaal samen aan alle facetten van een programma. Het brainstormen, schrijven, regisseren, monteren. Voor mij is dat fascinerend genoeg. Ik heb mijn deel van het bekend zijn gehad; het hoeft niet meer zo nodig.
Er zijn soapacteurs die jaren de boekjes sieren omdat ze in de gratie van het volk staan. Van zodra ze uit de boot vallen, begint het te knagen. Dan hoor je ze dingen verkondigen waarvan je denkt: ‘Je hebt niet alles alleen aan jezelf te danken, wees toch wat meer bescheiden.’ In de reeks zal het anders overkomen, maar dat is precies waar ik mee lach.
Een mens komt toch niet zomaar op het scherm.
De Pauw: Ooit kreeg ik het verwijt behaagziek te zijn. Ik vond het overdreven, maar ik kon er ergens wel in komen. Ik heb het frustrerende gevoel dat ik graag voor iedereen goed wil doen en zijn. Ik hoop dat iedereen van me denkt: ‘die Bart is wel oké’. Dat kan niet, weet ik nu – er zijn nu eenmaal mensen die alleen al puur fysiek op me afknappen -, maar toch, ergens sluimert die drang naar geliefd te worden. Al maak ik geen programma’s meer voor de algemene mensheid. Met Schalkse Ruiters bereikten we 2 miljoen mensen. Je kent ze niet, de kans dat je ze leert kennen is bijzonder klein en de kans dat het allemaal toffe mensen zijn nog kleiner. Ik heb er vrede mee dat ik in de entertainmentsector zit en dat ik doe wat de hofnar deed: mensen vermaken.
Jij hebt je kans gekregen via Frank Dingenen en ‘Meester, hij begint weer’. Onbewust moest ik aan hem denken toen je het over BV’s op hun retour had.
De Pauw: Eén belangrijke les heb ik van Frank geleerd: zorg dat je het publiek een stap voor blijft. Spijtig genoeg heeft hij het vanaf een bepaald moment systematisch zelf genegeerd. In interviews heeft hij een paar keer naar mij uitgehaald. Als hij mij vraagt voor een project, zei hij, presenteer ik meteen de rekening: ‘zo veel’. Terwijl hij me nog nooit iets gevraagd heeft.
Ik ben blij dat ik hem heb leren kennen. Hij heeft voor mij de bocht ingekort om daar te geraken waar ik me thuis voel. Ik ben een kind van de jaren tachtig. Ons werd ingeprent dat we hard moesten werken om ergens te geraken. Mijn moeder droomde van een diploma Burgerlijk Ingenieur voor mij. Vanwege het prestige. Ik wilde striptekenaar worden. Op mijn tiende maakte ik mijn eerste stripverhaaltjes. Nog vroeger knutselde ik een tv-toestel uit een kartonnen doos. Ik knipte links en rechts een gleuf, stak er vooraan een vergrootglas in met daarachter een zaklamp. Mijn stroken tekening plakte ik op twee rolletjes wc-papier en die draaide ik door de gleuven. Verhalen maken en lezen waren mijn leven. Op zaterdag gingen we naar de bibliotheek, en de vier boeken die ik toen meenam, had ik op zondag uit. Omdat striptekenaar en televisie geen haalbare opties bleken – een kind van Wachtebeke kwam niet op televisie -, zag ik mezelf in het beste geval leraar worden. Ik heb altijd boeiende leraars Nederlands en Engels gehad. Ze leerden me boeken en films kennen die me een ‘wow’-gevoel bezorgden. Ik ben hen daar dankbaar voor. Het is precies dát wat ik nu wil met een programma. Verrukking overbrengen, een ‘wow’-gevoel, om nadien met open armen de dankbaarheid van het publiek in ontvangst te nemen.
Wanneer besefte je: er zit wel iets in dat schrijven van mij?
De Pauw: Toen we de eerste aflevering van Buiten de Zone lieten zien aan een aantal mensen en al die stukjes in mekaar vielen, dacht ik: ‘Dat lange werken heeft toch iets opgebracht.’ Ik bezit niet het talent om de ene gevatte oneliner na de andere uit mijn mouw te schudden en alles op een, twee weken bij elkaar te schrijven. Nee, ik moet het hebben van overleg met anderen, waarbij er veertig ideeën opborrelen waarvan er drie overeind blijven. Daar maak ik sketches van die ik samenbundel in de hoop dat de kijkers ermee kunnen lachen. Het is niet geniaal, er is gewoon lang aan gewerkt. We krijgen vaak de kritiek dat we acht maanden uittrekken om een programma op punt te stellen, maar eigenlijk zou iedere tv-maker zoveel tijd moe- ten eisen, zodat ze een product afleveren dat er echt staat. Helaas is dit een business, en voor een bedrijf is het nu eenmaal interessanter om iets op vier maanden in elkaar te boksen.
‘Ik hoop dat ‘Buiten de Zone’ een programma wordt waar ik over een paar jaar nog graag naar zal kijken’, zei je in een niet zo ver verleden. Streef je ondanks alles naar de eeuwigheid?
De Pauw: Misschien een klein beetje. Ik zou graag een film maken. Dat gaat al iets langer mee dan televisie, al stelt het in het licht der eeuwigheid evenmin iets voor. Ik hoef niet per se herinnerd te worden, ik wil hoogstens mijn kleine spoortjes nalaten. Helaas kijkt iedereen, als het ene gedaan is, meteen uit naar het volgende, en is succes nooit overdraagbaar. Aan de bagage van Buiten de Zone had ik niets bij het maken van Schalkse Ruiters. Als je met iets bezig bent, word je vaker geconfronteerd met je gebreken dan met je talenten. Neem nu de presentatie van Schalkse Ruiters. Tom Lenaerts en ik deden ons best om netjes te praten en geïnteresseerd te kijken, maar we moesten snel vaststellen dat dat niet volstond omdat presenteren in de eerste plaats een vak is. Drie maanden voor het programma op antenne ging, draaiden we de eerste proefaflevering van Schalkse Ruiters. Het was een complete ramp – Tom wilde de cassette ooit vernietigen, maar ze ligt veilig opgeborgen in een kluis bij Michiel. We zweefden tijdens de interviews volledig in het ijle en zaten voortdurend naar elkaar te gapen. Bij elke vraag die we stelden, herhaalden we het antwoord van de gast – ‘U denkt dus dat het niet waar is?’ -, waarna we snel met een hulpeloze blik naar de andere keken. Ook tijdens de uitzendingen verliep de presentatie nog altijd niet gestroomlijnd, maar geheel tegen onze verwachtingen in werd dat net het succes van het programma: wij waren de jongens van om de hoek die het tot tv-presentator schopten. ‘Hoe creëer je een hype?’ vroegen journalisten ons. Zo, dus.
Een programma van De Pauw moet scoren. In hoeverre bepaalt dat verwachtingspatroon de inhoud ervan?
De Pauw: Ik heb nooit het gevoel dat ik toegevingen moet doen, maar er wordt wel minutieus gewikt en gewogen. Kan het of niet? Is het erover of niet? Is het te plat of niet? Je zoekt een evenwicht tussen de dingen die je er zelf graag in wilt en geestig vindt, en zaken waarvan je denkt dat de meeste mensen ermee kunnen lachen. Ik probeer de inside-humor en het ons-kent-ons-gedoe te vermijden. Het Geslacht De Pauw is bij momenten cynisch en sarcastisch, en ik denk dat veel mensen me op straat zullen aanmanen wat minder te drinken en wat liever te zijn voor mijn vrouw.
Door Tine Hens – Foto Guy Kokken
‘Beroemd worden is makkelijker dan beroemd blijven. Voor het eerste moet je op een bepaald moment gewoon goed in de markt liggen, voor het tweede heb je ook wat inhoud en talent nodig.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier