HIXPLOITATION!

BURT REYNOLDS in SMOKEY AND THE BANDIT

In Nocturnal Animals voert Tom Ford de ergste white trash bullies sinds John Boormans male rape-drama Deliverance op. De bevlekte geschiedenis van de hick flick.

Nektapijten, bakkebaarden en snelle wagens. Wat de stetson, colt en winchester zijn voor de western, zijn de mullet, foute gezichtsbeharing en muscle cars voor de redneck cinema. Hillbillies, hicks, moonshiners, yokels, barnyard babes en andere, voornamelijk aan incest ontsproten honky-tonk heroes uit het Amerikaanse diepe Zuiden doken al op in de bioscoop toen een avondje cinema nog vijf cent kostte. Maar de rednecks die in Nocturnal Animals Jake Gyllenhaal en zijn gezinnetje van de weg rijden, stammen rechtstreeks uit de seventies, waarin stedelijke bioscopen overspoeld werden door blaxploitation-films maar waarin rurale Amerikaanse drive-ins vooral te maken kregen met de blanke tegenhanger hixploitation.

Tegen de tijd dat Hal Needhams dranksmokkelkomedie Smokey and the Bandit bijna de best bezochte film van 1977 werd (na Star Wars), was het publiek door films als Deliverance (1972), White Lightning (1973), Moonrunners (1975), White Line Fever (1975) en Moonshine County Express (1977) al enkele jaren warm gemaakt voor banjomuziek, dubbelloopsgeweren, pick-uptrucks, goedkoop bier en illegaal gestookte whiskey. De veelal door racistische sheriffs en stoere hotrodrijders bevolkte films moeten tot op de dag van vandaag knokken voor hun plaats in de officiële Amerikaanse filmgeschiedenis maar vormen wel de, soms wankele, brug tussen de twee stromingen uit de Amerikaanse seventiescinema die doorgaans wél in de filmgeschiedenisboeken opduiken: populaire films als Star Wars en Jaws (1975) en de non-conformistische New Hollywoodfilms van regisseurs als Robert Altman, Francis Ford Coppola en Martin Scorsese.

Het kan dan ook geen toeval zijn dat Tom Ford met Nocturnal Animals een gelijkaardige evenwichtsoefening maakt door de chique kunstscene van Los Angeles met evenveel liefde en afkeer in beeld te brengen als de West-Texaanse leefwereld van enkele gestoorde rednecks met te veel tijd omhanden. De modeontwerper kent in ieder geval de iconografie van beide werelden als geen ander: dure designerkleren versus jeans en boots; modieuze kapsels van duizend dollar versus ongewassen haren; strak ingerichte interieurs versus houten hutjes; hedendaagse kunst als statussymbool aan de muren versus opgefokte wagens als compensatiedrang in de garage. In de ene, rijkelijk bedeelde wereld leeft Tom Ford vandaag, in de andere groeide hij op. En wat hij zich van zijn Texaanse jeugd niet herinnert, heeft hij heerlijk smakeloos aangedikt met de archetypes waaraan de redneckcinema zijn zuiderse charme/zinneloosheid ontleent. Howdy!

SAM DE WILDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content