Smoking? Check. Rode loper? Check. Facelift? Check. Hollywood maakt zich weer op voor zijn grootste egotrip van het jaar. Een vooruitblik op de 80e Academy Awards, ook wel bekend als het Vreugdevuur der Zelfverheerlijking.

lk voorjaar, wanneer de krokussen uit de grond schieten, wendt de hele entertainmentindustrie haar gecorrigeerde neus in de richting van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences. Ondanks dreigende stakerspiketten, geannuleerde afterparty’s en dalende kijkcijfers blijft haar exclusieve ledenfeestje – de Oscarceremonie – immers ook dit jaar Tinseltowns meest prestigieuze evenement. Niet alleen is het voor acteurs, regisseurs, producenten en iedereen die beroepshalve pellicule vreet de gelegenheid om de duurste designjurken en klefste speeches boven te halen; het is ook het moment waarop iedereen in de filmbusiness zichzelf en elkaar ongegeneerd kan bewieroken en voor ongeveer een miljard kijkers meedelen hoe ‘great’ en ‘wonderful’ iedereen wel is, bij voorkeur met trillende onderlip en verblindend wit ge bleachte grijns.

Night of the living dead

Of de Oscars ook een representatieve barometer zijn voor de filmindustrie; daar rijzen elk jaar meer twijfels over. Zoals bekend is de Academy, die ondertussen zo’n 6000 leden telt, al jaren een veredeld bejaardenclubje met leden die hun oordeel allang niet meer baseren op de films die ze het voorbije jaar in de bioscoop hebben gezien (een film moet minstens één week in een bioscoop in Los Angeles te zien zijn geweest om in aanmerking te komen voor nominaties) maar op de dvd’s die ze van de filmstudio’s in hun luxekastelen in Beverly Hills krijgen toegestuurd. Dat innoverende cinema niet meteen hoge toppen scheert tijdens zo’n glamoureuze ‘night of the living dead’ – herinner u Rocky, dat in 1977 de Oscar wegkaapte vóór Taxi Driver, Network en All the President’s Men – mag dan ook niet verwonderen, al dingen er dit jaar met There Will Be Blood en No Country for Old Men (allebei acht keer genomineerd) toch enkele films mee die menige pacemaker in overdrive zullen hebben gejaagd.

Bovendien is de hele stemprocedure dubieuzer dan een verkiezingsuitslag in Noord-Korea. De enigen die mogen stemmen zijn immers de professionals zelf, die in de eerste ronde de vijf beste kandidaten uit hun eigen vakgebied kiezen en aldus een indicatief beeld schetsen van hoe Hollywood zichzelf het liefste ziet. Regisseurs kiezen dus voor regisseurs, monteurs voor monteurs etc. Daarna mogen de Academyleden stemmen op de vijf genomineerden in de 25 verschillende categorieën (aangevuld met zes speciale Oscars die door een comité worden toegewezen), terwijl het auditkantoor PricewaterhouseCoopers erop toeziet dat alles in uiterste discretie gebeurt en er bij het openscheuren van de envelop alléén spontane jubelkreten en vreugdetranen opwellen.

De keuze van de maquilleuse

Hoeveel leden hun taak daarbij écht ter harte nemen, hoeveel films ze hebben gezien en of ze objectief oordelen of gewoon hun neefje een plezier doen die drie lijntjes tekst had in het nieuwste Eddie Murphyvehikel: daarover is vanzelfsprekend niks bekend. Cijfers worden door de Academy nooit vrijgegeven en als we kwatongen mogen geloven – ja u, meneer Oliver Stone! – dan zijn de leden die hun stembrief gewoon doorgeven aan hun publicist, maquilleuse of plastisch chirurg niet te tellen.

Ook de samenstelling van de Academy blijft een steen des aanstoots. Zo kan alleen wie door een erkend lid wordt uitgenodigd aan de Board of Governors worden voorgedragen en het selecte clubje vervoegen, al blijft het door de schimmige criteria zelfs dan hoogst onzeker of zo’n kandidatuur groen licht krijgt. Om een idee te geven: van de jaarlijks ongeveer 150 nieuwe aanvragen wordt zo’n 70 procent geweigerd, meteen de reden waarom groten als Orson Welles en Elia Kazan het nooit tot Academylid schopten, zelfs al hadden ze een Oscar op de schoorsteenmantel staan.

Daarnaast spelen ook commerciële belangen een weinig stichtelijke hoofdrol. Wie de Oscar voor beste film binnenhaalt, ziet zijn boxofficeresultaat doorgaans met 30 tot 40 miljoen dollar stijgen, wat het nogal wiedes maakt dat er mouwen worden geveegd en konten gelikt bij het leven. Hoewel het daarbij niet om rechtstreekse omkoping gaat, deinzen de grote studio’s of de nationale filmcomités er niet voor terug om de stembusgang te manipuleren via peperdure reclamecampagnes in de vakpers met de bekende slogan ‘for your consideration’ als weinig subtiele hint, via propvolle goodie bags of via uitnodigingen voor allerlei exclusieve feestjes. De absolute kampioen in deze discipline: Miramaxmogol Harvey Weinstein, die sinds 1992 elk jaar minstens één titel in de categorie Beste Film wist binnen te lobbyen.

Koene Coens

Ook dit jaar zal Weinstein zwetend en puffend in zijn pluchen fauteuil zitten te wriemelen wanneer de Oscar voor de beste film wordt bekendgemaakt. Joel en Ethan Coens broeierige neo-noir No Country for Old Men werd immers door Miramax gecoproduceerd en in de States ook door hen verdeeld. Concurrenten zijn P.T. Andersons bezwerende oliepioniersdrama There Will Be Blood, de Britse kostuumfilm Atonement (kansloos, want films die niet voor regie zijn genomineerd winnen nooit), de tienerzwangerschapskomedie Juno (komedies maken sowieso geen kans tenzij ze door Woody Allen werden geregisseerd) én het politieke advocatendrama Michael Clayton (niet genomineerd voor montage en dus alleen goed om de foto te vullen).

Als we de insiders mogen geloven, wordt het dan ook een nek-aan-nekrace tussen de eerste twee titels, een keuze waar we ons voor één keer volledig in kunnen vinden. Tenslotte gaat het niet alleen om twee moerasdonkere films die expliciet en psychologisch geweld geenszins schuwen; beide zijn ook op de klassieke manier gemaakte, door mise-en-scène en cinematografie gedreven genrehybrides die een middelvinger opsteken naar de digitale orgieën, gladgepolijste montagecinema en postmoderne ADHD-filmerij die de multiplexen overspoelen. Een legitieme selectie dus, al hadden de gangsterkroniek Eastern Promises (David Cronenberg), de galgenmusical Sweeney Todd (Tim Burton), de neowestern The Assassination of Jesse James (Andrew Dominik) én de heistmovie Before the Devil Knows You’re Dead (Sidney Lumet) hier zeker ook niet misstaan.

Beste vrouwelijke mannenrol

Ook in de categorie Beste Actrice zijn er dit jaar geen uitgesproken favorieten. Academylievelinge Cate Blanchett – genomineerd voor het bombastische korsettenepos Elizabeth: The Golden Age – beconcurreert zichzelf door tegelijk mee te dingen naar de Oscar voor beste vrouwelijke bijrol als een van de vijf Bob Dylans uit I’m Not There. Marion Cotillard – hoofdrolspeelster uit de Edith Piafbiopic La Vie en Rose (La Môme) – moet de taalbarrière zien te overwinnen, wat geen enkele Française haar ooit voordeed. Juno-protagoniste Ellen Page is nog altijd geen 21 (de jongste winnares in deze categorie blijft de doofstomme Marlee Matlin, die 21 was toen ze in 1986 won voor Children of A Lesser God). En Laura Linney mag dan al een gewaardeerde karakteractrice zijn: meedingen met een alternatief familiedrama ( The Savages) dat de helft van de Academyleden wellicht niet eens heeft gezien, helpt je zaak allerminst vooruit. Vandaar dat veterane Julie Christie volgens de bookies een streepje voor ligt. Niet alleen mag ze in Sarah Polleys uiterst bescheiden Alzheimer-drama Away from Her een dementerende bejaarde spelen – ziektes en handicaps scoren altijd, vraag maar aan Rain Man of Forrest Gump – het zou 42 jaar na haar eerste Oscar voor John Schlesingers Darling ook een Rocky Balboa-achtige comeback betekenen, iets waar de Academydinosaurussen al even vlot voor door de knieën zakken. En niet alleen wegens vergevorderde artrose.

Alleen in de categorie Beste Acteur lijkt het een gelopen koers. Hier wordt het legendarische zinnetje ‘and the Oscar goes to’ (dat het vroegere ‘and the winner is’ vervangt, aangezien er zogezegd geen verliezers zijn) zo goed als zeker gevolgd door de naam van Daniel Day-Lewis. Het Ierse methodbeest zet in There Will Be Blood immers een imponerend monster van een oliebaron neer en wist daarvoor ondertussen ook alle andere belangrijke acteerprijzen te winnen. Ook dit jaar geen sigaar en gouden beeldje dus voor Johnny Depp, hoe luid hij ook zijn keel openzet en hoeveel andere kelen hij ook oversnijdt als de demonische barbier Sweeney Todd. En ook George Clooney mag nu al uitkijken naar een schouder om op uit te huilen, hoewel hij met Michael Clayton zijn eerste nominatie als beste acteur binnenhaalde (die van beste mannelijke bijrol had hij al). Eveneens verdienstelijk maar kansloos: Tommy Lee Jones en Viggo Mortensen, respectievelijk als de getroebleerde ex-marinier uit het Irakdrama In the Valley of Elah en de Russische maffioso met het goede hart uit Eastern Promises.

Beste seventieskapsel

Als we alle categorieën overlopen, valt op dat de underdogs het goed doen dit jaar. En dan hebben we het niet alleen over de twee meest genomineerde films, There Will Be Blood en No Country for Old Men (de favoriet trouwens om de Oscar voor Beste Regie binnen te rijven), die voor de sentimentele Academy ongewoon donker en gewelddadig zijn. Zo wist de kleine independentkomedie Juno niet alleen vier nominaties in de hoofdcategorieën te versieren (film, regie, scenario en actrice); het is ondanks zijn bescheiden budget ook de grootste kaskraker van de vijf Beste Films, hoewel échte blockbusters als The Bourne Ultimatum, 300 of Ratatouille naar jaarlijkse gewoonte ontbreken.

Ook opvallend en uniek is de ruime vrouwelijke vertegenwoordiging in de categorie Beste Scenario. Daar zijn drie van de vijf genomineerden vrouwen (Diablo Cody voor Juno, Tamara Jenkins voor The Savages en Nancy Oliver voor Lars and the Real Girl). En tel je daar Sarah Polley voor haar scriptadaptatie van Away from Her bij, dan kom je zelfs op vier. Let verder ook op de extreme leeftijdsverschillen onder de genomineerde acteurs – van de 14-jarige Saoirse Ronan ( Atonement) en de 20-jarige Ellen Page ( Juno) tot de krasse tachtigers Hal Holbrook ( Into the Wild) en Ruby Dee ( American Gangster). En op die Spanjaard die in No Country for Old Men iets angstwekkends doet met een hogedrukpistool en een seventieskapsel en daarvoor zo goed als zeker de Oscar voor Beste Mannelijke Bijrol krijgt: Javier Bardem.

Wie durft keet te schoppen?

In totaal 31 laureaten worden straks op het podium van het Kodak Theater op Hollywood Boulevard verwacht, waardoor de kijker weer eens een ellenlange tv-uitzending te wachten staat waarin God en familie vaker zullen worden bedankt dan tijdens een bidstonde van de Born Again Christians. De legendarische master of ceremony Johnny Carson sloeg de nagel op de kop toen hij de Oscars ooit sarcastisch omschreef als ’twee uur topentertainment in een vier uur durende show’, al zul je tv-zender ABC – die het glamourfeestje straks voor de 33e keer uitzendt en jaarlijks zo’n 60 miljoen dollar aan reclame-inkomsten pakt – daarover wellicht niet horen klagen. Wist u trouwens dat ongeduldige celebrity’s en genodigden met een kleine blaas seat fillers inhuren om zich tijdens de minder spannende momenten even backstage te kunnen terugtrekken zonder dat de zaal er voor de kijker thuis plots minder vol uitziet?

Zoals elk jaar is het dan ook hopen op een snoodaard die het strakke protocol (je mag nog maximaal zestig seconden speechen vooraleer je met een muziekje van het podium wordt gejaagd) of de schier eindeloze reeks aan terminaal saaie dankspeeches durft te doorbreken. Enkele memorabele voorgangers? Vanessa Redgrave die in 1977 de PLO een hart onder de riem stak en tegen het zionistische geteisem fulmineerde – lichtelijk suïcidaal in een Joods bolwerk als Hollywood. Marlon Brando die zijn Oscar voor The Godfather niet zelf kwam oppikken maar zich liet vervangen door een (valse) indiaanse vrouw die de genocide op de Native Americans kwam aanklagen. Michael Moore die in 2003 fel te keer ging tegen George Dubya en zijn privéoorlogje in Irak ( ‘Shame on you, Mr. President, shame on you!’). Of eenmalige presentatrice Woopi Goldberg die in 2002 haar geredigeerde teksten liet voor wat ze waren en er tijdens de live-uitzending vrolijk op los sneerde richting Conservatieven en Republikeinen, met als geweldige binnenkomer ‘Security here is tighter than some of the faces’.

Of men in dit turbulente jaar van presidentsverkiezingen en scenaristenstakingen veel dergelijke faux pas mag verwachten, valt echter te betwijfelen. Zelfs halfzachte Hollywoodrebellen als Sean Penn, Tim Robbins en George Clooney liepen de voorbije jaren braafjes in het gareel, en van The Daily Show-satiricus en master of ceremony Jon Stewart – die straks zijn tweede Oscarshow mag presenteren – vallen weliswaar enkele cassante oneliners te verwachten maar niks dat de goemeente fluks de gordijnen zal injagen.

Ook stakers en streakers mogen het vergeten. Sinds ‘Nipplegate’ – toen Janet Jackson tijdens de Super Bowl plots live een tepel liet zien – wordt de ceremonie uitgezonden met een paar seconden vertraging, zodat tijdig kan worden ingegrepen, voor zover de honderden veiligheidsagenten en bodyguards die in en rond het Kodak Theatre staan opgesteld überhaupt al te verschalken vallen. We kunnen dus alleen nog hopen op een Oscarwinnaar die plots hysterisch wordt – remember Sally Fields ‘Now I know you really love me’-speech – of op de stakende scenaristen natuurlijk, die misschien alsnog de barricades opwerpen (ABC heeft voor dat geval een documentaire over de geschiedenis van de Oscars klaar) en de obsceen vetbetaalde, achter Guccizonnebrillen en geblindeerde ruiten schuilende sterren uit hun stretch limos sleuren om te eisen wat hen toekomt. It ain’t gonna happen, maar een mens mag al eens dromen – zeker in Hollywood.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content